Het blijft onduidelijk waarom de consument de keukenapparatuur niet heeft laten repareren maar heeft vervangen. Daarom wijst de commissie haar klacht af. Ook de klacht over het zwellen van de keukenkastjes vindt bij de commissie geen gehoor. Intrekkend vocht is de oorzaak, geen gebrek dat de ondernemer kan worden verweten.
Binnen drie jaar moet een consument de magnetron, de kookplaat en de oven van de nieuwe keuken vervangen omdat ze stuk zijn gegaan. Al anderhalf jaar daarvoor heeft ze een klacht over de apparatuur bij de ondernemer ingediend. De consument meent dat keukenapparatuur langer dan twee tot drie jaar moet werken. De ondernemer verwijst haar echter naar de fabrikant.
Dat is niet het enige probleem. De keukenkastjes splijten. De ondernemer neemt deze klacht niet in behandeling omdat ze volgens hem door onzorgvuldig gebruik zijn gaan splijten. De consument bestrijdt dat. Ze zet bij het koken de afzuiger aan en het mechanische afzuigsysteem in haar huis staat altijd aan. De consument neemt de kastjes met een licht vochtige doek af, zoals beschreven in het onderhoudsboekje. Ze heeft de keukenapparatuur inmiddels zelf vervangen maar wil dat de ondernemer de keukenkastjes vervangt en haar klacht serieus neemt.
Volgens de ondernemer vallen de klachten niet onder de garantie omdat ze door een onjuist gebruik van de keuken zijn ontstaan. De kasten zijn gaan splijten door overtollig vocht/vet dat bij het koken vrijkomt en niet meteen is verwijderd. Daardoor zet het hout uit. Als de folie loslaat als gevolg van een fabricagefout zet het hout niet uit.
Voor de deskundige die de commissie heeft ingeschakeld blijft het onduidelijk waarom de magnetron en de keramische kookplaat niet zijn gerepareerd maar vervangen. De wandkasten boven de kookplaat zwellen aan de zijkanten. Vochtinwerking is volgens de deskundige de oorzaak. Dat geldt ook voor de bodem van de spoelkast.
Wat betreft de klachten over de apparatuur merkt de commissie op dat het gebruikelijk is dat de consument om praktische redenen naar de serviceafdeling van de fabrikant wordt verwezen. Dat is de aangewezen partij om klachten te beoordelen en storingen op te lossen. Als dat niet leidt tot een acceptabele oplossing moet de consument zich weer tot de keukenondernemer wenden, omdat deze zijn wederpartij is en in die zin aansprakelijk is voor de levering van een goed product. Voorts moet de consument de keukenondernemer in de gelegenheid stellen de klachten naar behoren op te lossen.
De consument stelt dat zij haar klachten over de apparatuur bij de ondernemer heeft gemeld en de fabrikant haar klachten heeft afgewezen. Vervolgens heeft zij vele malen met de ondernemer gebeld en uiteindelijk de apparaten vervangen. Vier jaar later legt zij de klacht aan de commissie voor. De commissie kan deze klacht niet meer beoordelen, al was het alleen maar omdat de apparaten er niet meer zijn. Voorts kan de commissie niet vaststellen dat de consument heeft voldaan aan haar verplichting de ondernemer in de gelegenheid te stellen de klachten naar behoren op te lossen.
Zij stelt steeds mondeling en telefonisch met de ondernemer te hebben gecommuniceerd en heeft geen steekhoudend bewijs geleverd hoe en wanneer zij de ondernemer op de klachten heeft aangesproken. De commissie wijst derhalve de klachten over de apparatuur af.
De conclusie van de deskundige dat de keukenkasten door vochtinwerking en niet door een toewijsbaar gebrek zijn gaan zwellen neemt de commissie over. De schade is in het gebruik ontstaan en betreft niet een aan de ondernemer toewijsbaar gebrek aan de keukenmeubelen. Ook deze klacht is ongegrond.