
Commissie: Afbouw
Categorie: Non conformiteit
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
203781/208125
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument kocht een gietvloer van de ondernemer, welke ook door de ondernemer is gelegd. De consument klaagt over de afwerking van de vloer. De ondernemer heeft een schikkingsvoorstel gedaan, maar heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd. Dat maakt dat de vordering van de consument niet is betwist, zodat deze vaststaat. De klacht is gegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Afbouw (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 21 juli 2023 te Den Haag.
De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de kwaliteit van (de afwerking van) de door de ondernemer gelegde gietvloer.
De consument heeft een bedrag van € 530,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument beklaagt zich over de slordige afwerking van een gietvloer. Gekozen is voor plintloos naar aanleiding van een voorbeeld in de showroom. Op basis van foto’s van het resultaat is toegezegd een schilder te vergoeden om dit op te lossen. Omdat ik twijfelde of deze oplossing toereikend is (witte verf over donkergrijze gietvloer), is een bezoek gebracht en nu weigeren ze verdere medewerking. Het betreft een vrij kostbare gietvloer (€ 5.500,–) en om dan zelf het hele appartement op te knieën langs te moeten gaan of een schilder te vergoeden.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd anders dan een schikkingsvoorstel.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De ondernemer heeft geen verweer gevoerd tegen de stellingen van de ondernemer en de door haar ingestelde vorderingen. De ondernemer heeft zich beperkt tot het schikkingsvoorstel van 22 juni 2022.
Nu de ondernemer geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de stellingen en vorderingen van de consument, die de commissie niet ongegrond of onredelijk voorkomen, moet van de stellingen van de consument worden uitgegaan.
Op grond van het vorenstaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
De door de commissie benoemde deskundige heeft de herstelkosten begroot op circa € 500,–, wat evenmin door de ondernemer is weersproken.
De commissie zal de door de door de consument verlangde vergoeding van € 530,– toewijzen, aangezien dit bedrag door de ondernemer niet is weersproken en het binnen de marge ligt van de door de deskundige begrote herstelkosten. De commissie zal de ondernemer hiernaast verplichten tot vergoeding van het door de consument betaalde klachtengeld.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer dient binnen 14 dagen na de verzenddatum van dit bindend advies aan de consument te vergoeden een bedrag van € 530,-.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag dient aan de consument te worden terugbetaald.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, de heer mr. B.C. Westenbroek, mevrouw mr. W. van den Berg, leden, op 21 juli 2023.