![De Geschillencommissie](/wp-content/uploads/2019/02/logo-gsc.png)
Commissie: Kinderopvang
Categorie: Algemene voorwaarden
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
245593/255462
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Tussen partijen is een geschil ontstaan over een door de ondernemer toegepaste tariefsverhoging. De ondernemer heeft daarbij een beroep gedaan op de algemene voorwaarden. Die algemene voorwaarden zijn volgens de consument niet van toepassing op de opvangovereenkomst, zodat de consument zich op het standpunt stelt dat de ondernemer de tariefswijziging niet kan doorvoeren. De commissie legt uit dat de Hoge Raad oordeelt dat algemene voorwaarden slechts van toepassing zijn op een contract wanneer daar in het contract naar wordt verwezen en die voorwaarden voor de consument zijn te raadplegen. In het opvangcontract dat tussen partijen is gesloten, is niets opgenomen over algemene voorwaarden. Ook kan in het digitale systeem kan niet altijd worden ‘doorgeklikt’ naar de juiste algemene voorwaarden. De commissie oordeelt daarom dat de algemene voorwaarden waarnaar de ondernemer heeft verwezen (om een tariefsverhoging per 1 januari 2024 door te kunnen voeren) niet op het opvangcontract van de consument van toepassing zijn. De klacht is gegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De ondernemer heeft een tariefsverhoging toegepast met een beroep op algemene voorwaarden. Die algemene voorwaarden zijn niet op de opvangovereenkomst van de consument van toepassing verklaard. De consument stelt zich op het standpunt dat de ondernemer de tariefswijziging niet kan doorvoeren.
Standpunt van de consument
De consument heeft zijn zoon op 28 augustus 2023 aangemeld op de BSO van de ondernemer. De ondernemer heeft die aanmelding geaccepteerd waarna de consument op 29 augustus 2023 het opvangcontract voor zijn zoon heeft ondertekend. Het contract is aangegaan tot 15 januari 2030.
In het contract is geen melding gemaakt van algemene voorwaarden. Evenmin waren algemene voorwaarden te raadplegen op de website van de ondernemer. In het contract is een tarief “over deze periode”, derhalve tot 15 januari 2030, overeengekomen van € 10,84 per uur. Op 23 november 2023 ontving de consument het bericht van de ondernemer dat het uurtarief met ingang van 1 januari 2024 zou worden verhoogd van € 10,84 naar € 11,71. De consument heeft navraag gedaan bij de ondernemer die hem te kennen gaf dat de tariefsverhoging werd doorgevoerd op basis van artikel 16 van de algemene voorwaarden. Die voorwaarden waren de consument niet bekend en konden hem ook niet bekend zijn. Bij het aangaan van het contract dat volledig digitaal en online plaatsvond is de consument niet op de algemene voorwaarden gewezen.
De ondernemer heeft de fout erkend en heeft de consument een gewijzigd contract met verwijzing naar algemene voorwaarden ter ondertekening aangeboden. De consument is hier niet mee akkoord gegaan en verlangt een uitspraak van de commissie.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer erkent dat bij het aangaan van het contract met de consument een fout is gemaakt. Bij vergissing is de consument op 29 augustus 2023 een contract tot ‘wijziging plaatsingsgevens’ toegestuurd in plaats van het reguliere opvangcontract. In dat wijzigingscontract is geen verwijzing naar de algemene voorwaarden opgenomen.
In het formulier waarbij de consument op 28 augustus 2023 zijn zoon heeft aangemeld is echter wel opgenomen : “U hebt kennis genomen van en bent akkoord gegaan met de algemene voorwaarden van [kinderopvang]”.
De ondernemer erkent dat door een naamswijziging van de kinderopvangorganisatie de algemene voorwaarden via de oude website niet meer opvraagbaar waren. De ondernemer heeft de links op de website inmiddels gecontroleerd en waar nodig aangepast.
De ondernemer heeft de consument aangeboden eenmalig geen tariefswijziging door te voeren op de voorwaarde dat de consument een nieuw contract zou aangaan met verwijzing naar de algemene voorwaarden. De consument heeft dat voorstel niet geaccepteerd.
De opstelling van de consument zou er toe leiden dat ook tariefsverlagingen, bijvoorbeeld ten gevolge van veranderend overheidsbeleid, tot 15 januari 2030 niet zouden kunnen worden doorgevoerd. De ondernemer gaat ervan uit dat dit niet de bedoeling is van de consument.
De ondernemer is van mening dat de tariefsverhoging heeft plaatsgevonden binnen de geldende juridische kaders en ziet geen reden daar in het individuele geval van de consument van af te wijken.
Beoordeling van het geschil
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad zijn algemene voorwaarden slechts van toepassing op een contract indien daar in het contract naar wordt verwezen en indien die voorwaarden voor de consument zijn te raadplegen.
Vaststaat dat in het opvangcontract dat tussen partijen is gesloten op 29 augustus 2023 niets is opgenomen over algemene voorwaarden. Daarbij heeft de ondernemer erkend dat in het digitale systeem door een onduidelijkheid niet altijd kon worden ‘doorgeklikt’ naar de juiste algemene voorwaarden.
Dit betekent dat de algemene voorwaarden waarnaar de ondernemer in november 2023 heeft verwezen om een tariefsverhoging per 1 januari 2024 door te voeren op het opvangcontract van de consument niet van toepassing zijn.
De commissie verklaart de klacht van de consument dan ook gegrond.
Omdat de klacht gegrond is zal de commissie voorts bepalen dat de ondernemer het klachtengeld aan de consument dient te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument gegrond en stelt vast dat de algemene voorwaarden van de ondernemer niet van toepassing zijn op het opvangcontract dat de consument op 30 augustus 2023 met de ondernemer heeft gesloten;
– bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,00 aan de consument dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer mr. E.A.J. Vergouwen en mevrouw E.C. Rosemünd, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 27 mei 2024.