Cliënt niet tevreden over handelen advocaat tijdens het proces

De Geschillencommissie




Commissie: Advocatuur    Categorie: disfunctioneren advocaat / schadevergoeding/ dienstverlening    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 233210/244638

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De uitspraak betreft een overeenkomst van dienstverlening tussen de cliënt en advocaat. De cliënt had zich tot de advocaat gewend vanwege schade aan zijn dak. Vanwege de bouwkundige aard van de zaak, heeft de advocaat een kantoorgenoot met meer kennis ingeschakeld. Hierop is er een negatief haalbaarheidsrapport naar de rechtsbijstandverzekeraar gestuurd. Deze is alsnog goedgekeurd, waarna de zaak alsnog is voortgezet. De cliënt stelt zich op het standpunt dat dit onnodig veel geld heeft gekost. Gedurende de rest van het proces, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep, is de cliënt niet tevreden over de slagvaardigheid van de advocaat. Hierdoor zou de rechtbank en het gerechtshof een negatief oordeel hebben geveld. De advocaat stelt dat hem niks te verwijten valt met betrekking tot enige schade die de cliënt heeft geleden. Tot aan het hoger beroep staat de advocaat nog steeds achter de processtrategie. Voor eventuele cassatie heeft de advocaat de cliënt op alternatieve oplossingen gewezen.

Wat is de beslissing?

De commissie acht het optreden van de advocaat niet als verwijtbaar. Zo zijn de uren die de rechtsbijstandverzekering van cliënt hebben overschreden, voor de haalbaarheidsrapportage, niet in rekening gebracht. Ook is er hier sprake van een inspanningsverplichting. Deze verplichting is volgens de commissie niet verzaakt. De cliënt heeft in deze dus niet aannemelijk gemaakt dat de advocaat en kantoorgenoot niet hebben gehandeld zoals van een redelijk handelende advocaat mag worden verwacht.

De uitspraak

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Advocatuur (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht. De cliënt was fysiek ter zitting aanwezig. Namens het kantoor zijn digitaal verschenen; de advocaat

 

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de kwaliteit van de dienstverlening en de wijze van klachtafhandeling door het kantoor, alsmede de schade die de cliënt stelt te hebben geleden door toedoen van het kantoor.

Standpunt van de cliënt

Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënt heeft zich tot het kantoor gewend in verband met schade aan het dak van zijn voormalige woning. Naar zijn mening betrof het een eenvoudige zaak. Het intakegesprek werd gevoerd door een advocaat, die is gespecialiseerd in bouwzaken (hierna te noemen: de kantoorgenoot). Hij vertelde dat hij samen met de advocaat de belangen van de cliënt zou gaan behartigen.

De praktijk was echter dat de advocaat de zaak alleen behandelde. Deze heeft, zonder kennisgeving aan de cliënt en zonder dat de rechtsbijstandsverzekeraar van de cliënt om een haalbaarheidsadvies had gevraagd, een negatief advies gestuurd naar de rechtsbijstandsverzekeraar. Dit heeft onnodig veel tijd, energie en geld gekost. Naar aanleiding van bezwaar van de cliënt is het negatieve advies vervolgens teruggedraaid en is de behandeling van de zaak voortgezet.
De advocaat bleek steeds niet opgewassen tegen de assertiviteit en de agressiviteit waarvan de wederpartij zich bediende. Telkens weer liet hij zich verleiden om in, vaak financiële, details te verzanden, terwijl de primaire feiten niet of nauwelijks door hem werden benoemd.

Op de zitting bij de rechtbank heeft de advocaat een stille en defensieve houding aangenomen. De rechtbank heeft een voor de cliënt negatief vonnis gewezen. Daartegen is hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting bij het hof bleven opnieuw de benodigde en afgesproken hardheid en assertiviteit achterwege, In de door de advocaat genomen akte ging hij onvoldoende in op de feiten. Het hof heeft geoordeeld dat de schade onvoldoende was onderbouwd en heeft de vordering van de cliënt ook afgewezen.

Het kantoor heeft geen cassatieadvocaten. De cliënt had geen geld meer om cassatie door een ander kantoor te laten instellen. Bovendien is de cliënt uit informatie die hijzelf bij het hof heeft ingewonnen gebleken dat hij herroeping van het arrest van het hof had kunnen vragen vanwege nieuw bewijs. Het kantoor heeft hem niet op die mogelijkheid gewezen.

Als het kantoor zich aan haar woord had gehouden en de zaak door de advocaat en de kantoorgenoot de zaak voortvarender aangepakt zou zijn, zou er helemaal geen cassatie nodig zijn geweest gezien de eenvoud van de zaak.

De cliënt voelt zich misleid door het kantoor; de advocaat bleek niet deskundig op bouwgebied en is
– ondanks de toezegging daartoe in het intakegesprek – onvoldoende begeleid door de kantoorgenoot. De advocaat heeft een verkeerde strategie gekozen. Van belang was namelijk niet of de cliënt een lagere prijs voor zijn woning zou krijgen vanwege de extra kosten voor herstel van het dak; de vraag had van meet af aan dienen te zijn of de aannemer tekort was geschoten in de uitvoering van zijn werk. Naar aanleiding van het disfunctioneren van de advocaat heeft de procedure onnodig lang geduurd en draait de cliënt op voor de extra kosten.

De cliënt verwijt de advocaat dat hij:
– een kanjer van een fout heeft gemaakt door de rechtsbijstandsverzekeraar een negatief haalbaarheidsrapport te sturen;
– geen processtrategie, eigen initiatief, assertiviteit en scherpheid had;
– niet slagvaardig was;
– geen verstand had van bouwkundige zaken;
– niet eens ter plekke op het dak heeft gekeken; en
– gemaakte fouten glashard heeft ontkend.

De cliënt heeft herhaaldelijk bij de directie van het kantoor geklaagd over het disfunctioneren van de advocaat. Hij is niet tevreden over de interne klachtenprocedure en heeft hiertegen de volgende bezwaren:
– slager keurt zijn eigen vlees;
– misleidende informatie op de website en in de klachtenregeling;
– er wordt geen oplossing geboden;
– klachten worden niet serieus genomen, maar gepareerd; en
– de cliënt is afgescheept met de gang naar de commissie.

Door het falen van het kantoor loopt de cliënt een schade van het dak mis ad. € 42.000,–. Verder heeft hij uit het budget van de rechtsbijstandsverzekeraar € 5.300,– voor het ongevraagde advies moeten betalen, waardoor hij geen budget meer heeft om in cassatie te kunnen gaan. Ook heeft hij zelf 20 uur (à
€ 87,50) moeten besteden aan het schrijven van reacties en het bespreken van gemaakte fouten.

De cliënt verzoekt de commissie hem een schadevergoeding van € 25.000,– (het maximum bij de commissie) toe te kennen.

 

Standpunt van het kantoor

Voor het standpunt van het kantoor verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Het kantoor heeft de zaak overgenomen van een andere advocaat. De zaak stond voor mondelinge behandeling bij de rechtbank. Van meet af aan is afgesproken dat de advocaat de procedure zou behandelen en dat de kantoorgenoot zou meekijken en begeleiden. Alle stappen in de procedure heeft de advocaat ook afgestemd met de kantoorgenoot.

Het ging om een complexe zaak, waarvoor de cliënt verzekerd was bij zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Afgesproken is dat het kantoor de procedure – zowel in eerste aanleg als in eventueel hoger beroep – zou behandelen voor het resterende budget bij de rechtsbijstandsverzekeraar van ongeveer € 20.000,–.

Als eerste diende de advocaat de kans van slagen van de zaak te beoordelen, omdat een zaak door de rechtsbijstandsverzekeraar niet mag worden behandeld als er geen redelijke kans van slagen is. De advocaat heeft alle (omvangrijke) stukken van de zaak doorgenomen en in eerste instantie geoordeeld dat er geen redelijke kans van slagen was. Aan de hand van een nadere toelichting door de cliënt en bestudering van enkele punten uit het dossier, kwam de advocaat later tot de conclusie dat er mogelijk wel een kans van slagen was. Het kantoor heeft de uren vanaf de eerste beoordeling tot en met de tweede aangepaste beoordeling niet in rekening gebracht.

Vervolgens is de procedure bij de rechtbank doorlopen. Helaas werden de vorderingen van de cliënt afgewezen. De advocaat was van mening dat een hoger beroep kans van slagen had. In de hoger beroepsprocedure is na het indienen van de appeldagvaarding een comparitie gelast. Deze verliep niet positief. Vervolgens hebben de advocaat en de kantoorgenoot een bespreking met de cliënt gehad over de strategie, te weten het nemen van nog een akte. De cliënt heeft ingestemd met de akte en de advocaat staat nog steeds achter de inhoud daarvan. Helaas heeft het hoger beroep niet tot een positief resultaat geleid.

Naar aanleiding van het arrest van het Hof heeft een bespreking plaatsgevonden tussen de cliënt enerzijds en de advocaat en de kantoorgenoot anderzijds. De cliënt is gewezen op de mogelijkheid van cassatie. De cliënt heeft de advocaat en de kantoorgenoot gevraagd naar alternatieve oplossingen. Voordat de advocaat en zijn kantoorgenoot dit intern hebben kunnen bespreken, had de cliënt een klacht ingediend. Daarom heeft de klachtenfunctionaris de behandeling overgenomen. De klacht en de toelichting daarop heeft het bestuur van het kantoor als niet terecht bestempeld.

De advocaat is van mening dat hem niets te verwijten valt. Er is bovendien geen causaal verband tussen het handelen van de advocaat en de schade die de cliënt stelt te hebben geleden. De beoordeling van de kans van slagen heeft in het geheel geen invloed gehad op het verloop van de zaak, laat staan dat het enig verband houdt met de uitspraak van de rechtbank en het hof. Er is ook geen causaal verband tussen het functioneren van de advocaat en de uitspraken van de rechtbank en het Hof.

De advocaat heeft op geen enkele wijze bijgedragen aan het ontstaan van de schade aan het dak. Er is daarom ook geen reden dat het kantoor deze kosten zou moeten vergoeden. Dat het Hof de schadevergoedingsvordering heeft afgewezen, is niet aan de advocaat dan wel aan het kantoor te wijten.
Er is voorts geen grondslag om de uren die de cliënt zelf heeft gemaakt, vergoed te krijgen. Het kantoor heeft het resterende budget van de rechtsbijstandsverzekeraar ruimschoots overschreden qua aantal uren. Daarin is het kantoor de cliënt derhalve reeds tegemoetgekomen.

Naar aanleiding van de klacht die de cliënt bij de commissie heeft ingediend, heeft het kantoor een poging gedaan om alsnog te schikken. Helaas heeft de cliënt van het aanbod van het kantoor geen gebruik gemaakt. Het kantoor verzoekt de klacht van de client ongegrond te verklaren en zijn verzoeken af te wijzen.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de advocaat, de kantoorgenoot en/of het kantoor hanteert dat deze heeft/hebben gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat.

De cliënt verwijt de advocaat en de kantoorgenoot disfunctioneren. De commissie treft in de overgelegde stukken en in hetgeen bij de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, geen gronden of aanwijzingen aan voor dit door het kantoor gemotiveerd weersproken verwijt. Het verwijt van de cliënt vindt geen steun in de overgelegde stukken.

De commissie merkt op dat een advocaat bij de behandeling van een zaak de leiding dient te nemen en vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid en deskundigheid kan bepalen hoe de belangen van zijn cliënt het beste worden gediend. Dat de advocaat heeft gemeend de kans van slagen van een procedure te moeten beoordelen, getuigt naar het oordeel van de commissie niet van een onjuiste taakopvatting. Bovendien heeft het kantoor genoegzaam aangetoond dat de uren voor deze beoordeling (en de aangepaste beoordeling) uiteindelijk niet in rekening zijn gebracht.

De commissie overweegt verder dat bij de uitvoering van de opdracht sprake is van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverbintenis. De prestatie bestond niet in het behalen van een bepaald resultaat, maar bestond daaruit dat de advocaat en de kantoorgenoot zich daarvoor dienden in te spannen. Het is de commissie niet gebleken dat de advocaat en/of de kantoorgenoot hun inspanningsverplichting niet correct of onvoldoende zijn nagekomen. De commissie kan niet vaststellen dat de advocaat een verkeerde strategie heeft gekozen noch dat de rechtbank en het hof door toedoen van de advocaat voor de cliënt negatieve en teleurstellende beslissingen hebben genomen; de cliënt heeft dit onvoldoende aangetoond, althans aannemelijk gemaakt.

De commissie kan op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting ook niet vaststellen dat de uitvoering van de opdracht en de kwaliteit van de dienstverlening in het algemeen onvoldoende zijn geweest. Niet is komen vast te staan dat de advocaat en/of de kantoorgenoot is/zijn tekortgeschoten in zijn/hun werkzaamheden.

Voor wat betreft het instellen van cassatie heeft de advocaat ter zitting desgevraagd verklaard dat hij de cliënt op deze mogelijkheid heeft gewezen en hem heeft verwezen naar de vereniging van civiele cassatieadvocaten. De commissie stelt vast dat dit ook is gedaan in de e-mail van de klachtenfunctionaris van 20 september 2023. Wat daar ook van zij, tot het instellen van cassatie is het naar zeggen van de cliënt niet gekomen, omdat daarvoor vanuit de rechtsbijstandsverzekering van de cliënt geen budget meer beschikbaar was. Het is de commissie niet gebleken dat dit budget door de advocaat en/of de kantoorgenoot op oneigenlijke wijze is opgesoupeerd. Het kantoor heeft bovendien onweersproken gesteld dat het budget ruimschoots is overschreden qua aantal uren.

De cliënt heeft de declaraties van het kantoor ook niet inhoudelijk betwist; hij heeft geen concrete bezwaren geuit tegen de gedeclareerde werkzaamheden.

De commissie is tot slot niet gebleken van een ondeugdelijke klachtafhandeling of misleiding door het kantoor, zoals door de cliënt gesteld. Naar het oordeel van de commissie heeft het kantoor genoegzaam aangetoond, dat de klachten van de cliënt wel degelijk serieus zijn genomen.

Het geheel overziende, is de commissie van oordeel dat niet de conclusie kan worden getrokken dat de advocaat, de kantoorgenoot en/of het kantoor niet heeft/hebben gehandeld zoals mag worden verwacht van een redelijk bekwame en een redelijk handelende advocaat. De klacht van de cliënt is dan ook ongegrond.
Van schade door toedoen door de advocaat is de commissie niet gebleken. Het kantoor kan dan ook niet aansprakelijk worden gehouden voor de door de cliënt opgevoerde schadeposten.

Nu de klacht van de cliënt ongegrond wordt verklaard, blijft het klachtengeld voor rekening van de cliënt.

Hetgeen partijen ieder voor zich verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft geen verdere bespreking, nu dat niet tot een ander oordeel kan leiden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart van de cliënt ongegrond en wijst het door hem verzochte af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Advocatuur, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer mr. I.L. Haverkate en de heer H.W. Zuur, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. drs. I.M. van Trier, secretaris, op 12 maart 2024.