Dat een consument een gastouder financieel wilde helpen doet niets af aan het feit dat hij daarmee de overeenkomst heeft geschonden. De overeenkomst met daarin het boetebeding is onverkort geldig.
Met de boete die de ondernemer hem in rekening heeft gebracht is de consument het niet eens. Volgens de ondernemer heeft hij binnen een jaar na de beëindiging van de overeenkomst de opvang met een door de ondernemer aangedragen gastouder voortgezet. Daarom eist de ondernemer een boete van € 2.975,–. De consument betwist dat dezelfde opvang is voortgezet. Nadat het contract was opgezegd heeft hij eerst regulier BSO afgenomen. Toen de gastouder zich meldde omdat zij een probleem met haar inkomen had, is met haar twee middagen overeengekomen.
De consument vindt de hoogte van het boetebedrag onredelijk omdat de ondernemer geen feitelijke schade heeft geleden. Bovendien is de ondernemer anderhalf jaar € 150,– per maand voor zijn diensten betaald en daarmee volgens de consument voldoende gecompenseerd voor zijn bemiddeling en gemaakte bureaukosten.
De ondernemer verwijst naar de getekende bemiddelingsovereenkomst. Daarin staat een boeteclausule van € 2.975,– als de consument binnen een jaar na beëindiging van de overeenkomst, buiten de ondernemer om, met een door hem bemiddelde gastouder verder gaat. Het boetebeding is tijdens de intake besproken en staat ook op de website van de ondernemer. Volgens de ondernemer lijdt hij wel degelijk schade. Hij investeert in de gastouders met opleiding en begeleiding.
De commissie stelt voorop dat de ondernemer vrij is in het bepalen van de hoogte van zijn bemiddelingskosten en de voorwaarden van het boetebeding. Een consument is vrij om onder deze voorwaarden al dan niet met de ondernemer in zee te gaan. Het verweer van de consument dat andere bureaus lagere tarieven hanteren doet niet ter zake.
Volgens de commissie zijn beide partijen aan de overeenkomst gebonden, tenzij het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is de consument aan het betreffende beding te houden. Het boetebeding is volgens de commissie in dit geval niet onredelijk en helder. De consument heeft zich niet aan de overeenkomst gehouden. Dat hij de gastouder met haar financiële problemen wilde helpen is hierbij niet van belang. Het schriftelijk contract is onverkort geldig. De klacht van de
consument is dan ook ongegrond.