Geschillencommissie mag klacht over gesloten waterpark behandelen

De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Bevoegdheid/ontvankelijkheid    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Bevoegdverklaring   Uitkomst: bevoegd   Referentiecode: 396375/631539

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument had een vakantie geboekt naar Portugal, mede vanwege het waterpark dat bij de accommodatie ligt. Volgens de informatie op de website zou het buitenbad inbegrepen zijn en het binnenbad tegen betaling. Er werd niet vermeld dat het waterpark pas later in mei zou openen. Toen de consument hoorde dat het park tijdens hun verblijf gesloten zou zijn, liet het boekingskantoor dit vooraf aan de ondernemer weten en gaf aan dat de consument een andere accommodatie had geboekt en een vergoeding wilde. De ondernemer vindt dat de consument de klacht niet op de juiste manier heeft ingediend en dat hij daardoor geen kans heeft gehad om zelf een oplossing te bieden. De Geschillencommissie oordeelt dat de klacht vooraf duidelijk is gemeld en dat de ondernemer voldoende op de hoogte was. Daarom mag de commissie de zaak behandelen.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 5 januari 2024 met de ondernemer tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor drie personen naar Portugal met heenreis op 6 mei 2024 voor de som van € 2.157,–.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft via een boekingskantoor de reis geboekt met name omdat de accommodatie gelegen is naast een geweldig water-/themapark dat op de website van de ondernemer omschreven is als: `In Aquashow Park ben je verzekerd van een geweldige vakantie! In het fantastische water-/themapark kunnen jong en oud genieten van de vele glijbanen, achtbanen en andere attracties. De kleurrijke en goed verzorgde kamers zullen ervoor zorgen dat je een heerlijk verblijf zult hebben. En met de opening van een nieuw waanzinnig waterpark in 2021, het eerste overdekte waterpark van het Iberisch schiereiland, heb je helemaal de ultieme vakantie-ervaring!’

De boeking is tot stand gekomen nadat het boekingskantoor navraag had gedaan of het buitenbad wel of niet inclusief zou zijn voor de klanten die begin mei 2024 op vakantie zouden gaan. Het antwoord op de deze vraag was dat het buitenbad inclusief is, maar het binnenbad tegen betaling. Er kwam geen bericht dat het waterpark gesloten zou kunnen zijn of later open zou gaan. Toen voorafgaand aan de reis aan de consument bleek dat het Aquapark pas op 22 mei 2024 zou openen heeft het boekingskantoor in een email d.d. 3 mei 2024 aan de ondernemer laten weten: `Hierbij wil ik jullie alvast op de hoogte brengen van de claim die onze klanten voornemens zijn in te dienen voor de omboeking naar een hotel aan het strand, omdat het waterpark van Aquashow niet open is zoals toegezegd bij boeking op 5 januari.’ Na afloop van de reis heeft de consument geen klacht met klachtformulier ingediend bij de ondernemer en de ondernemer stelt daarom nimmer de gelegenheid te hebben gehad om na de reis de klacht nogmaals te beoordelen. De ondernemer betoogt dat omdat de consument de klacht meteen bij deze commissie heeft neergelegd en niet de procedure heeft gevolgd zoals die in de ANVR Reisvoorwaarden is opgesteld, de ondernemer de consument nooit een aanbod achteraf heeft kunnen doen, terwijl de ondernemer conform de regels wel die mogelijkheid had moeten krijgen.

Anders dan de ondernemer meent de commissie dat de klacht van de consument tegen de ondernemer voldoende basis heeft, zodat de commissie bevoegd is een oordeel te vellen. Al op 3 mei 2024 -derhalve voor aanvang van de reis- heeft de consument door middel van een email van het boekingskantoor aan de ondernemer meegedeeld aanspraak te maken op een vergoeding in verband met hogere kosten verbonden aan de plaatsgevonden omboeking. De ondernemer heeft daarop kennelijk niet gereageerd. Niet gezegd kan worden dat de ondernemer er door overvallen werd toen de consument op 3 juni 2024 een klacht indiende bij deze commissie.

Op grond van het voorgaande acht de commissie zich bevoegd het geschil van de consument tegen de ondernemer te behandelen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart zich bevoegd het door de consument aanhangig gemaakte geschil te behandelen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed, voorzitter, de heer J.J.M. Crijnen en mevrouw mr. L. Schots – Smit, leden, op 5 november 2024.

 

Print/PDF