Commissie: Post
Categorie: Algemene voorwaarden
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
200818/206803
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument kocht pakket- en servicezegels bij de ondernemer. Een aantal jaar later, toen de consument de zegels wilde gebruiken, kwam hij erachter dat de ondernemer gestopt is met het gebruik van de zegels. De zegels waren dan ook niet meer geldig. De consument voert aan dat hij heeft betaald voor een dienst die niet geleverd is. De ondernemer is van mening dat het publiek voldoende is geïnformeerd over het vervallen van de zegels, zodat de consument de kans had om de zegels te gebruiken voordat deze niet ongeldig werden. De algemene voorwaarden zijn naar het oordeel van de commissie correct ter hand gesteld op basis van artikel 6:234, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, nu het gaat om overeenkomsten die massaal gesloten worden. Immers, met een mededeling dat de voorwaarden bij de ondernemer ter inzage liggen of zijn gedeponeerd bij een door hem opgegeven kamer van koophandel of een griffie van een gerecht wordt volstaan. Uit de van toepassing zijnde algemene voorwaarden blijkt dat de ondernemer een geldigheidsduur aan de zegels mocht verbinden. De klacht van de consument is daarmee ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Post (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 22 mei 2023 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door mevrouw [VERTEGENWOORDIGER].
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de geldigheidsduur van pakketzegels.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer
Bij de ondernemer heeft de consument een aantal pakketzegels gekocht een aantal jaren terug net als voor aangetekende post. Hij heeft deze gekocht voor het geval dat hij deze nodig had. Nu is de ondernemer hiermee gestopt en geeft aan dat hij dit heeft gecommuniceerd. De consument is dit niet opgevallen en daarnaast had/ heeft hij niets te verzenden gehad. Hij wilde in december 2022 een aangetekende brief versturen en nu ging dit niet meer met de zegels. Hij heeft betaald voor een dienst, maar niets gehad. De consument heeft niet getekend dat het eindig was en dit was ook niet bekend. Hij wil graag zijn geld terug; het geld voor de commissie en zijn vrije dag.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument geeft in zijn klacht aan dat hij pakket- en servicezegels heeft gekocht voor een totaalwaarde van € 45,–. Deze zegels kunnen helaas niet meer gebruikt worden. Na 1 april 2021 zijn de pakketzegels niet meer geldig. De pakketzegels zelf waren al (online) niet meer te koop sinds augustus 2020. De consument heeft hierover geklaagd via de Facebook-pagina van de ondernemer. De medewerker van het webcare-team heeft de consument geïnformeerd dat de pakketzegels niet meer geldig zijn, omdat het gebruik hiervan verouderd is. De pakketzegels waren lastig om digitaal verwerkt te worden in het geautomatiseerd vervoerproces van de ondernemer. De dienstverlening van de ondernemer is met de uitfasering van de pakketzegels veel efficiënter geworden. Sinds juni 2020 heeft de ondernemer via allerlei kanalen gecommuniceerd over het stoppen met dit frankeermiddel, onder andere via advertenties in landelijke dagbladen, informatie op zijn website, flyers op servicepunten en klanten die online pakketzegels hebben aangeschaft zijn zoveel mogelijk persoonlijk geïnformeerd. De ondernemer heeft hiermee het publiek voldoende en op tijd geïnformeerd. Er is eveneens ruime termijn geboden om de pakketzegels alsnog te gebruiken.
Conclusie: de ondernemer verzoekt de commissie de klacht ongegrond te verklaren en het verlangde af te wijzen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Artikel 6:234 lid 1 eerste volzin Burgerlijk Wetboek biedt ondernemingen bij wie min of meer massaal overeenkomsten worden gesloten, de mogelijkheid voor de toepasselijkheid van algemene voorwaarden te volstaan met een mededeling dat de voorwaarden bij de ondernemer ter inzage liggen of zijn gedeponeerd bij een door hem opgegeven kamer van koophandel of een griffie van een gerecht. Nu de ondernemer voorbedoelde overeenkomsten min of meer massaal sluit, kan de consument niet betogen, zoals hij ter zitting heeft gedaan, dat hij niet getekend heeft voor de toepasselijkheid van algemene voorwaarden. Zij zijn dan ook van toepassing op de relatie tussen partijen.
Uit de toepasselijke algemene voorwaarden, artikel 14.7, volgt dat de ondernemer bevoegd is een geldigheidsduur te verbinden aan zijn pakketzegels. Dat heeft hij gedaan en aan de betreffende expiratiedatum heeft hij, naar hij aantoonde, ruime bekendheid gegeven. In die situatie kan de consument na de expiratiedatum niet vergoeding van die zegels meer verlangen. De klacht wordt dan ook afgewezen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer drs. G.J.F.M. Klaas en de heer mr. P. P. van der Neut, leden, op 22 mei 2023.