Aanzienlijke vluchtvertragingen en daardoor vakantietijd heeft gederfd en ongerief heeft ondervonden.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Vervoer    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI08-0290

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 20 november 2007 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Brazilië met verblijf in [naam hotel] te Ponta Negra op basis van logies en ontbijt, van 14 tot en met 22 december 2007, voor de som van € 1.313,–.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt.   De reis is niet verlopen overeenkomstig de verwachtingen die klager op basis van de reisovereenkomst redelijkerwijs mocht hebben. Zowel de heenreis als de terugreis waren vertraagd met respectievelijk 11,5 en 5,5 uur. Klager acht de reisorganisator aansprakelijk voor verloren vakantietijd en gederfd reisgenot. Bovendien hebben klager en zijn reisgenoot als gevolg van de vertraging op de terugreis taxikosten moeten maken ten bedrage van € 30,– per persoon en zijn kosten gemaakt voor rechtsbijstand.   Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt.   De reisorganisator wijst erop dat de ANVR Reisvoorwaarden van toepassing zijn en beroept zich op de informatie die is opgenomen op pagina acht van de ANVR brochure 2007. Voorts is in de [naam luchtvaartmaatschappij] brochure vermeld dat extra gemaakte kosten als gevolg van vertraging kunnen worden gedeclareerd bij de luchtvaartmaatschappij. Nota’s kunnen via de reisorganisator naar de luchtvaartmaatschappij worden gestuurd. De luchtvaartmaatschappij zal vervolgens, indien van toepassing volgens de EU verordening, de schade vergoeden. Indien passagiers tijdens de heenreis een vertraging oplopen van meer dan acht uur, kunnen de niet genoten reisdagen worden gedeclareerd bij de annuleringsverzekering. Klager heeft echter aangegeven geen annuleringsverzekering te hebben afgesloten. De reisorganisator acht zich niet gehouden tot een financiële compensatie.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Ter zake de EG-verordening instapweigering, annulering of langdurige vertraging (EG 261 / 2004) merkt de commissie op dat deze verordening in beginsel slechts gelding heeft in de relatie tussen vervoerder en reiziger en dus niet, althans niet rechtstreeks, in de relatie tussen reiziger en reisorganisator. De (vertraagde) vluchten waren evenwel onderdeel van een tussen partijen gesloten reisovereenkomst waarop de Nederlandse Wet op de Reisovereenkomst en de ANVR Reisvoorwaarden van toepassing zijn. Derhalve komt de vraag aan de orde of op grond van een aan de reisorganisator toe te rekenen tekortkoming, aan klager een vergoeding toekomt voor doorstane ongemakken en/of geleden materiële schade.   De commissie acht aannemelijk gemaakt dat klager binnen het kader van de tussen hem en de reisorganisator gesloten overeenkomst aanzienlijke vluchtvertragingen heeft opgelopen en daardoor vakantietijd heeft gederfd en ongerief heeft ondervonden. Een reden voor de vertragingen is niet genoemd, noch is een beroep op overmacht gedaan. Klager mocht er van uitgaan dat de vluchten zouden worden uitgevoerd conform de informatie in zijn reisbescheiden (artikel 2 lid 8 van de ANVR Reisvoorwaarden). Nu klager geen annuleringsverzekering had afgesloten, kan de reisorganisator zich niet beroepen op beperking van zijn aansprakelijkheid ingevolge artikel 14 lid 1 sub b van de ANVR Reisvoorwaarden. De commissie acht derhalve de reisorganisator gehouden tot een redelijke vergoeding van door klager en zijn reisgenoot gederfde vakantietijd en ongerief. Een vergoeding voor taxikosten acht de commissie niet aan de orde. Tenzij anders is overeengekomen dienen reizigers immers zelf zorg te dragen voor vervoer naar en van Schiphol. Omstandigheden die hierop in dit geval een uitzondering rechtvaardigen zijn noch door klager gesteld noch op andere wijze aan de commissie gebleken. Ook voor een vergoeding van kosten voor rechtsbijstand ziet de commissie geen grond aanwezig.   Gelet op het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. De commissie stelt de vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid en met inachtneming van de specifieke omstandigheden van dit geval voor zover aan de commissie bekendgemaakt, waar onder de duur van de reis, de duur van de vertragingen, het tijdstip van de vertragingen en de hoogte van de reissom, vast op het hierna genoemde bedrag.   Voor zover klager daarnaast nog een (aanvullende) claim heeft uit hoofde van de EG-verordening instapweigering, annulering of langdurige vertraging (EG 261 / 2004), dient klager zich daarvoor te wenden tot de luchtvaartmaatschappij. Indien deze in gebreke blijft, kan klager zich wenden tot de Inspectie van Verkeer en Waterstaat en zo nodig tot de rechter.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 150,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 2 juni 2008.