Notaris schendt informatieplicht: meerkosten samenlevingscontract moeten worden terugbetaald

  • Home >>
  • Notariaat >>
De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Kosten    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 475510/688692

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De klacht draaide om een fors hogere rekening dan afgesproken voor het opstellen van een samenlevingscontract. Klaagster en haar partner hadden vooraf een bedrag van € 475 exclusief btw afgesproken, maar kregen uiteindelijk een factuur van ruim € 2.100. Volgens klaagster was er geen sprake van meerwerk, omdat alle wensen al tijdens het intakegesprek waren besproken. De notaris zou bovendien nauwelijks naar hen geluisterd hebben en pas na meerdere correctierondes hun wensen hebben verwerkt. De extra kosten waren volgens haar het gevolg van de werkwijze van de notaris zelf, niet van aanvullende verzoeken.
De notaris stelde dat de bemoeienis van de gemachtigde van klaagster, haar vader, leidde tot veel extra werk. Hij vond dat hij verplicht was om uitgebreid uitleg te geven en zich ervan te vergewissen dat beide partners de gevolgen van het contract begrepen. De notaris erkende dat hij de oplopende kosten niet vooraf had gemeld, uit vrees dat het stel dan naar een andere notaris zou gaan of minder uitleg zou vragen.
De commissie oordeelde dat de notaris weliswaar extra werk had verricht, maar dat hij klaagster en haar partner daarover vooraf had moeten informeren, zeker gezien de omvang van de extra kosten. Door dit na te laten, handelde hij niet zoals van een redelijk handelend notaris mag worden verwacht. De klacht werd gegrond verklaard en de notaris moet het bedrag van € 1.482,25 aan klaagster terugbetalen, evenals het klachtengeld.

Volledige uitspraak

in het geschil tussen

[naam], wonende te [plaastnaam]

(hierna te noemen: klaagster)

gemachtigde: [naam] en

[notariskantoor], gevestigd te [plaatsnaam]

(hierna te noemen: de notaris).

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Notariaat (verder

te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Op 21 januari 2025 heeft te Den Haag de mondelinge behandeling van het geschil door de commissie plaatsgevonden.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht. De notaris heeft digitaal aan de zitting deelgenomen. Namens de cliënte zijn fysiek verschenen haar gemachtigde en haar partner, de heer B.E. Kramer.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de door de notaris in rekening gebrachte kosten.

Standpunt van klaagster

Voor het standpunt van klaagster verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Klaagster en haar partner hebben door de notaris een samenlevingscontract laten opstellen. Zij hebben in het intakegesprek aangegeven wat zij in het contract opgenomen wilden hebben. Tijdens dit gesprek luisterde de notaris nauwelijks naar de wensen van klaagster en haar partner en was hij voornamelijk zelf aan het woord. Wel hebben klaagster en haar partner hun wensenlijst aan de notaris kunnen overhandigen en hem expliciet gevraagd deze punten te verwerken in de (concept)akte.
In de eerste conceptakte heeft de notaris weinig tot geen aandacht besteed aan de wensenlijst van klaagster en haar partner. Het concept is vervolgens nog twee keer aangepast. Pas na herhaalde gesprekken en e-mailverkeer heeft de notaris het relevante deel van de door klaagster en haar partner gewenste punten verwerkt in de akte.

De notaris heeft voor zijn werkzaamheden een declaratie van € 2.171,01 (inclusief BTW) gestuurd, terwijl een bedrag van € 475,– (exclusief BTW) was overeengekomen. De notaris claimt € 1.225,– (exclusief BTW) aan meerwerk. Van meerwerk is echter geen sprake van geweest, omdat klaagster en haar partner geen dingen hebben gevraagd die zij niet in het eerste gesprek kenbaar hebben gemaakt. Zij hebben de notaris geen opdracht gegeven tot aanvullende werkzaamheden.

Het zou kunnen dat de notaris meer tijd heeft besteed aan de akte dan hij zelf had voorzien, maar dat behoort tot een ondernemingsrisico en is geen reden voor het sturen van een hogere rekening. De tijd die de notaris mogelijk extra heeft besteed, is volledig te danken aan zijn eigen handelen en onkunde. Dat meerwerk zou zijn ontstaan door inmenging van de vader van klaagster, wordt betwist. Deze heeft zich niet bemoeid met het samenlevingscontract. In de wensenlijst zijn ook geen zaken opgenomen die gunstiger zijn voor klaagster dan voor haar partner.

De notaris heeft bovendien niet vooraf aangegeven dat er sprake was van meerwerk en meerkosten. Van een notaris mag worden verwacht dat als er al sprake zou zijn van meerwerk, de cliënt vooraf wordt geïnformeerd over de daarmee samenhangende extra kosten, in dit geval zeker gelet op de omvang van de extra kosten in relatie tot het geoffreerde bedrag. Voor het aankondigen van meerwerk is voldoende gelegenheid geweest. De notaris heeft zich niet gehouden aan de richtlijnen van de Koninklijke Notariële Broederschap en de Autoriteit Consument en Markt.

De partner van klaagster heeft bij het tekenen nog willen overleggen over de kosten, maar de notaris was daartoe niet bereid. Hij gaf aan dat, als de kosten niet werden voldaan, de prijs nog verder omhoog zou gaan.

Klaagster is van mening dat de notaris de meerkosten (€ 1.225,– exclusief BTW) ten onrechte in rekening heeft gebracht. Zij verzoekt de commissie te bepalen dat de notaris haar deze kosten moet terugbetalen.

Klaagster is voorts van mening dat zij ontvankelijk is in haar klacht, omdat zij (en haar partner) – anders dan de notaris stelt – wel degelijk opdrachtgever(s) is (zijn).

Standpunt van de notaris

Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De notaris is primair van mening dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht, omdat niet zij maar de gemachtigde de offerte heeft geaccepteerd en opdracht heeft gegeven voor de opstelling en passering van het samenlevingscontract.

Subsidiair voert de notaris aan als volgt:

In de offertetekst staat expliciet vermeld dat de offerte wordt afgegeven op basis van de gegevens die op het moment van afgifte bekend zijn. Verder wordt in de algemene voorwaarden verwezen naar meerwerk en de financiële gevolgen daarvan.

Op het moment van afgifte van de offerte kon de notaris niet weten dat de rol van de gemachtigde van klaagster zou leiden tot een buitensporige tijdsbesteding. Gedurende de behandeling van de zaak kreeg de notaris de stellige overtuiging dat de vader van klaagster een sterke invloed op haar had. De gemachtigde bleek slechts één doel voor ogen te hebben: een voor klaagster zo gunstig mogelijk rechtspositie garanderen op een zich mogelijk in de toekomst voltrekkende scheiding tussen haar en haar partner. De gemachtigde vormde een enorme barrière om klaagster en haar partner vrijelijk te spreken te krijgen. Dit was echter wel nodig om hun wil en wensen duidelijk te krijgen en om te voldoen aan de notariële verplichting om zich ervan te overtuigen dat de (rechts)gevolgen van de akte door klaagster en haar partner werden overzien c.q. begrepen. Dit hoort tot de verplichtingen van een notaris.

De begeleiding en ‘Belehrung’ van klaagster en haar partner heeft veel tijd gekost. Zij ervaarden de materie als buitengewoon complex. De notaris heeft er alles aan gedaan om die materie zo duidelijk en uitgebreid mogelijk toe te lichten en hen daarbij zo goed als hij kon te begeleiden. De notaris is ook veel uren bezig geweest met het rechtzetten van onjuiste stellingen, afkomstig van de gemachtigde.

De notaris heeft de oplopende kosten niet eerder gemeld, omdat dit tot gevolg had kunnen hebben dat het samenlevingscontract, op de voorwaarden van de gemachtigde, bij een andere notaris – die wellicht wat minder zijn ‘Belehrung’ en het geven van een mogelijkheid de gedachten vrijelijk te uiten, ter harte zou nemen – zou worden gepasseerd. Het eerder melden van de kosten zou er ook toe hebben kunnen leiden dat klaagster en haar partner, ter besparing van kosten, zouden hebben afgezien van het vragen van nadere uitleg.

De notaris heeft niet alle werkzaamheden in rekening gebracht en zijn honorarium gebaseerd op een zeer gemodereerd aantal werkuren.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie stelt voorop dat de notaris ter zitting zijn beroep op niet-ontvankelijkheid desgevraagd heeft ingetrokken, zodat de commissie daarover niet meer hoeft te beslissen. De commissie zal het geschil inhoudelijk behandelen.

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals mag worden verwacht van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting staat vast dat de notaris voor het opstellen van een samenlevingscontract een bedrag van € 475,– (exclusief BTW) heeft geoffreerd en dat hij uiteindelijk een bedrag van in totaal € 2.171,01 in rekening heeft gebracht. Dit bedrag is door klaagster en haar partner betaald.

Klaagster is van mening dat de notaris haar slechts het geoffreerde bedrag in rekening had mogen brengen. Zij maakt bezwaar tegen de op de declaratie van de notaris vermelde post ‘Honorarium bijzondere werkzaamheden/meerwerk’. Blijkens deze declaratie bedraagt deze post € 1.225,– exclusief BTW; het door de gemachtigde ter zitting genoemde bedrag van € 1.474,– is gemodereerd tot € 1.225,–.

Klaagster heeft geen bezwaren geuit tegen de overige extra kosten die de notaris ten opzichte van de offerte in rekening heeft gebracht. De commissie acht deze kosten ook niet onredelijk, omdat deze gebruikelijke kosten betreffen.

De notaris heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat met name de inmenging van de vader van klaagster heeft geleid tot meerwerk. Ter zitting heeft hij verklaard dat vooral de ‘Belehrung’ van klaagster en haar partner veel extra tijd heeft gekost. Er heeft volgens hem veel contact plaatsgevonden tussen het intakegesprek en het uiteindelijke passeren van de akte.

De door de notaris verrichte extra werkzaamheden, die de notaris op de declaratie heeft gespecificeerd, komen de commissie – wat er ook zij van de oorzaak daarvan – op zich niet onredelijk voor. Echter, vaststaat dat de notaris niet met klaagster en haar partner heeft gecommuniceerd dat hij voor deze extra werkzaamheden kosten in rekening zou brengen. De commissie is van oordeel dat het op de weg van de notaris had gelegen om klaagster en haar partner, toen het hem duidelijk werd dat zij extra begeleiding en uitleg nodig hadden, nader te informeren over de daarmee samenhangende extra kosten. Dit zeker – zoals klaagster terecht stelt – gelet op de omvang van deze extra kosten in relatie tot het geoffreerde bedrag.

Dat in de algemene voorwaarden en op de website wordt verwezen naar de mogelijkheid van een hoger/aanvullend honorarium voor ‘meerwerk’, kan daar onvoldoende aan afdoen.

Door het in rekening brengen van de kosten van het meerwerk zonder klaagster en haar partner hierover vooraf te informeren, heeft de notaris naar het oordeel van de commissie niet gehandeld zoals mag worden verwacht van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris. De door de notaris gegeven verklaring voor zijn beslissing om de oplopende kosten niet eerder te melden aan klaagster en haar partner acht de commissie onvoldoende redengevend en kan daar dus niet aan afdoen.

Gelet op het voorgaande acht de commissie de klacht van klaagster gegrond. Zij zal daarom bepalen dat de notaris het honorarium voor het meerwerk ten bedrag van € 1.225,– exclusief BTW, derhalve € 1.482,25 inclusief BTW, aan klaagster moet restitueren.

De commissie zal voorts bepalen dat de notaris het door klaagster betaalde klachtengeld van € 52,50 dient te vergoeden. Bovendien dient de notaris – overeenkomstig het reglement van de commissie – een bijdrage in de behandelingskosten aan de commissie te voldoen.

Hetgeen partijen voorts nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking, nu dit niet tot een ander oordeel kan leiden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

 
Beslissing

De commissie:

 

–        verklaart de klacht van klaagster gegrond;

 

–        bepaalt dat de notaris een bedrag van € 1.482,25 (inclusief BTW) aan klaagster dient te restitueren;

 

–        bepaalt dat de notaris het klachtengeld van € 52,50 aan klaagster dient te vergoeden;

 

–        bepaalt dat betaling van voormelde bedragen moet plaatsvinden binnen veertien dagen na verzending van dit bindend advies;

 

–        bepaalt dat de notaris overeenkomstig het reglement van de commissie behandelingskosten aan
de commissie is verschuldigd;

 

–        wijst het meer of anders verzochte af

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, mevrouw mr. B. van Dis en de heer H.W. Zuur, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. drs. I.M. van Trier, secretaris, op 21 januari 2025.

 

Print/PDF