Volgens eigen zeggen zou de makelaar excellente dienstverlening leveren als tegenprestatie voor de 2% courtage. Ondanks de verkoop binnen drie maanden en redelijke prijs, is hiervan volgens de consument geen sprake en deze weigert de courtage te betalen. De commissie vindt dat de makelaar zich voldoende heeft ingespannen gezien het goede resultaat. De verwachtingen van de consument zijn niet te vertalen in concrete prestaties die van de makelaar te verwachten zijn. Bovendien heeft de consument in de verkoopperiode zijn onvrede niet geuit. De consument moet de courtage volgens contract betalen.
Een consument is niet tevreden over de manier waarop de makelaar zijn bemiddelingsopdracht heeft uitgevoerd en over de courtage die in rekening is gebracht. Daarom betaalt hij een bedrag van € 9.438,– niet en deponeert dat bij de commissie. Hij gaf zijn woning bij de makelaar in verkoop voor een vraagprijs van € 795.000,– en betaalde de opstartkosten van € 3.760,–. Als courtage werd 2% overeengekomen. De consument vond dat fors, maar de ondernemer beloofde excellente dienstverlening. De woning werd drie maanden later voor € 780.000,– verkocht.
Ondanks de snelle verkoop en de redelijke prijs is de consument niet tevreden over de dienstverlening van de makelaar. Zo stond in de advertentie een vraagprijs van € 799.000,– in plaats van € 795.000,– en stonden op Funda een verkeerde foto en een verkeerde tekst. Dat werd na opmerkingen hierover van de consument hersteld.
Ook meent de consument dat de makelaar in zijn inspanningsverplichting tekort is geschoten. Zijn prestatie was niet beter dan die van een ‘gemiddelde’ makelaar en zeker niet de excellente dienstverlening waarop hij zich liet voorstaan. De website van de makelaar was moeilijk te benaderen en van de onderhandelingsvaardigheden waarover hij zo hoog opgaf was niets te merken. Zo stelde hij een verkoopprijs voor gelegen tussen de vraagprijs en een bod op het huis. Volgens de consument kan iedereen dat verzinnen en was dat bedrag ook veel te laag. Uiteindelijk werd na een door de consument opgegeven nieuwe vraagprijs van € 787.000,– het huis voor € 780.000,– inclusief roerende goederen verkocht.
Het toegezegde uitgebreide verkoopdossier heeft de consument nooit gezien en zonder overleg werd in de koopovereenkomst voor roerende goederen € 3.000,– opgenomen. Ook verwijt de consument de makelaar dat deze onvoldoende proactief is opgetreden toen de deadline voor de bankgarantie naderde. Deze is enkele dagen te laat afgegeven. Voorts maakte de makelaar het onmogelijk met de koper over de verschillende roerende zaken te onderhandelen. Daarom wil de consument korting op de courtage.
Afgezien van de kwestie inzake de Funda-advertentie die direct is opgepakt stelt de makelaar dat de consument nooit van enige onvrede blijk heeft gegeven. Pas na de ontvangst van de courtagenota is hij bezwaren gaan maken. De makelaar bestrijdt dat hij tekort is geschoten. Er is snel en voor een goede prijs verkocht. Daarom maakt hij aanspraak op de volledige courtage. Om van zijn klacht af te zien is de consument aangeboden de kosten van de Funda-advertentie te crediteren. Het bod van de koper was inclusief de roerende goederen. Dat is dan een gegeven waarmee verder moet worden gewerkt.
De commissie wijst erop dat de verplichting van een makelaar veelal als een inspanningsverplichting wordt gekwalificeerd en niet als een resultaatsverplichting. Echter, als een goed resultaat is verkregen vormt dat een aanwijzing dat de makelaar zich voldoende heeft ingespannen. Die situatie doet zich volgens de commissie ook in dit geval voor. De door de consument geschetste tekortkomingen zijn hooguit schoonheidsfouten. Dat de consument een veel meer dan gemiddeld presteren verlangde is nauwelijks te objectiveren en te vertalen in concrete prestaties die van de makelaar mogen worden verwacht.
Belangrijker is het volgens de commissie dat de consument contractueel de overeengekomen courtage moet betalen, ook al is die – zeker in samenhang met de opstartkosten – bepaald fors. Dit is slechts anders indien de bemiddelingsovereenkomst wegens een toerekenbare tekortkoming geheel of ten dele zou worden ontbonden. De consument had de makelaar daarvoor in gebreke moeten stellen, maar dat heeft hij nooit gedaan. Hij heeft zelfs niet in mildere bewoordingen zijn misnoegen geuit, behalve in de kwestie van de Funda-advertentie die kennelijk tot tevredenheid is opgelost. Nergens blijkt ook uit dat de consument enig nadeel heeft geleden. Daarom is zijn klacht ongegrond. Het depotbedrag wordt aan de ondernemer uitbetaald.