Geen herstel van zegel zonder oplossing storing: klacht ongegrond

De Geschillencommissie




Commissie: Installerende bedrijven    Categorie: Product en dienst    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 609324/861048

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagde over het niet herstellen van de zegel in haar meterkast na werkzaamheden aan een elektra storing. De ondernemer stelde dat de meterkast eerst vervangen moest worden en dat de zegel pas kon worden geplaatst na oplossing van de storing. De deskundige bevestigde dat het zegelrecht niet geldt voor het vervangen van hoofdzekeringen en dat de storing in de woonkamer nog niet is opgelost. De Geschillencommissie Installerende Bedrijven oordeelde dat de ondernemer terecht niet aan het verzoek van de consument voldeed en verklaarde de klacht ongegrond. Het depotbedrag van € 375 werd toegewezen aan de ondernemer.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft een overeenkomst van opdracht van 12 mei 2024 tot oplossing van een elektra storing.

De consument heeft een bedrag van € 375,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op 15 mei 2024 heeft een werknemer van de ondernemer de zegel in de meterkast verbroken om de Meszekering vervangen. Binnen 45 min na zijn vertrek was de Meszekering wederom gesprongen. Ik heb direct contact met de werknemer opgenomen. De reactie van hem was verbazingwekkend. Hij gaf te kennen dat hij niet meer terugkomt en dat ik maar contact moest opnemen met de heer [naam], eigenaar van de ondernemer. Helaas zonder succes en ik zat ik weer zonder stroom en mijn meterkast was niet meer gezegeld. Uit nood en paniek ben ik gaan rondbellen en via via heb ik een elektricien bereid gevonden om toch te komen kijken. Hij zag dat de zegel er niet op zat en heeft toen in mijn meterkast een groep losgekoppeld en een tijdelijke bypass geplaatst zodat ik stroom had tot dhr [naam] kon komen. Dhr [naam] kwam pas op 22 juni en heeft weliswaar de 3 Meszekeringen vervangen maar wilde de zegel er niet op plaatsen welke door zijn medewerker is verbroken. Hij gaf aan dat mijn gehele meterkast eerst vervangen moest worden. Ik heb aangegeven dat ik onderstaande volgorde wilde: 1. Zegel plaatsen, 2. Opsporen storing en deze verhelpen, 3. Eventueel vervangen meterkast (afhankelijk van de kosten).

Dhr [naam] geeft nu aan dat het vervangen van de door hun verbroken zegel niet de afspraak was en dat ik bij [bedrijf] moet aangeven dat ik de zegel zelf verbroken heb. Ik heb whatsapp berichten waarin ik meerdere malen vraag naar plaatsing van de zegel en ook berichten waarin hij aangeeft dit te doen. Uiteindelijk krijg ik afgelopen augustus na een telefoongesprek met dhr [naam] een tikkie om de kosten van de zekering en zijn werk te betalen. Ik heb aangegeven bereid te zijn te betalen met als voorwaarde dat de meterkast gezegeld wordt. De ondernemer is daartoe niet bereid. Mijn verzoek aan de geschillencommissie is om de heer [naam] op basis van de bovengenoemde punten in gebreke te stellen. Omdat de zakelijke relatie dusdanig is verstoord en ik door zijn intimiderende houding niet meer veilig voel wil ik de commissie vriendelijk doch dringend verzoeken een erkend elektromonteur aan te wijzen om de zegel terug te plaatsen op mijn meterkast, zulks op kosten van de ondernemer.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer stelt dat de storing tot oorzaken had kortsluiting en onbalans. Daarbij dient de gehele meterkast te worden vervangen. Eerst wanneer beide oorzaken zijn opgelost kan tot het aanbrengen van de verzegeling worden overgegaan. De consument wenste echter dat eerst de verzegeling zou worden aangebracht, hetgeen niet is toegestaan zolang de storing niet is opgelost. Er is daardoor een impasse ontstaan. Zolang de storing niet is opgelost is de eis van de consument niet toewijsbaar.

Het deskundigenonderzoek

De deskundige J. Stabel heeft de klacht onderzocht en op 14 mei 2025 rapport uitgebracht van zijn bevindingen. Zijn vakinhoudelijk oordeel luidt als volgt:

Indien erkende installateurs zegelrecht hebben is deze primair bedoeld voor het spanningsloos maken van installaties. Bij het werken of vervangen aan of van verdeelkasten kan men de zegel verbreken en de hoofdzekeringen verwijderen waarna er veilig aan de verdeelkast kan worden gewerkt. De regel is duidelijk: zegelrecht is niet voor het vervangen van hoofdzekeringen. Dit is enkel voorbehouden aan de netbeheerder zelf en hiermee kan wellicht de consument in verwarring zijn gebracht. Verdere constateringen zijn: 1) De storing in de woonkamer is nog steeds niet opgelost (blijkbaar zou een gedeelte van het plafond moeten worden gesloopt). 2) De aansluitkast is nog steeds niet verzegeld. 3) In tussenliggende periode is de oude verdeelkast vervangen door een nieuwe verdeelkast. Deskundige oordeelt dat ondernemer had moeten aangeven dat hij niet gerechtigd is om hoofdzekeringen te vervangen (zouden er andere moverende redenen zijn geweest had in ieder geval na de werkzaamheden de aansluitkast moeten worden verzegeld). Daarnaast is deskundige van oordeel dat er weinig pogingen zijn gedaan om de storing op te lossen welke uiteindelijk de oorzaak is van de uitval. Primair lag de focus op de hoofdzekeringen en het vervangen van de verdeelkast, niet op het opheffen van de oorzaak. Storingen (en vooral bij breek- of sloopwerk) kunnen veel tijd en zoekwerk kosten. De enige oplossing is het opheffen van de storing en daarnaast dient de verzegeling worden hersteld.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Uit de bevindingen en beoordeling van de deskundige J. Stabel, die de commissie volgt, blijkt dat niet eerder aan herstel van de verzegeling kan worden toegekomen dan na oplossing van de storing. Dit was en is ook het standpunt van de ondernemer, die op grond daarvan terecht niet aan de eis van de consument is tegemoet gekomen. Uit het deskundigenrapport blijkt voorts dat de storing in de woonkamer niet is opgelost zodat reeds daarom het door de consument verlangde dient te worden afgewezen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend: € 375,– komt aan de ondernemer toe.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven, bestaande uit de heer mr. R.J. van Boven, voorzitter, de heer drs. H.H.F.M. van den Oever, mevrouw mr. W. van den Berg, leden, op 18 juni 2025.

Print/PDF