5 weken aanzegging ontbreekt – 1

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid    Jaartal: 2012
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 20614 (ENE08-1735)

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de eindnota van de ondernemer van 25 juni 2008 voor de levering van elektriciteit en gas ten bedrage van € 772,81.

Standpunt van partijen omtrent de ontvankelijkverklaring

De ondernemer stelt zich allereerst op het standpunt dat hij de consument al heeft laten dagvaarden voor de burgerlijke rechter waardoor de commissie niet tot een inhoudelijke beoordeling van de zaak kan overgaan en de consument niet-ontvankelijk dient te verklaren. Verder stelt de ondernemer zich op het standpunt dat de consument nooit een officiële klacht heeft ingediend bij de ondernemer zodat hij ook niet in staat is geweest om met de consument tot een oplossing te komen. Ook dat vormt volgens de ondernemer een reden dat de consument niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn klacht. De consument stelt evenwel dat zij zowel telefonisch als per aangetekende post haar klacht bij de ondernemer heeft neergelegd en niet met de ondernemer tot een oplossing is geraakt alvorens zij haar klacht ultimo augustus 2008 bij de commissie heeft ingediend.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Uit de stukken blijkt dat de klacht van de consument op 3 september 2008 is ingediend (ontvangen) bij de commissie, dat de commissie op 31 december 2008 de ondernemer daarvan in kennis heeft gesteld (en om verweer heeft verzocht) en dat de ondernemer op 5 februari 2009 een dagvaarding heeft laten betekenen aan het adres van consument. In de tussen partijen overeengekomen en toepasselijke algemene voorwaarden 2006 (voor de levering van elektriciteit en gas aan kleinverbruikers) is in artikel 18 lid 2 onder meer bepaald dat een klacht door een contractant aan de geschillencommissie kan worden voorgelegd, terwijl uit artikel 18 lid 3 volgt dat wanneer de contractant een geschil voorlegt aan de geschillencommissie de leverancier aan die keuze is gebonden. In artikel 18 lid 4 is verder bepaald dat wanneer de leverancier een geschil behandeld wil zien, hij de contractant schriftelijk voorstelt het geschil te laten behandelen door de geschillencommissie en dat de leverancier daarbij aankondigt dat hij het geschil aanhangig zal maken bij de bevoegde rechter als de contractant niet binnen vijf weken schriftelijk laat weten in te stemmen met de behandeling van het geschil door de geschillencommissie. In artikel 18 lid 5 is ten slotte bepaald dat de geschillencommissie uitspraak doet onder de voorwaarden zoals deze zijn vastgesteld in het reglement geschillencommissie energie en water. In dat reglement is in artikel 6 lid 1 sub b neergelegd dat de commissie op verzoek van de ondernemer de consument in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaart indien de ondernemer aan de consument een termijn van vijf weken heeft gegeven om het geschil bij de commissie aanhangig te maken en de consument van die mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt en dat de ondernemer daarbij dient aan te kondigen dat hij na het verstrijken van voornoemde termijn zich vrij zal achten het geschil aan de gewone rechter voor te leggen.

Uit de stukken is gebleken dat de consument de klacht aan de geschillencommissie heeft voorgelegd (artikel 18 lid 2 av) en dat de leverancier aan die keuze is gebonden (artikel 18 lid 3 av). Verder is uit niets gebleken dat de ondernemer ingevolge artikel 18 lid 4 av juncto artikel 6 van het reglement de consument een termijn van vijf weken heeft gegund om een geschil bij de commissie aanhangig te maken alvorens de ondernemer na het ongebruikt verstrijken van die termijn het geschil aan de burgerlijke rechter voor kan leggen. Aldus volgt uit zowel de algemene voorwaarden als uit het reglement dat het standpunt van de ondernemer faalt en de consument ontvankelijk is in haar klacht.

Verder blijkt uit de zich in het dossier bevindende stukken (onder meer een brief van de consument aan de ondernemer van 14 juli 2008) dat de consument zowel mondeling als schriftelijk haar klacht voor de indiening van haar klacht bij de commissie aan de ondernemer heeft voorgelegd en dat partijen er toen niet zijn uitgekomen. De stelling van de ondernemer dat de consument nooit een officiële klacht heeft ingediend vindt derhalve geen steun in de overgelegde stukken. Aldus heeft de consument overeenkomstig het reglement van de commissie allereerst bij de ondernemer haar klacht ingediend en pas nadien de klacht bij de commissie aanhangig gemaakt zodat de consument ook in dat opzicht ontvankelijk is in haar klacht.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De consument wordt in haar klacht ontvankelijk verklaard.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 10 juni 2009.