Commissie: Energie
Categorie: Betaling
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
24856/31559
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument klaagt over de handelswijze van de ondernemer. De consument heeft bij de ondernemer gevraagd om een verzwaring van de elektriciteit aansluiting. De consument heeft dit via internet gedaan, echter was de consument het er niet mee eens dat hij vooraf moest betalen. De ondernemer geeft aan dat deze werkwijze door alle netbeheerders landelijk wordt gehanteerd. Daarnaast levert de ondernemer een dienst aan de consument. Voor het leveren van diensten geldt geen wettelijk maximum voor aanbetaling. Het standpunt van de consument dat volledige vooruitbetaling in strijd is met de wet is volgens de ondernemer dan ook onjuist. De commissie oordeelt dat de ondernemer om praktische redenen mag kiezen dat bij het accepteren van een offerte de betaling vooraf door de consument moet plaatsvinden. Echter, dit moet wel in de algemene voorwaarden geregeld zijn. Dit is nu niet het geval, dus kan de ondernemer ook niet eisen van de consument dat hij vooraf betaalt. De commissie vindt het wel redelijk dat de ondernemer betaling verlangt voordat de werkzaamheden daadwerkelijk worden uitgevoerd, bijvoorbeeld vier weken van tevoren. De klacht is gegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft een aanvullende aansluiting bij de ondernemer
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Ik heb bij de ondernemer een verzwaring van mijn elektriciteit aansluiting gevraagd en dit gedaan door middel van het invullen van een procedure op internet. Op zichzelf was ik het eens met de offerte van de ondernemer, maar om het proces af te ronden moest ik vooraf betalen. Daar ben ik het niet mee eens. Mij worden geen keuzemogelijkheden aangeboden. De ondernemer maakt misbruik van zijn monopoliepositie. Ook de ACM vindt dat dit niet kan. De consument is in het nadeel, bijvoorbeeld wanneer hij bij faillissement van de ondernemer zijn geld kwijt is.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer ziet in de contactmomenten met onze klantenservice dat consument inderdaad meerdere malen heeft geklaagd over het volledig aanbetalen van de offerte. Hierop is door de ondernemer aangegeven dat dit de werkwijze is en deze niet aangepast kan worden. Deze werkwijze wordt door alle netbeheerders landelijk gehanteerd.
Consument is het niet eens met het volledig vooruitbetalen van de aangevraagde werkzaamheden. Hij geeft aan dat dit ook in strijd is met de wet. Echter geeft consument niet aan met welke wet en waaruit dit blijkt. Wel geeft consument aan dat bij een product slechts een vooruitbetaling van maximaal 50% is toegestaan.
Wij gaan er dan ook vanuit dat consument zich beroept op artikel 7:26 BW. Hierin is vastgelegd dat de koper verplicht is de prijs te betalen. Tevens moet de betaling geschieden ten tijde en ter plaatse van de aflevering. Bij een consumentenkoop kan de koper tot vooruitbetaling van ten hoogste de helft van de koopprijs worden verplicht.
Echter zal eerst de vraag beantwoord moeten worden of er hier sprake is van koop en nog specifieker consumentenkoop. Op grond van artikel 7:1 BW is koop de overeenkomst waarbij de een zich verbindt een zaak te geven en de ander om daarvoor een prijs in geld te betalen. Op grond van artikel 7:1 jo 7:9 BW is de verkoper verplicht de verkochte zaak met toebehoren in eigendom over te dragen en af te leveren. Onder consumentenkoop wordt verstaan, de koop met betrekking tot een roerende zaak die wordt gesloten door een verkoper die handelt in het kader van zijn handels-, ambachts- of beroepsactiviteit en een koper, natuurlijk persoon, die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit, artikel 7:5 lid 1 BW. Op grond van lid 5 zijn de bepalingen voor consumentenkoop van overeenkomstige toepassing op de levering van elektriciteit, warmte en koude en gas, voor zover deze niet voor verkoop gereed zijn gemaakt in een beperkt volume of in een bepaalde hoeveelheid. Echter gaat het hier niet om levering van elektriciteit, warmte en koude en gas. Het gaat om een aanpassing van de elektriciteitsaansluiting waardoor de capaciteit van de aansluiting verhoogd wordt.
Zoals aangegeven heeft consument een verzwaring van de elektriciteitsaansluiting aangevraagd. Een elektriciteitsaansluiting maakt onderdeel uit van een elektriciteitsnet (zie o.a.de uitspraken van het CBb ECLI:NL:CBB:2014:370, ECLI:NL:CBB:2003:AO0894). Een elektriciteitsnet is een onroerende zaak volgens artikel 5:20 lid 2 BW. Op grond van artikel 10Aa van de Elektriciteitswet moet de netbeheerder ook over het eigendom van de door haar beheerde netten beschikken.
In het kader van de aangevraagde wijziging van de onderhavige elektriciteitsaansluiting door consument vindt er geen overdracht van eigendom plaats en daarnaast is de aansluiting een onroerende zaak. Aan de voorwaarden voor koop en/of consumentenkoop wordt dan ook niet voldaan. We hebben hier dan ook te maken met het leveren van een dienst aan consument. Voor het leveren van diensten geldt geen wettelijk maximum voor aanbetaling. De bewering van consument dat volledige vooruitbetaling in strijd is met de wet is dan ook onjuist.
De bewering van consument dat de ondernemer misbruik maakt van haar machtspositie omdat de ondernemer de enige netbeheerder in de regio is, bestrijdt de ondernemer evenmin. De ondernemer is inderdaad een monopolist in de betreffende regio. Echter staat de ondernemer onder streng toezicht van de ACM waardoor consument beschermd wordt. De tariefstructuren voor onder andere de gestandaardiseerde kleinverbruikaansluitingen worden vastgesteld en goedgekeurd door de ACM.
Wij begrijpen dat het vervelend kan zijn voor consument om het offertebedrag volledig op voorhand te moeten betalen. Echter is er op grond van bovenstaande dus geen sprake van koop dan wel consumentenkoop en kan consument zich dan ook niet op deze wettelijke beschermingsregels beroepen. In dit geval levert de ondernemer een dienst aan consument en geldt er geen wettelijk maximum voor aanbetaling. Tevens staat de ondernemer onder streng toezicht van de ACM waardoor consument beschermd wordt.
De ondernemer verzoekt de commissie dan ook op grond van het bovenstaande de klacht van consument ongegrond te verklaren.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie onderschrijft het standpunt van de ondernemer dat de beoogde overeenkomst niet kan worden aangemerkt als consumentenkoop in de zin van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Hoewel de commissie op zichzelf wel kan billijken dat de ondernemer om praktische redenen wil kiezen voor een procedure waarbij terstond bij het accepteren van de offerte betaling door de consument dient plaats te vinden, zou dit tenminste geregeld moeten worden in de algemene voorwaarden die immers bepalingen bevatten met betrekking tot een aanbieding en de totstandkoming van de overeenkomst. Nu dit niet het geval is, kan de ondernemer, gelet op zijn monopoliepositie aan de consument een dergelijke eis niet stellen. Het is dus een kwestie van onderhandeling met betrekking tot het tijdstip waarop de consument de te verrichten werkzaamheden dient te betalen. De commissie acht het wel redelijk dat de ondernemer betaling verlangt voordat de werkzaamheden worden uitgevoerd, bijvoorbeeld uiterlijk vier weken voor de geplande datum van uitvoering en dat bij gebreke van betaling de werkzaamheden niet worden uitgevoerd.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer dient aan de consument een andere wijze van betaling aan te bieden.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. D.J. Buijs, voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard, de heer H.W. Zuur, leden, op 6 januari 2021.