Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: Aanbod
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
INS08-0071
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op een cv-installatie. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Het geschil betreft twee rekeningen van de ondernemer. Bij de reparatie op 6 oktober 2007 brengen zij € 35,– exclusief BTW in rekening voor monteurkosten 40 minuten arbeid. Bij de reparatie op 2 maart 2008 brengen zij € 120,– exclusief BTW in rekening voor monteurkosten ook voor 40 minuten arbeid. Beide reparaties zijn in het weekend uitgevoerd. Waarom dit grote verschil? Volgens de eigenaar van de onderneming is de reparatie zo duur omdat de tijd dat de monteur van zijn naar mijn huis reed ook in rekening is gebracht. Dit is onterecht. Immers, volgens het afgesloten serviceabonnement zouden er geen voorrijdkosten in rekening gebracht mogen worden bij reparaties. Dit is bevestigd door de monteur van de reparatie van 6 oktober 2007. De ketel van achtenhalf jaar oud vertoont vanaf 16 juli 2007 veel gebreken. Hierdoor word ik op kosten gejaagd voor de vele reparaties. Heeft de ondernemer wel een deugdelijk product geleverd? Is het gebruikelijk dat een cv-ketel binnen zo’n periode ineens veel gebreken vertoont? Ook zaten er meer reparaties aan te komen volgens de monteur en de fabrikant levert geen onderdelen meer. Kortom ik kan beter een nieuwe cv-ketel kopen. Iets waar ik in het geheel niet op gerekend heb. De consument verlangt een vergoeding van € 626,–. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Op zaterdag 6 oktober 2007 heeft een van onze servicemonteurs een storing verholpen bij de consument. Deze storing betrof een defect aan de hoofdprint van [de verwarmingsketel]. Daar het hier een duur onderdeel betreft heeft de monteur een coulanceregeling toegepast, in plaats van het normale tarief in het weekend zijn minimum bezoekskosten voor normale werkdagen toegepast. Voor storingen in het weekeinde geldt een uurtarief van € 60,– exclusief BTW per gewerkt uur of een gedeelte hiervan, tijdens normale werkdagen is dit tarief € 50,– exclusief BTW met een minimum van € 35,–. Op zondag 2 maart 2008 heeft een van onze servicemonteurs een storing verholpen bij de consument. Deze storing betrof een lekkage van [de verwarmingsketel]. Het verhelpen van de storing nam 40 minuten in beslag, tijdens het opmaken van de werkbon had de consument nog enige vragen over haar radiatoren, de verwarmingsketel en de reparatie, naar aanleiding van deze vragen heeft de monteur een langere tijd doorgebracht dan de op de bon vermelde tijdsduur van 40 minuten, dit is terug te vinden in de dagstaat van de betreffende monteur. De totale tijdsduur betrof anderhalf uur en is conform ons weekeindtarief € 120,– exclusief BTW. Naar aanleiding van deze vragen is er op 3 maart 2008 een vrijblijvende offerte gestuurd naar de consument. Op donderdag 6 maart 2008 is er na telefonisch contact met de consument een korting van € 53,55 inclusief BTW overeengekomen en is er een wederzijdse opzegging van het onderhoudscontract in acht genomen. Ons standpunt is mede door het bovengenoemde als volgt. Wij betreuren de negatieve ervaring die de consument opgedaan heeft in het zakelijk afhandelen van de storingen aan haar verwarmingsketel, echter wij zijn van mening dat er een gepaste coulance is aangeboden en zien ons dan ook na een telefonisch akkoord d.d. 6 maart 2008 niet genoodzaakt om aan verdere verwachtingen te voldoen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is de commissie van oordeel dat de ondernemer met het aanbod voldoende tegemoet is gekomen aan de wensen van de consument. Naar het oordeel van de commissie kan niet gezegd worden dat de ondernemer zich in dit geval onredelijk heeft opgesteld. De commissie acht het aanbod dat de ondernemer heeft gedaan ter oplossing van de op zichzelf terechte klacht, voordat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, redelijk. De consument is ten onrechte niet op dit aanbod ingegaan. Omdat dit aanbod reeds voor het aanhangig maken van het geschil bij de commissie is gedaan, is de klacht ingevolge het reglement van de commissie in die zin derhalve ongegrond. De ondernemer is echter gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, nu de commissie dit een redelijke oplossing van het geschil acht. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, indien en voorzover daaraan nog niet is voldaan. Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven op 20 augustus 2008.