Aankondiging kan als geldige opzegging conform Recron-voorwaarden vaste plaatsen (2003) worden opgevat, aangezien naar artikel 10 van deze voorwaarden wordt verwezen.

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Herstructurering    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REC04-0443

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft opzegging door de ondernemer wegens herstructurering van het terrein, vordering tot vergoeding wegens het niet aanbieden van een vervangende plaats op het terrein en aanmerkelijke verhoging van de huurprijs voor het jaar 2005.
 
Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit de huur van een vaste standplaats voor de caravan van de consument.
De consument heeft op 29 oktober 2004 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer heeft bij brief van 17 februari 2004 de overeenkomst met de consument voor een vaste standplaats opgezegd omdat hij een herstructurering wilde doorvoeren. In de brief komen passages voor als “U dient deze brief te beschouwen als een aankondiging van een herstructurering zoals beschreven in Artikel 10 van de Recron voorwaarden” en “Wij zullen gebruik maken van het recht de overeenkomst per 1 september 2005 met u te ontbinden”. Bij brief van 7 april 2004 heeft de ondernemer de opzegging bevestigd. Gezien het feit dat de ondernemer geen vervangende plaats op het terrein heeft aangeboden, is hij conform de Recron voorwaarden gehouden een bedrag van € 1.250,– als tegemoetkoming in de verwijderingkosten van de caravan te betalen. De ondernemer weigert deze vergoeding te betalen en stelt dat van opzegging geen sprake is geweest. Voorts heeft de consument een nota voor het jaar 2005 ontvangen met een verhoging van de huurprijs met ± 50%.
De gemachtigde van de consument heeft bij brief van 29 oktober 2004 gesteld dat voor zover de opzegging van de ondernemer niet geldig mocht blijken te zijn, de consument zelf de huurovereenkomst wenst op te zeggen, en wel tegen 31 december 2004.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De eigenaar heeft de camping gekocht om uit te breiden maar dat is niet gelukt. Vervolgens heeft de eigenaar het plan opgevat het terrein te herstructureren. De consument heeft de brief van de ondernemer van 17 februari 2004 en de daarop volgende brieven als een opzegging opgevat. Tijdens gesprekken met de ondernemer is veel onduidelijk gebleven. Vanaf de zomer 2004 zijn veel gasten vertrokken. De brief van de belangenvereniging van de camping van maart 2004 en de daarin voorkomende woorden “Als een staanplaats definitief opgezegd wordt” kunnen niet aan de consument worden toegeschreven.
De consument verlangt betaling door de ondernemer van € 1.250,– als tegemoetkoming voor de verwijderingkosten.
 
Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

In de brief van de ondernemer van 17 februari 2004 heeft de ondernemer een herstructurering aangekondigd. Tevens werd in de brief meegedeeld dat de ondernemer gebruik zal maken van het recht de overeenkomst per 1 september te ontbinden en dat “voor het zover is zullen we met iedereen individueel een gesprek voeren en afspraken maken”. In de laatste alinea wordt voorts gesteld dat er naar wordt gestreefd de plannen gedurende het komende seizoen uit te werken en met elke gast persoonlijk afspraken te maken. Derhalve bevat de brief geen opzegging van de overeenkomst. Weliswaar staat in de brief van 7 april 2004 dat de ondernemer genoodzaakt is geweest de overeenkomst op te zeggen maar deze brief was met name bedoeld de gasten te informeren dat de prijzen voor het jaar 2005 vóór 1 september 2004 zouden worden bekend gemaakt teneinde hen in staat te stellen de jaarovereenkomst desgewenst tijdig te kunnen opzeggen. Ook uit een brief van de belangenvereniging van de campinggasten van maart 2004 en de brief van de gemachtigde van de consument van 29 oktober 2004 blijkt dat de belangenvereniging en de gemachtigde van mening waren dat de overeenkomst nog niet door de ondernemer was opgezegd. Derhalve heeft de ondernemer de overeenkomst niet opgezegd en is er geen reden enig bedrag aan de consument te voldoen.
 
Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie overweegt dat de consument de brieven van de ondernemer d.d. 17 februari, 7 april en 30 augustus 2004 als een geldige opzegging conform de Recron voorwaarden per 1 september 2005 heeft kunnen opvatten. Deze overweging baseert de commissie op het feit dat de ondernemer in zijn brief aan de consument dd. 17 februari 2004 weliswaar spreekt van een aankondiging van een herstructurering, maar tegelijkertijd verwijst naar artikel 10 van de Recron standaardvoorwaarden, waarin de beëindiging van de overeenkomst is geregeld. In de geldende voorwaarden is een vooraankondiging niet geregeld, maar geldt voor een opzegging in verband met herstructurering een opzegtermijn van minimaal 18 maanden. In dezelfde brief aan de consument stelt de ondernemer dat hij gebruik zal maken van het recht de overeenkomst per 1 september 2005 te ontbinden, dan wel de consument te verzoeken naar een andere plaats te verhuizen. In de brief aan de consument d.d. 7 april 2004 verwijst de ondernemer een aantal malen naar zijn brief d.d. 17 februari 2004 als zijnde de opzegging van de standplaats. Voorts heeft de ondernemer de consument geen vervangende plaats op het (zelfde) terrein aangeboden.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 1.276,25 (€ 1.250,00 plus indexatie). Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 23 mei 2005.