Onvoldoende transparantie: notaris moet buitensporige kosten deels terugbetalen

De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Kosten    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 283747/484389

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De cliënt had een woning gekocht en gaf de notaris opdracht voor de levering en hypotheekakte. Kort voor de overdracht ontving hij een afrekening van ruim € 4.100, wat hem verraste. De notaris verklaarde dat dit hoge bedrag voortkwam uit de combinatie van de koopsom en een hoge hypotheekinschrijving, wat extra risico’s en onderzoek zou vergen. De cliënt vond dit onduidelijk en vroeg om een onderbouwing, maar kreeg slechts een voorstel voor 10% korting. Omdat hij zich onder druk gezet voelde en geen alternatief had op korte termijn, betaalde hij onder protest. Hij vroeg later om een urenspecificatie, maar kreeg die niet.

De notaris stelde dat de cliënt akkoord was gegaan met de kosten en dat hij de voorlopige afrekening al eerder digitaal had ontvangen. De commissie oordeelde echter dat de notaris onvoldoende transparant was over zijn tarieven, zeker gezien het grote verschil met gebruikelijke kosten en het ontbreken van bijzondere omstandigheden. De commissie vond de declaratie buitensporig en matigde deze tot € 1.200. De cliënt krijgt ruim € 2.100 terug, plus het klachtgeld.

Volledige uitspraak

in het geschil tussen

[naam], wonende te [plaatsnaam]

(hierna te noemen: de cliënt)

en

[notariskantoor] gevestigd te [plaastnaam] (hierna te noemen: de notaris).

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Notariaat (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 26 november 2024 te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. Namens de notaris is de heer H.G.H. Suk digitaal verschenen. De cliënt is in persoon ter zitting verschenen.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de hoogte van de declaratie voor de werkzaamheden van de notaris.

Standpunt van de cliënt

Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënt heeft in september 2023 een woning gekocht, waarbij hij middels de koopovereenkomst opdracht heeft gegeven aan de notaris om de levering van de door hem gekochte woning te verzorgen.

De overdracht zou plaatsvinden bij de notaris op 3 januari 2024. Op 1 januari ontving de cliënt een e-mail van de notaris met daarin een afrekening van de notaris. Hieruit bleek dat de cliënt € 4.159,59 moest betalen voor het opmaken van de leverings- en hypotheekakte. De cliënt heeft op 2 januari het notariskantoor gebeld en gevraagd waar dit bedrag vandaan kwam. De notaris gaf aan dat dit kwam omdat de cliënt een huis van € 460.000,– had gekocht en € 510.000,– als hypotheekinschrijving had en dat hier enorm veel extra onderzoekskosten en risicokosten voor hem als notaris aan verbonden zijn.

De cliënt heeft aangegeven dit vreemd te vinden en uit te zijn gegaan van een ander bedrag. De notaris ging het uitzoeken en de cliënt zou teruggebeld worden. De cliënt is teruggebeld door de kandidaat-notaris met het voorstel 10% van het bedrag af te doen. De cliënt vindt het heel vreemd dat er zomaar ineens 10% van het bedrag wordt afgehaald, terwijl hij vroeg om een onderbouwing van de kosten. Hij heeft aangegeven niet akkoord te gaan met 10% en een verklaring te willen waarom deze notaris 4x zo duur is als een andere notaris. De notaris heeft vervolgens aangegeven dat dit nu eenmaal de prijs was van zijn diensten. De cliënt was diep geschokt door deze opstelling en voelde zich met de rug tegen de muur gezet. Hij heeft de notaris aangegeven onder protest het bedrag met de 10% korting over te maken omdat hij niets anders kon doen. Hij heeft ook gevraagd naar een urenspecificatie, maar deze tot op heden niet ontvangen. De cliënt eist volledige terugbetaling van het door hem aan de notaris betaalde bedrag.

Standpunt van de notaris

Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De notaris stelt dat de cliënt niet overeenkomstig het reglement van de commissie de klacht eerst heeft ingediend bij de notaris en hij daarom in de deze procedure niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.

Verder geeft de notaris aan dat de in rekening gebrachte bedragen mede zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden, hoeveel tijd er gemiddeld aan bepaalde dossiers wordt besteed, een component gebaseerd op de koopsom en hoogte van het inschrijfbedrag, alsmede de drukte tijdens bepaalde periodes van het jaar. De cliënt heeft gevraagd om een urenspecificatie, maar dat overzicht kon de notaris hem niet geven, aangezien het tijdschrijfsysteem op dat moment niet werkte. Op 24 oktober 2023 is de nota van afrekening al geplaatst in het digitale dossier van de cliënt. De notaris ging er steeds van uit dat de cliënt met die nota van afrekening bekend was, maar kennelijk heeft de cliënt die gemist. De cliënt heeft niet gemeld dat hij de voorlopige afrekening niet heeft ontvangen. In de begeleidende brief van 24 oktober 2023 stond wel vermeld dat de voorlopige afrekening was bijgevoegd. De cliënt had dit dus kunnen weten. Voorafgaand aan de aktepassering heeft de notaris met de cliënt de factuur helemaal doorgenomen en hem gevraagd of hij akkoord was. Dat was hij en hij heeft de factuur voor akkoord getekend. Daarmee was de zaak afgedaan: hij had 10% korting geaccepteerd, hij was akkoord met de akten en hij heeft de nota van afrekening voor akkoord getekend.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Ontvankelijkheid

De commissie is van oordeel dat de cliënt overduidelijk aan de notaris heeft kenbaar gemaakt op 2 januari 2024 het niet eens te zijn met de hoogte van de declaratie. De notaris was daar dus mee bekend. Het nu nog doorlopen van een interne klachtenprocedure zal niet leiden tot een andere uitkomst, nu partijen nog dezelfde mening zijn toegedaan. De cliënt heeft aangegeven dat hij ondanks zijn bezwaren tegen de kosten van de notaris zich gebonden voelde om de transactie te kunnen laten plaatvinden. Het vinden van een andere notaris op deze termijn was niet mogelijk. Dat de cliënt om die reden voor akkoord heeft getekend is naar het oordeel van de commissie onvoldoende om te stellen dat hij akkoord is gegaan en nu hierover niet meer zou kunnen klagen. De commissie verklaart de cliënt ontvankelijk in zijn klacht.

De commissie is van oordeel dat de notaris niet transparant is geweest over het door hem gehanteerde tarief. Dat in verband met de decemberdrukte een (veel) hoger tarief gehanteerd zou worden dan gebruikelijk, had expliciet aan de klager vermeld dienen worden. De notaris kon niet volstaan met het toesturen van een voorlopige nota van afrekening en daarnaar verwijzen in zijn brief van 24 oktober 2023.  Of de cliënt deze voorlopige afrekening wel of niet heeft ontvangen acht de commissie niet ter zake doend, nu is vastgesteld dat de notaris hiermee niet had kunnen volstaan.

Het verschil tussen de opgevraagde offerte en de in rekening gebracht kosten is dermate groot dat daarvoor geen rechtvaardiging bestaat. Ook van bijzondere omstandigheden of een juridische complexiteit is de commissie niet gebleken.

De notaris heeft in rekening gebracht voor zijn notariële werkzaamheden in totaal € 3.337,42 (€ 1.300,50 + € 1.415,70 + € 42,– + 21% BTW). Deze kosten komen de commissie exorbitant voor, gelet op de

gebruikelijke werkzaamheden in deze. De commissie is van oordeel dat de notaris door aldus te facturen niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend notaris verwacht mag worden. De commissie ziet aanleiding voormeld honorarium in redelijkheid te matigen tot een bedrag van € 1.200,– inclusief BTW.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:

–        verklaart de klacht gegrond;

–        oordeelt dat de declaratie van de notaris ten bedrage van € 3.337,42 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid gematigd dient te worden tot een bedrag van € 1.200,– inclusief omzetbelasting;

–        bepaalt dat de notaris aan de cliënt terugbetaalt een bedrag van € 2.137,42;

–        bepaalt dat de notaris aan de cliënt vergoedt het door hem betaalde klachtgeld van € 52,50;

–        bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na verzending van de uitspraak worden betaald;

–        bepaalt dat de notaris aan de Geschillencommissie behandelingskosten dient te betalen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, mevrouw mr. B.B. van Dis, de heer H.W. Zuur, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 26 november 2024.

Print/PDF