Advocaat stond in de gegeven omstandigheden vrij om opdracht neer te leggen

De Geschillencommissie




Commissie: Advocatuur    Categorie: Opdracht    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: ADV09-0012

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de kwaliteit van de dienstverlening van de advocaat ter zake van haar bijstand aan de cliënte in een huurgeschil en de door de cliënte gevorderde schadevergoeding.   Standpunt van de cliënte   Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de klachten van de cliënte op het volgende neer.   De cliënte stelt zich op het standpunt dat de advocaat een slechte en onvolledige intake heeft verricht. De advocaat heeft geen advies gegeven over de haalbaarheid van het hoger beroep. Bovendien heeft de advocaat wettelijke termijnen genegeerd. De cliënte heeft de concept dagvaarding van de advocaat niet mogen ontvangen. Ook heeft de advocaat verzuimd adreswijzigingen en aanvullingen van de cliënte te bevestigen met een ontvangstbericht. De advocaat heeft geen betrokkenheid getoond en heeft de zaak verwaarloosd.   Op grond van het voorgaande verzoekt de cliënte de commissie in redelijkheid en billijkheid een schadevergoeding vast te stellen.   Standpunt van de advocaat   Voor het verweer van de advocaat verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het verweer ten aanzien van de door de cliënte geformuleerde klachten op het volgende neer.   De cliënte heeft de inhoudelijke stukken van haar dossier niet bij het intakegesprek overhandigd. Derhalve kon niet worden geadviseerd omtrent de aard, omvang en haalbaarheid van de zaak. Slechts om de rechten van de cliënte te waarborgen is er hoger beroep ingesteld. Aangezien de advocaat  uiteindelijk na ontvangst en studie van die stukken, juridisch geen serieuze mogelijkheden zag voor de cliënte, heeft zij haar geadviseerd om een nieuwe advocaat in de arm te nemen. De advocaat betwist dat de cliënte financieel nadeel heeft ondervonden door haar handelen.   De advocaat verzoekt de commissie om de vordering van de cliënte af te wijzen, met veroordeling van de cliënte in de kosten van deze procedure.   Beoordeling van het geschil   Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.   In de overgelegde stukken treft de commissie geen gronden of aanwijzingen aan voor de door de cliënte geformuleerde en door de advocaat gemotiveerd weersproken bezwaren. De verwijten van de cliënte vinden geen steun in de correspondentie noch in de processtukken, en ook op de zitting van de commissie is niet van nadere feiten gebleken. Met name de klacht van de cliënte dat er een onvolledige intake heeft plaatsgevonden, kan naar het oordeel van de commissie niet slagen. Immers, uit de opdrachtbevestiging van 10 september 2008 blijkt dat de advocaat de cliënte destijds nog niet kon adviseren over de haalbaarheid van het instellen van het hoger beroep, nu zij de inhoudelijke stukken uit het dossier nog niet van de cliënte heeft mogen ontvangen. Slechts om de rechten van de cliënte te waarborgen heeft de advocaat hoger beroep ingesteld op nader aan te voeren gronden. Nadat de advocaat de relevante stukken van de cliënte heeft mogen ontvangen en bestudeerd, heeft de advocaat de conclusie getrokken dat zij geen reële kans van slagen zag voor het hoger beroep. De advocaat heeft de cliënte met het negatief advies willen behoeden voor het doorzetten van een kansloze hoger beroepsprocedure. In de gegeven omstandigheden stond het de advocaat – naar het oordeel van de commissie – dan ook vrij om de opdracht neer te leggen. Ook de klacht van de cliënte dat de advocaat voormeld negatief advies niet heeft gemotiveerd, kan niet slagen. Immers, uit hetgeen de advocaat bij emailbericht van 8 januari 2009 aan de cliënte heeft meegedeeld blijkt uit de navolgende passage het tegendeel: ”Uit de door u aan mij overhandigde stukken blijkt echter onvoldoende dat u door het niet tekenen van Roozeboom geen uitkering heeft ontvangen en ten gevolge daarvan vervolgens onnodige kosten heeft moeten maken, zoals bijvoorbeeld annuleringskosten van een door u te volgen studie. [De Rechtbank] heeft naar mijn mening dan ook terecht uw vorderingen in eerste aanleg afgewezen en naar mijn verwachting is dat uw claim in hoger beroep eveneens afgewezen zal worden”.   De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de advocaat hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat. De commissie is van oordeel dat de advocaat als zodanig heeft gehandeld. De enkele omstandigheid dat de advocaat op goede gronden niet mee kan gaan met het door de cliënte gewenste resultaat maakt nog niet dat de advocaat tekortgeschoten is in de uitvoering van de opdracht. Bij de uitvoering van de opdracht door de advocaat is immers in beginsel sprake van een inspanningsverbintenis waaronder ook valt het oprecht en op goede gronden afraden van de door de cliënte gewenste procedurele stappen. Met haar werkwijze is de advocaat haar inspanningsverplichtingen correct nagekomen. De advocaat heeft niet anders dan naar beste eer en geweten geadviseerd. Van enig onprofessioneel handelen is niet gebleken. De commissie is voor wat betreft de kosten van de door de advocaat verrichte werkzaamheden niet gebleken dat de hoogte of de omvang van de declaraties bovenmatig of buitenproportioneel is.   Gelet op het vorenoverwogene zal de door de cliënte gevorderde schadevergoeding worden afgewezen. Volledigheidshalve voegt de commissie hieraan toe dat de cliënte geenszins aannemelijk heeft gemaakt door het handelen of nalaten van de advocaat schade te hebben geleden. Bovendien heeft de cliënte nagelaten deze schade nader te onderbouwen.   De advocaat heeft nog verzocht de cliënte te veroordelen in de kosten van deze procedure. De commissie verstaat het verzoek van de advocaat aldus dat het klachtengeld van € 100,– voor rekening van de cliënte dient te komen. Nu de klachten van de cliënte ongegrond worden verklaard is het naar het oordeel van de commissie gerechtvaardigd dat het klachtengeld voor rekening van de cliënte dient te komen. De cliënte heeft het klachtengeld reeds in een eerder stadium aan de commissie voldaan, zodat de commissie daarop niet meer behoeft te beslissen. Voor zover de advocaat verzoekt de cliënte te veroordelen in de overige proceskosten overweegt de commissie dat ingevolge artikel 22 lid 1 van het Reglement van de commissie – kort gezegd – de in het ongelijk gestelde partij, in bijzondere gevallen, kan worden veroordeeld om aan de wederpartij de door de commissie begrote kosten van juridische bijstand te voldoen. De commissie is van oordeel dat in casu van een bijzonder geval geen sprake is en wijst derhalve het verzoek van de advocaat af. De commissie merkt nog op dat de achtergrond van deze bepaling is dat de procedure bij de commissie laagdrempelig en eenvoudig dient te zijn, waarbij geen veroordeling in de kosten van het geding – behoudens het door een van partijen betaalde klachtengeld – past. Hetgeen partijen ieder voor zich verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft – naar het oordeel van de commissie – geen verdere bespreking, nu dat niet tot een ander oordeel kan leiden.   Derhalve dient als volgt te worden beslist.   Beslissing   Het door de cliënte verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Advocatuur op 27 januari 2010.