Als gevolg van het plaatshebben van een ongeluk, uitglijden tijdens een wandeling, heeft klager zijn/haar reis moeten staken. De commissie oordeelt dat dit geen aanleiding is voor aansprakelijkheid van de reisorganisator. Niet is gebleken dat deze steken heeft laten vallen.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Aansprakelijkheid    Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 108478

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 27 juni 2016 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich heeft verplicht tot het leveren van een vliegreis naar en een wandelreis op de Azoren voor 1 persoon met verblijf in diverse hotels, gedurende de periode van 11 tot en met 24 augustus 2016, voor de som van € 2.260,–.

Standpunt van klager

Het standpunt van klager luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt.

De reis heeft niet aan de verwachtingen voldaan en moest voortijdig worden afgebroken.
Op dag 4 is een andere wandeling uitgevoerd dan was overeengekomen. De wandeling was aanzienlijk zwaarder dan klager op grond van de beschrijving mocht verwachten, met name de afdaling op het eind van de wandeling. Bovendien was de wandeling bijzonder onzorgvuldig uitgevoerd. Tijdens de afdaling is klager gevallen en gewond geraakt, waardoor de vakantie al na 4 dagen was afgelopen. Klager is op dag 8 door de reisverzekeraar gerepatrieerd. De verzekering heeft de dagen vergoed vanaf het moment dat klager was gerepatrieerd, derhalve 6 dagen in plaats van 10. Klager acht de reisorganisator aansprakelijk voor het ongeval en verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen met inachtneming van 4 niet door de verzekering vergoede dagen en gederfd reisgenot.

Ter zitting heeft klager nog verklaard dat de reisbegeleidster heeft verteld dat zij altijd busvervoer regelt voor de laatste afdaling, maar dat in dit geval heeft nagelaten. De reisbegeleidster heeft na het ongeval wel goede hulp en bijstand verleend. Voorts heeft klager benadrukt dat de informatie van de reisorganisator over deze wandeling niet juist is. Dit blijkt ook uit informatie die klager elders heeft ingewonnen.

Standpunt van de reisorganisator

Het standpunt van de reisorganisator luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt.

De wandelreis Azoren betreft een reis uit de eerste categorie, aangeduid met 1 wandelschoen. Bij de praktische informatie over de reis wordt aangegeven dat “de meeste wandelingen binnen de categorie 1 schoen vallen. Een aantal wandelingen kun je ervaren als zwaarder en zal binnen de categorie 2 schoentjes vallen.” Tijdens de gehele reis worden wandelingen gemaakt die nooit langer zijn dan 4,5 uur, met een maximale stijging van 350 meter en een maximale daling van 750 meter. Al zou dus de informatie van Azores Trails over de betreffende wandeling op dag 4 als uitgangspunt worden genomen, waarin staat dat de maximale daling 500 meter bedraagt, dan valt deze wandeling nog ruim binnen de beschrijving en kan daarmee nog steeds als een wandeling uit de eerste categorie worden gezien. De wandeling voert over een officieel wandelpad en tevens openbare weg, een breed gravelpad als onderdeel van het PR pad dat door het ministerie van toerisme van de Azoren omschreven wordt als gemakkelijk.

De reisorganisator bestrijdt dat de wandeling op dag 4 buitengewoon onzorgvuldig is uitgevoerd. De wandeling is juist exact volgens programma uitgevoerd. De reisbegeleidster heeft aangegeven dat zij normaal gesproken persoonlijk, als extra service, regelt dat er een extra bus klaar staat aan het begin van de laatste afdaling, om mensen die daarvoor kiezen naar beneden te brengen. Dit was op de bewuste dag niet mogelijk omdat er in verband met een feestdag geen vervoer mogelijk was. De betreffende reisbegeleidster is echter de enige die af en toe gebruik maakt van deze optie en dat kan dus worden gezien als een extra service. Dit is niet omdat het laatste deel afwijkt qua zwaarte, maar omdat zij heeft gemerkt dat sommige gasten het op prijs stellen, bijvoorbeeld wegens vermoeidheid, erder te kunnen stoppen. Andere reisbegeleiders, de lokale agenten en andere organisaties lopen standaard de gehele weg.
Voordat de groep aan de afdaling begon heeft de reisbegeleidster geadviseerd extra voorzichtig te zijn omdat het hier glad kan zijn en op sommige plekken ook wat steil. Zij heeft iedereen geadviseerd achter haar te blijven en rustig te lopen, en zij heeft gewaarschuwd voor de soms steilere paden. De reisbegeleidster schrijft hierover dat klager niet haar instructies heeft opgevolgd, waardoor zij als enige in de groep onderuit is gegaan. En voorts dat klager niet is gedwongen iets tegen haar wil te doen.
De reisorganisator betreurt het dat klager is gevallen en niet van de reis heeft kunnen genieten, maar is van mening niet aansprakelijk te zijn voor het ongeval.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie kan zich goed voorstellen dat een ongeval aan het begin van de vakantie als gevolg waarvan de vakantie moet worden afgebroken, een behoorlijke tegenvaller betekent. Alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, kan de commissie echter niet tot het oordeel komen dat de reisorganisator ter zake het ongeval een verwijt treft dan wel aansprakelijk kan worden gesteld voor gederfd vakantiegenot en ongerief.
Uit de door partijen overgelegde informatie blijkt dat de reis is uitgevoerd conform het reisaanbod waarin is beschreven dat de meeste wandelingen binnen de categorie 1 schoen vallen en een aantal wandelingen ervaren kunnen worden als zwaarder, binnen de categorie 2 schoentjes. En voorts dat de gemiddelde wandelduur 3,5 uur zal duren en dat de maximale stijging 350 meter en de maximale daling 750 meter zal bedragen. Klager heeft geen bewijs overgelegd waaruit iets anders blijkt.
De commissie acht evenmin bewezen of aannemelijk gemaakt dat de wandeling onzorgvuldig is uitgevoerd. De inzet van een bus voor het laatste stuk van de wandeling is niet in de reisbeschrijving opgenomen, dat mocht klager dus niet verwachten. Voorts heeft klager bevestigd dat de reisbegeleidster vooraf aanwijzingen heeft gegeven en heeft gewaarschuwd.
De commissie ziet ook geen aanleiding voor een “schuldvraag”, maar ziet het gebeurde voor wat het is, namelijk een ongeluk. Heel vervelend voor klager, maar geen aanleiding voor aansprakelijkheid van de reisorganisator.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De klacht is ongegrond.

Het door klager verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 20 april 2017.