De consument hoefde niet te verwachten dat de control moduul van de wasdroger al na ruim 3,5 jaar zou begeven. Omdat reparatie gezien de dagwaarde te duur is krijgt de consument een deel van het aankoopbedrag terug.
Ruim 3,5 jaar na de aankoop stopt een wasdroger ermee. Volgens de consument die het apparaat voor € 379,- heeft gekocht, weigert de ondernemer de oorzaak vast te stellen, de droger te laten repareren of te vervangen omdat de garantietermijn van twee jaar is verstreken en alle kosten daarom voor rekening van de consument komen. Omdat de wasdroger niet voldoet aan wat hij mocht verwachten wil de consument dat de ondernemer zijn verantwoording neemt en een kosteloze oplossing biedt. De consument ontkent ten stelligste dat de ondernemer heeft aangeboden de wasdroger door een erkende reparateur te laten onderzoeken en dat daarna zou worden bekeken hoe het met de kosten zou gaan. Gezien de gang van zaken heeft de consument geen vertrouwen meer in de ondernemer en wil hij ontbinding van de overeenkomst. Naar zijn mening heeft de ondernemer de kwestie bewust getraineerd.
De ondernemer stelt dat al bij het eerste bezoek van de consument in de winkel is aangeboden de droger te laten onderzoeken en eventueel te laten repareren door een externe (fabrieks)reparateur. Vanaf het begin is de consument verteld dat hij wegens de leeftijd van het apparaat kosten kon verwachten. Ook is bij de eerste melding een bezoek door een monteur aangeboden. Dat hoeft overigens niet kosteloos te zijn. De ondernemer ziet daarom geen reden in te gaan op het verzoek tot ontbinding, omruil of retourneren.
De door de commissie ingeschakelde deskundige concludeert dat de condensdroger niet door oververhitting, overbelasting of fout gebruik stuk is gegaan. Er is geen aanwijsbare reden. Omdat het repareren van de control moduul meer kost dan de dagwaarde van de droger adviseert hij de droger te vervangen.
De commissie wijst erop dat de droger na de garantietermijn van twee jaar kapot is gegaan. Daardoor hoeft de ondernemer in principe het apparaat niet kosteloos onder garantie te repareren. Eerst zou moeten worden vastgesteld wat het defect is en of de consument (een deel van) de reparatiekosten moet betalen. Dat de control moduul na ruim drie jaar stuk is gegaan hoefde de consument volgens de commissie niet te verwachten. Het is een elektronisch defect dat in feite losstaat van het normale gebruik/slijtage bij zo’n apparaat. Een levensduur van zes jaar ligt meer voor de hand. Daarom voldeed de droger niet aan de koopovereenkomst.
De consument heeft dan ook terecht aanspraak gemaakt op een kosteloos herstel dan wel vervanging. Reparatie ligt gezien de kosten in verhouding met de dagwaarde niet voor de hand. Daarom is het alleszins redelijk dat de overeenkomst wordt ontbonden en dat de consument een bedrag terugkrijgt gerelateerd aan de oorspronkelijke koopsom maar met een reductie als vergoeding voor het gebruik dat hij van het apparaat heeft gemaakt. De commissie stelt dit bedrag in redelijkheid en billijkheid vast op € 150,-.
Overigens vindt de commissie dat de consument in de winkel door de ondernemer aanvankelijk niet adequaat is geïnformeerd over de correcte gang van zaken als een apparaat buiten de garantietermijn maar binnen de economische levensduur defect raakt. De ondernemer had de consument erop moeten wijzen dat niet alleen eerst onderzoek nodig is maar dat afhankelijk van het gebrek wordt bekeken hoe met de kosten van dat onderzoek en van de reparatie zou moeten worden omgegaan.