
Commissie: Waterrecreatie
Categorie: Non conformiteit / Zorgvuldigheid
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
169663/176556
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument liet zijn boot keuren door de ondernemer. Op basis van deze keuring heeft de consument de boot aangekocht. Na aanschaf ontdekte de consument meerdere gebreken aan de boot die volgens de consument bij de keuring ontdekt hadden moeten worden. De consument stelt de ondernemer aansprakelijk voor de opgelopen schade. Na de aanschaf is de consument met de boot naar Denemarken gevaren. De ondernemer schrijft dat het hem onbekend is wat er in de periode tussen de keuring en het aanhangig maken van het geschil met de boot is gebeurd en in wat voor omstandigheden er is gevaren. Omdat de consument pas nadat er uitvoerig met de boot gevaren is bij de ondernemer klaagt, is de ondernemer van mening dat de klacht afgewezen moet worden. De commissie is van oordeel dat niet is vast te stellen dat de ondernemer aansprakelijk is voor de schade, nu de consument de schade pas na geruime tijd heeft gemeld. Omdat het voor de commissie niet mogelijk is om vast te stellen dat de ondernemer ondeugdelijk heeft gehandeld, wordt de klacht ongegrond verklaard.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Waterrecreatie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 14 september 2022 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht, de consument via een videoverbinding bijgestaan door een adviseur die tevens als tolk optrad voor die delen van de mondelinge behandeling die niet in het Engels plaatsvonden.
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op door de ondernemer verrichte aankoopkeuring. De opdracht daartoe is verstrekt op 15 december 2021. De kosten bedroegen € 1.276,19.
De consument heeft de klacht op 1 augustus 2021 voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft een keuring van een boot laten uitvoeren door de ondernemer. Op basis van deze keuring is de consument overgegaan tot aankoop van de boot. Vervolgens heeft de consument een lange lijst met gebreken aan de boot ontdekt, die naar zijn mening en volgens het contract met betrekking tot de keuring hadden moeten worden ontdekt en beschreven in het keuringsrapport. Dit heeft voor de consument aanzienlijke kosten met zich meegebracht waarvoor hij de ondernemer aansprakelijk acht en hij vordert derhalve een bedrag € 14.000,– van de ondernemer.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer heeft op 16 december 2020 het keuringsrapport (de consument was niet bij de keuring aanwezig) uitgebracht en verzonden aan de consument en aan de makelaar. Hierop heeft de consument niet gereageerd, ondanks de gebreken, aanbevelingen en nader te testen onderdelen die in het rapport duidelijk staan vermeld. Zonder bij de ondernemer bekende reparaties, opvolgen van adviezen, nog nader te testen onderdelen of vragen over het rapport heeft de consument op 7 mei 2021 de boot naar Denemarken gevaren. De boot heeft dus bijna zes maanden in Bruinisse gelegen en het is de ondernemer onbekend wat er in die tijd met de boot is gebeurd. Tijdens de lange zeiltocht met de boot naar Denemarken voorjaar 2021 is het de ondernemer onbekend in welke omstandigheden er is gevaren dan wel wat voor evenementen er tijdens die reis hebben plaatsgevonden. In een mail van de consument d.d. 1 augustus 2021 heeft hij aan de ondernemer een klachtenlijst gestuurd van gebreken die hij tijdens en na de zeiltocht heeft geconstateerd. De privé-opgave van kosten voor reparatie is niet verder onderbouwd met offertes en facturen. In zijn telefonische reactie op de e-mail heeft de ondernemer verwezen naar de HISWA-Voorwaarden van de keuring en aangegeven, dat de HISWA-aankoopkeuring geen garantie is dat er naderhand geen gebreken ontstaan; dat de consument geen reactie heeft gegeven op het uitgebrachte rapport in december 2020; dat hij herstel van de wezenlijke gebreken en adviezen niet heeft opgevolgd; de boot nog ruim vijf maanden in Bruinisse had gelegen; een grote reis naar Denemarken heeft gemaakt zonder herstel van de in het rapport aangegeven gebreken en opvolgen van nog te testen onderdelen; nadien in Denemarken heeft gevaren en pas in augustus 2021 met niet meer te verifiëren klachten komt. Met verwijzing naar deze feiten is de ondernemer van mening dat de klacht dient te worden afgewezen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In de HISWA-voorwaarden voor expertise en taxatie is bepaald dat de ondernemer ervoor in staat, dat zijn onderzoek voldoet aan redelijke eisen van deugdelijkheid en betrouwbaarheid. De ondernemer is aansprakelijk voor schade aan het vaartuig, die rechtstreeks het gevolg is van een tekortkoming die aan hem is toe te rekenen dan wel is toe te rekenen aan personen in zijn dienst en/of aan personen die door hem zijn aangesteld ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden die door de consument zijn opgedragen en door hem zijn aanvaard.
Doordat de consument de schade pas na geruime tijd heeft gemeld en eerst nadat de gestelde schade reeds grotendeels verholpen was, is thans niet meer vast te stellen of de ondernemer hiervoor aansprakelijk is. De belangrijkste klachtpunten van de consument, welke tot de meeste schade hebben geleid, betreffen het niet functioneren van de alarmen tijdens de inspectie en de kwaliteit van de Genua. De consument stelt dat doordat het alarm niet werkte het lek in het koelwatersysteem niet is opgemerkt, wat uiteindelijk heeft geleid tot een defecte motor wegens oververhittingsproblemen. De consument meent dat de oorzaak van het lek in het koelwatersysteem niet tijdens de inspectie ontdekt had hoeven worden en verwijt dat de ondernemer ook niet, maar hij stelt dat een zorgvuldige check van de alarmen die had moeten aantonen dat de alarmen defect waren, is uitgebleven. Dat had naar het oordeel van de consument wel onderdeel van de keuring moeten zijn. Door de ondernemer is aangegeven dat ten tijde van de keuring de alarmen zijn geïnspecteerd en dat deze optisch en akoestisch functioneerden. De consument stelt dat dit zeker al geruime tijd niet het geval was.
Duidelijk is geworden ter zitting dat de consument naar aanleiding van het keuringsrapport geen ‘full service’ heeft laten uitvoeren, zoals door de ondernemer geadviseerd, maar een regulier onderhoud. In ieder geval is ook door de officiële dealer niets opgemerkt over de alarmen of een lekkend koelsysteem.
Voorts zijn niet werkende alarmen uiteraard geen oorzaak van een motorlekkage en is een oververhitting ook aan de uitlaat de zien. Bovendien zit er zeer geruime tijd (een volledige winter buiten) tussen de keuring en de gestelde motorschade.
Gelet op de verstreken tijd voordat de klacht werd gemeld en het feit dat het defect inmiddels verholpen is, is het voor de commissie niet mogelijk vast te stellen of de ondernemer ondeugdelijk heeft gehandeld. Wat betreft de zeilen is op het inspectierapport aangegeven dat deze verder onderzocht moesten worden. De commissie kan de consument volgen in zijn standpunt dat eenvoudig geconstateerd had kunnen worden dat de zeilen niet in goede staat verkeerden en dat hier kennelijk geen diepgaand onderzoek naar is verricht door de ondernemer, maar gelet op de verwijzing van de ondernemer kan hier niet gesteld worden dat de keuring onzorgvuldig is geweest.
Mede in aanmerking genomen het gegeven dat de consument niet zelf bij de keuring aanwezig was op 15 december 2020 en op 7 mei 2021 de boot heeft opgehaald in Nederland om hiermee naar Denemarken te zeilen en pas op 1 augustus 2021, nadat veel gestelde gebreken waren verholpen, de ondernemer hierover is ingelicht, is de ondernemer de kans ontnomen zelf, samen met de consument, de gestelde gebreken te onderzoeken. De commissie kan zich de teleurstelling van de consument voorstellen dat de boot niet aan zijn verwachtingen voldeed, maar is van oordeel dat niet voldoende is aangetoond dat het uitgevoerde onderzoek door de ondernemer niet voldoet aan redelijke eisen van deugdelijkheid en betrouwbaarheid.
De commissie is dan ook van oordeel dat de ondernemer niet, althans nu niet meer, verweten kan worden dat hij de keuring onzorgvuldig heeft uitgevoerd. Op grond van het voorgaande is de commissie dan ook van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument ongegrond;
– wijst af te vordering tot schadevergoeding.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit de heer mr. J.N. de Blécourt, voorzitter, de heer M.P. Bakker, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 14 september 2022.