Commissie: Kinderopvang
Categorie: Overeenkomst
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
114526/118487
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument is met de ondernemer twee opvangovereenkomsten aangegaan voor haar twee dochters. Minder dan twee weken voordat de overeenkomsten in zouden gaan heeft de consument de ondernemer gemaild dat ze van de overeenkomsten afzag. De ondernemer vraagt opzegkosten. De consument stelt dat zij niet heeft opgezegd maar geannuleerd omdat de opvang nog niet begonnen was en dat ze niet op de hoogte was van de kosten omdat de algemene voorwaarden haar pas zijn gestuurd nadat ze had gemaild. Zij stelt voor een ander bedrag te betalen. De ondernemer stelt dat ook voor een annulering een maand opzegtermijn geldt. De consument ontvangt ook nog kinderopvangtoeslag en houdt recht op opvang voor de eerste maand. Na de annulering is de ondernemer er achter gekomen dat het nieuwe computersysteem de algemene voorwaarden nog niet automatisch aan de overeenkomsten werden gekoppeld. De commissie oordeelt dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn omdat ze pas na de datum van totstandkoming van de overeenkomsten aan de consument zijn gestuurd. De klacht is gegrond. Wel is het logisch om aan te nemen dat de ondernemer kosten heeft gemaakt omdat de annulering kort van tevoren is meegedeeld. De consument moet het voorgestelde bedrag betalen.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de vraag of de consument aan de ondernemer een financiële vergoeding verschuldigd is, indien zij de plaatsingsovereenkomsten met de ondernemer beëindigt voordat die overeenkomsten tot uitvoering zijn gekomen.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft op 24 maart 2021 voor elk van haar twee dochters een plaatsingsovereenkomst getekend voor hun dagopvang bij de ondernemer. De dagopvang zou ingaan op 12 april 2021. Op 1 april 2021 heeft de consument de ondernemer per e-mail meegedeeld dat zij van de overeenkomsten afzag. De ondernemer verlangde echter dat de consument de maandelijkse opvangbijdrage zou betalen, waartoe de consument niet bereid is. De consument was op de hoogte van een opzegtermijn, maar annuleren is iets ander dan opzeggen en dat heeft de consument de ondernemer ook laten weten. De ondernemer heeft de consument pas de algemene voorwaarden toegezonden nadat de consument de overeenkomsten had geannuleerd; van annuleringskosten was zij dan ook niet op de hoogte. De consument is slechts bereid voor de annulering een bedrag van € 50,– te betalen.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft op 24 maart 2021 voor de opvang van elk van haar twee dochters een overeenkomst ondertekend. De dagopvang van de dochters zou ingaan op 12 april 2021. De ondernemer was toen net overgegaan op een nieuw softwaresysteem voor onder meer digitale aanmelding en kindplanning. Op de ochtend van 31 maart 2021 zijn de dochters op het kinderdagverblijf aanwezig geweest om te wennen.
Op 1 april 2021 heeft de ondernemer van de consument een e-mail ontvangen waarin zij meedeelde dat zij wegens wijziging in haar werkomstandigheden van de opvang van haar dochters afzag. De ondernemer heeft de consument erop gewezen dat aan de opzegging van een overeenkomst wel een opzegtermijn van een maand is verbonden, dat ze daarom wel een factuur zou ontvangen voor de periode van 12 april 2021 tot 1 mei 2021 en dat zij gedurende die periode recht blijft houden op kinderopvang en op de kinderopvangtoeslag. De consument was echter van mening dat zij de overeenkomsten annuleert en niet opzegt, waarop de ondernemer haar heeft meegedeeld dat volgens de algemene voorwaarden ook voor annulering of wijziging van een overeenkomst een opzegtermijn van een maand geldt.
Vervolgens is de ondernemer erachter gekomen dat toen de overeenkomsten door de consument via het digitale systeem werden ondertekend, de algemene voorwaarden nog niet waren gekoppeld aan de overeenkomsten. Op 7 april 2021 heeft de ondernemer de consument alsnog de algemene voorwaarden toegezonden. De ondernemer beroept zich daarom op de overeenkomsten die wel door de consument zijn ondertekend en waarin is vermeld dat er een opzegtermijn van een maand geldt. Op grond daarvan heeft de ondernemer de consument een factuur gestuurd voor de periode van 12 april 2021 tot 1 mei 2021.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft op grond van de door partijen overgelegde stukken het volgende overwogen.
De commissie stelt voorop dat de algemene voorwaarden van de ondernemer niet van toepassing zijn op de plaatsingsovereenkomsten tussen partijen, omdat de ondernemer die voorwaarden pas na de datum van totstandkoming van die overeenkomsten aan de consument heeft toegezonden, terwijl terhandstelling van die voorwaarden aan de consument vóór of bij het sluiten van de overeenkomsten had moeten gebeuren.
De contractuele verhouding tussen partijen wordt in de eerste plaats bepaald door de plaatsingsovereenkomsten. Daarnaast kunnen redelijkheid en billijkheid voor partijen bijkomende rechten en verplichtingen meebrengen, die niet onmiddellijk uit die overeenkomsten voortvloeien. In de kinderopvangbranche zijn twee beëindigingsmogelijkheden voor overeenkomsten als de onderhavige gebruikelijk: annulering en opzegging. Onder annulering moet worden verstaan de beëindiging van een plaatsingsovereenkomst voordat de kinderopvang daadwerkelijk is begonnen en onder opzeggen de beëindiging van een dergelijke overeenkomst waarvan de uitvoering reeds een aanvang heeft genomen. Naar het oordeel van de commissie is in dit geval sprake van annulering, omdat de consument de in maart 2021 gesloten overeenkomsten op 1 april 2021 heeft beëindigd, dus voordat de kinderopvang op 12 april 2021 zou ingaan. Eveneens is in de kinderopvangbranche gebruikelijk dat een ondernemer in geval van annulering kosten in rekening kan brengen. In een geval als dit, waarin de consument de overeenkomsten op zo’n korte termijn vóór de daadwerkelijke uitvoering daarvan annuleert, acht de commissie het reëel dat de ondernemer de consument kosten in rekening brengt. Het ligt voor de hand dat de ondernemer ten behoeve van (de kinderen van) de consument kosten heeft gemaakt, zoals in elk geval kosten met betrekking tot de ochtend van 31 maart 2021 toen de kinderen van de consument op het kinderdagverblijf aanwezig zijn geweest om te wennen. Andere kosten, zoals gederfde vergoedingen omdat de ondernemer de vrijgekomen plaatsen niet heeft kunnen invullen, zijn gesteld noch gebleken.
De ondernemer heeft de consument een bedrag van € 1.088,80 in rekening gebracht, zijnde de kosten voor de opvangperiode van 12 april 2021 tot 1 mei 2021. De consument is niet bereid dit bedrag te betalen en heeft voorgesteld een bedrag van € 50,– aan annuleringskosten te voldoen. Gerelateerd aan de opvangvergoedingen, zoals vermeld in de tabel op de eerste pagina van de plaatsingsovereenkomsten, komt het door de consument voorgestelde bedrag de commissie redelijk voor. De commissie acht de klacht van de consument gegrond. De consument is aan de ondernemer een bedrag van € 50,– aan annuleringskosten verschuldigd.
Nu de klacht van de consument door de commissie gegrond is bevonden, dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie het door de consument betaalde klachtengeld ad € 25,– aan haar te vergoeden.
Omdat partijen over en weer een geldbedrag aan elkaar verschuldigd zijn, zal de commissie ter voorkoming van onnodig betalingsverkeer verrekening toepassen. Dit betekent dat de commissie zal bepalen dat de consument nog een bedrag van € 25,– aan de ondernemer dient te voldoen.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument gegrond;
– bepaalt dat de consument binnen veertien dagen na verzending van dit bindend advies aan de ondernemer een bedrag van € 25,– wegens annuleringskosten dient te voldoen.
Aldus beslist op 24 november 2021 door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw A.J.M. van Hoesel – de Haas, de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van de heer mr. L.G.H. Cox, secretaris.