De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Betaling    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 649584/934936

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Een consument klaagde bij de Geschillencommissie Recreatie over de annulering van zijn reservering en een vermeende privacy schending. De ondernemer had de reservering geannuleerd omdat de betaling niet via de juiste link was gedaan en daardoor te laat zichtbaar werd. De commissie stelde vast dat de consument wel tijdig had betaald en verklaarde dit klachtonderdeel gegrond. Tijdens de zitting bood de ondernemer een giftcard van €200 aan, wat door de commissie als passende compensatie werd vastgesteld. Daarnaast moet de ondernemer €52,50 klachtengeld vergoeden. De klacht over privacy schending werd ongegrond verklaard, omdat het gebruik van persoonsgegevens voor een nieuwe boeking niet als schending werd aangemerkt.

De volledige uitspraak

BINDEND ADVIES
Geschillencommissie Recreatie

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de door de ondernemer gedane annulering van de reservering die de consument bij hem heeft gemaakt. Daarnaast heeft de consument zich erover beklaagd dat de ondernemer zijn privacy heeft geschonden.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De klacht gaat over het eenzijdig annuleren door de ondernemer van een door mij gemaakte reservering. Als reden wordt niet-betalen aangevoerd, terwijl de ondernemer in antwoord op mijn ingediende klacht zelf aangeeft dat er wel betaald is. Bovendien heeft de ondernemer inbreuk gemaakt op mijn privacy door zonder toestemming gebruik te maken van mijn persoonsgegevens voor het maken van een nieuwe boeking waar ik niet om heb gevraagd.

De consument verlangt een compensatie voor het feit dat zijn vakantie niet is doorgegaan en voor de schending van zijn privacy.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken, waarvan in het bijzonder het verweerschrift van 18 maart 2025. De inhoud daarvan dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer vindt het jammer dat de consument zich niet kan vinden in de behandeling van zijn klacht en het gedane aanbod. Wel wil de ondernemer hierbij laten weten dat de interne procedure met betrekking tot een annulering bij niet tijdig ontvangst van handmatige betalingen, waarbij betaling door een gast wel tijdig is geïnitieerd, onder de loep is genomen en er in voorkomende gevallen anders gehandeld zal worden.

Desondanks is de ondernemer van mening dat de consument een passend aanbod is gedaan, dat in verhouding staat tot zijn klacht.

De ondernemer heeft een [giftcard] ter waarde van € 100,- aangeboden, alsmede vergoeding van het klachtengeld.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer heeft de reservering van de consument geannuleerd om reden dat de betaling niet op tijd zou zijn gedaan, dit omdat de consument de betaling niet via de daartoe geëigende button/link heeft gedaan, maar via een bankoverschrijving.

Voor de commissie is komen vast te staan dat de consument de betaling wel tijdig heeft gedaan, maar dat de verwerking dermate lang heeft geduurd, dat de betaling pas na de door de ondernemer gestelde uiterste betaaldatum zichtbaar is geworden. De ondernemer heeft dat overigens erkend en in dat kader de commissie laten weten dat de interne procedure met betrekking tot een niet-tijdige ontvangst van handmatige betalingen, waarbij betaling door een gast wel tijdig is geïnitieerd, onder de loep is genomen en dat er in voorkomende gevallen anders gehandeld zal worden.

De vertegenwoordiger van de ondernemer heeft de consument tijdens de zitting een beter aanbod gedaan, te weten een [giftcard] ter waarde van € 200,-. Compensatie door middel van tegoedbonnen/giftcards wordt in beginsel niet geaccepteerd door de commissie, maar in dit geval heeft de consument expliciet aangegeven daar geen bezwaar tegen te hebben.

Nu de ondernemer de klacht heeft erkend, zal de commissie dit klachtonderdeel gegrond verklaren en bepalen dat de ondernemer de consument een compensatie verschuldigd is in de vorm van een [giftcard] ter waarde van € 200,-.

Met betrekking tot de klacht inzake de privacy schending merkt de commissie op dat de consument voor de initiële boeking zijn persoonsgegevens aan de ondernemer heeft verstrekt. Evident is dat de ondernemer er ten onrechte toe over is gegaan om een nieuwe boeking te doen voor de consument zonder dat hij daar om gevraagd heeft. Niet valt in te zien echter dat de ondernemer daarmee de privacy van de consument heeft geschonden. Dit klachtonderdeel zal dan ook ongegrond worden verklaard.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart gegrond het klachtonderdeel dat ziet op de annulering van de reservering door de ondernemer. De commissie verklaart de klacht inzake de privacy schending ongegrond.

De commissie bepaalt dat de ondernemer de consument een compensatie verschuldigd is in de vorm van een [giftcard] ter waarde van € 200,–. Deze giftcard dient de ondernemer binnen een termijn van 14 dagen na de verzenddatum van dit bindend advies aan de consument te mailen dan wel per post te sturen.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, de heer P.W.M. Meijkamp, mevrouw mr. J.M. Huijsman- Hartkamp, leden, op 24 april 2025.

De uitspraak die de commissie heeft gedaan, is bindend voor beide partijen en vormt het sluitstuk van de procedure. De commissie kent geen mogelijkheid om tegen de uitspraak in beroep te gaan of deze te herzien. Ook niet in het geval van nieuwe feiten of argumenten. U kunt wel binnen 2 maanden na de verzenddatum van de uitspraak aan de burgerlijke rechter vragen de uitspraak te vernietigen. De andere partij heeft die mogelijkheid ook.
De rechter kan de uitspraak vernietigen als hij vindt dat de uitspraak onaanvaardbaar is; inhoudelijk of door de wijze van totstandkoming. Wanneer de uitspraak niet binnen 2 maanden door een van de partijen aan de burgerlijke rechter is voorgelegd door dagvaarding van de andere partij, kan de uitspraak niet meer ongedaan gemaakt worden.

 

Print/PDF