
Commissie: Kinderopvang
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies
Uitkomst: niet-ontvankelijk
Referentiecode:
1309486/1313185
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil draait om de beëindiging van een opvangovereenkomst door de ondernemer na een incident tussen een ouder en een medewerker. De consument stelt dat de overeenkomst zonder overleg is beëindigd en verzoekt de commissie om herstel van de opvangplaats via een verkorte procedure. De ondernemer erkent dat de brief van 20 augustus 2025 waarin de beëindiging werd bevestigd, op een miscommunicatie berustte. Hiervoor zijn excuses aangeboden en de plek bleef beschikbaar. Volgens de ondernemer is de overeenkomst nooit rechtsgeldig beëindigd. Ten aanzien van de klacht over de medewerker stelt de ondernemer dat er onderzoek is gedaan en dat de klachten ongegrond zijn verklaard. De commissie constateert dat de consument inmiddels heeft aangegeven geen gebruik meer te willen maken van de opvangplek. Het kind is al op een andere locatie geplaatst. Daarmee ontbreekt volgens de commissie een spoedeisend belang en kan de zaak niet verder inhoudelijk behandeld worden. De klacht is daarom niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de eenzijdige beëindiging van de opvangovereenkomst door de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.
De ondernemer heeft de opvangovereenkomst zonder overleg beëindigd. De aanleiding voor de beëindiging is een incident dat heeft plaatsgevonden met een medewerker van de ondernemer op
14 augustus 2025. Het incident is door de consument direct gerapporteerd aan een leidinggevende, die hierop geen adequate actie heeft ondernomen maar in plaats daarvan het contract heeft beëindigd bij brief van 20 augustus 2025. In deze brief wordt aangegeven dat de opvang zal eindigen op 14 augustus 2025. De consument wenst herstel van de opvangovereenkomst en verzoekt de commissie de zaak middels een verkorte procedure te behandelen.
Standpunt van de ondernemer
In de door de ondernemer ingediende Tijdlijn communicatie met ouders van kind wordt aangegeven dat de opzegging een miscommunicatie betrof. Hiervoor zijn excuses gemaakt en de plek is voor het kind beschikbaar gebleven. Ter zitting heeft de ondernemer bevestigd dat de opzegging van de overeenkomst niet rechtsgeldig is geweest en de plaatsingsovereenkomst derhalve nog in stand is. De plek voor het kind van de consument is nog steeds beschikbaar en hiervan kan nog steeds gebruik worden gemaakt.
Wat betreft de klachten tegen de betreffende medewerker van de ondernemer, er heeft een onderzoek plaatsgevonden naar het incident op 14 augustus 2025 en de klachten zijn gelet op de uitkomsten van dit onderzoek ongegrond verklaard.
Beoordeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat de ondernemer op 20 augustus 2025 aan de consument een brief heeft verstuurd, waarin wordt aangegeven dat in overleg met de locatiemanager de plaatsing wordt beëindigd op
14 augustus 2025. Er wordt geen grondslag of reden voor de beëindiging genoemd. Uit de tijdlijn zoals door de ondernemer overgelegd, waarin de gevoerde e-mailcorrespondentie met de consument wordt weergegeven, blijkt dat op 3 september 2025 in een gesprek en vervolgens in een e-mail aan de consument is aangegeven dat de opzegging van het contract een miscommunicatie is geweest, waarvoor excuses worden aangeboden. Ook wordt aangegeven dat de plek voor het kind van de consument nog steeds beschikbaar is.
Ter zitting heeft de consument aangevoerd geen gebruik meer te willen maken van de opvangplek bij de ondernemer. De consument meent dat er onvoldoende maatregelen zijn getroffen naar aanleiding van het voorval op 14 augustus 2025 en dat er excuses gemaakt moeten worden door de betreffende medewerker.
Het kind van de consument is inmiddels op een andere opvanglocatie geplaatst.
Dat betekent dat de consument geen spoedeisend belang meer heeft bij de behandeling van het geschil, nu deze geen gebruik meer wil maken van de opvang van de ondernemer. Daarmee ontbreekt een grondslag voor een inhoudelijke behandeling van de zaak in een verkorte procedure. Het vorenstaande betekent dat de consument niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de klacht en dat aan een inhoudelijke behandeling van de klacht niet wordt toegekomen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de consument niet-ontvankelijk in de klacht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw mr. S.A.M.F. Sjoukes, de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 22 september 2025.