Verkoopbeding van 10% overdrachtskosten vernietigd wegens onjuiste mededeling

De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Overig    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 690735/862005

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagde over nieuwe verkoopvoorwaarden bij het huren van een jaarplaats voor zijn chalet. De ondernemer wilde voortaan 10% overdrachtskosten rekenen zonder maximum. De commissie oordeelt dat deze wijziging niet op tijd en niet op de juiste manier aan de consument is meegedeeld. Daarom is het beding vernietigbaar en mag de ondernemer het niet toepassen. De klacht is gegrond.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de wijziging van de verkoopvoorwaarden bij het aangaan van een nieuw huurcontract inzake een standplaats op het terrein van de ondernemer.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer verhuurt aan de consument een jaarplaats voor een chalet. De ondernemer verandert per 1 januari 2025 eenzijdig zijn voorwaarden en wil niet in gesprek over een oplossing. De ondernemer heeft besloten om de camping in januari/februari dicht te houden, dan wel gasten alleen in de weekenden op aanvraag eventueel toe te laten. Dit, om op last van de gemeente permanente bewoning tegen te gaan. Desgevraagd geeft de gemeente aan geen last te hebben opgelegd. De consument meent daardoor dat er minder verstrekkende maatregelen mogelijk zijn om eventuele permanente bewoning tegen te gaan dan het verkorten van de verblijfsperiode.

Daarnaast zijn de verkoopvoorwaarden voor een recreatiemiddel eenzijdig aangepast ten nadele van huurders. Waar eerder een maximaal bedrag aan overdrachtskosten aan de ondernemer moesten worden betaald, is dat nu een ongelimiteerd bedrag van 10%. In vele gevallen leidt dat tot meer dan een verdubbeling van de te verwachten overdrachtskosten. De consument meent dat eenzijdige wijzigingen onredelijk zijn, en bovendien dat de voorwaarden niet van toepassing zijn op de huurovereenkomst. Voorts ontbreekt een eenzijdig wijzigingsbeding in de verkoopvoorwaarden.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken, waarvan in het
bijzonder het verweerschrift van 5 februari 2025. De inhoud daarvan dient als hier herhaald en ingelast te
worden beschouwd. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De commissie is niet bevoegd, omdat de ondernemer per 1 januari 2025 het lidmaatschap bij [naam] heeft opgezegd.

De keuze van de ondernemer om een wintersluiting in januari en februari 2025 te hanteren om permanente bewoning tegen te gaan, is toegestaan. Sterker nog, er geldt een verbod op permanente bewoning en de overheid heeft de verplichting opgelegd om sluimerende, permanente bewoning tegen te gaan.

De vordering die ziet op de wijziging van de van toepassing zijnde verkoopvoorwaarden, dient in dit geschil geen enkel belang. Een inhoudelijk oordeel hierover gaat dan ook te ver. Er is immers geen sprake van verkoop van een caravan of chalet in dit geschil. Kortom, de consument heeft hier geen procesbelang.

De wijziging in de verkoopvoorwaarden is tijdig meegedeeld aan de consument. Daarnaast heeft de consument de gelegenheid gehad om de gewijzigde verkoopvoorwaarden in te zien bij de receptie van het park. Daarmee wordt voldaan aan de terhandstelling. Uit onder meer mailberichten blijkt dat de consument kennis heeft genomen van de gewijzigde verkoopvoorwaarden. Het ondertekenen van deze verkoopvoorwaarden is wettelijk niet verplicht.

Voor het huren van een jaarplaats wordt elk jaar een nieuwe overeenkomst gesloten met een consument. Bij een nieuwe overeenkomst mogen nieuwe verkoopvoorwaarden worden overgelegd.

Juridisch kader

Boek 6 Artikel 233 (6:233 BW)

Vernietigbaar beding

Een beding in algemene voorwaarden is vernietigbaar
1.
a. indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de
voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige
omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij; of
b. indien de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de
algemene voorwaarden kennis te nemen.

Boek 6 Artikel 234 (6:234 BW)

Redelijke mogelijkheid kennisneming

1. De gebruiker heeft aan de wederpartij de in artikel 233 onder b bedoelde mogelijkheid geboden, indien hij de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand heeft gesteld, de voorwaarden overeenkomstig de in artikel 230c voorziene wijze heeft verstrekt (…)
2. De gebruiker heeft tevens aan de wederpartij de in artikel 233 onder b bedoelde mogelijkheid geboden, indien hij de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij langs elektronische weg ter beschikking heeft gesteld op een zodanige wijze dat deze door haar kunnen worden opgeslagen en voor haar toegankelijk zijn ten behoeve van latere kennisneming of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, voor de totstandkoming van de overeenkomst aan de wederpartij heeft bekend gemaakt waar van de voorwaarden langs elektronische weg kan worden kennisgenomen, alsmede dat zij op verzoek langs elektronische weg of op andere wijze zullen worden toegezonden.

De RECRON-voorwaarden luiden -voor zover thans van belang- als volgt:

Artikel 1, lid 1: (…) informatie: door de ondernemer schriftelijke of elektronisch beschikbaar gestelde gegevens op basis waarvan deze overeenkomst mede is gesloten, inzake het gebruik van de plaats, de voorzieningen en het verblijf (waaronder te verstaan onder andere deze RECRON-voorwaarden, gedragsregels, verkoopvoorwaarden (onderstreping door de commissie), bemiddelingsvoorwaarden, vereisten van onderhoud en gebruik van het kampeermiddel, bestemming van het terrein, openingstijden, regels omtrent het gebruik door derden); (…)

Artikel 2, lid 4: De ondernemer dient de informatie als bedoeld in artikel 1.1 vooraf aan het sluiten van de overeenkomst aan de recreant te verstrekken. De ondernemer maakt wijzigingen hierin steeds tijdig schriftelijk of elektronisch aan de recreant bekend. (…)

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Bevoegdheid commissie

Reeds ter zitting heeft de commissie vastgesteld en partijen meegedeeld dat zij bevoegd is het geschil te behandelen, aangezien uit een ledencheck bij [naam] is gebleken dat de ondernemer zijn lidmaatschap bij die organisatie te laat heeft opgezegd, waardoor zijn lidmaatschap doorloopt tot en met 31 december 2025. Daarnaast heeft de klacht van de consument betrekking op een periode in 2024, in welk jaar de ondernemer sowieso nog lid was van [naam]/

Omvang van het geschil

Desgevraagd heeft de gemachtigde van de consument verklaard dat het geschil nog slechts ziet op de wijziging van de verkoopvoorwaarden bij het aangaan van een nieuw huurcontract en niet meer op de wintersluiting in januari en februari 2025. Dit omdat de ondernemer in tegenstelling tot eerdere berichten heeft besloten het park ongewijzigd open te laten in die maanden.

Wijziging van de verkoopvoorwaarden bij het aangaan van een nieuw huurcontract

De wijziging van de verkoopvoorwaarden is door middel van de nieuwsbrief van 20 november 2023 gecommuniceerd met de huurders, onder wie de consument.

Volgens de ondernemer is de wijziging van de voorwaarden middels de nieuwsbrief tijdig meegedeeld aan de consument. Bovendien heeft de consument ook de mogelijkheid gehad om de gewijzigde voorwaarden in te zien bij de receptie op de camping. Daarmee wordt, aldus de ondernemer, voldaan aan de informatieplicht en de terhandstelling zoals wettelijk voorgeschreven. Desgevraagd heeft de gemachtigde van de ondernemer ter zitting verklaard dat dit bij nader inzien vreemd geredeneerd is.

De commissie is van oordeel dat de ondernemer – gelet op artikel 233, eerste lid, onder b en artikel 6:234 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede gelet op bovenstaande bepalingen in de RECRON-voorwaarden – de consument niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. De gewijzigde voorwaarden – waarbij de ondernemer onder meer heeft bepaald dat de overdrachtskosten die de consument dient te betalen aan de ondernemer, 10% van de verkoopsom bedragen zonder dat een maximum geldt aan de hoogte van die overdrachtskosten (hierna: het beding) – zijn namelijk niet ter hand gesteld aan de consument noch per e-mail aan hem toegezonden. Dat maakt dat het beding vernietigbaar is. Derhalve mag de ondernemer geen toepassing geven aan dat beding in geval de consument zijn kampeermiddel verkoopt.

De commissie is van oordeel dat de klacht reeds op grond van het voorgaande gegrond is. De overige grieven behoeven dan ook geen bespreking meer.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart de klacht gegrond.

De commissie bepaalt dat het beding vernietigd wordt.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw J. Hagedoorn, mevrouw J.M.A. van Haren, leden, op 2 juli 2025.

Print/PDF