Annulering vakopleiding tot professioneel kok

De Geschillencommissie




Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 71593/92049

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De opleiding tot kok zou starten in februari 2020, maar door COVID-19 is dat niet doorgegaan. Het startmoment van de opleiding is daarom naar een later moment in het jaar verplaatst. De consument heeft voor de startdatum de opleiding beëindigd en is het er niet mee eens dat de ondernemer annuleringkosten in rekening brengt. Volgens de commissie is die klacht niet terecht, omdat de opleiding – na het verschuiven van de startdatum – weldegelijk gevolgd kon worden. Dat de consument geen toekomstperspectief in de horeca ziet vanwege COVID-19, is geen reden om geen annuleringskosten te betalen.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst betreffende de ‘Vakopleiding Professioneel Kok’.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft zich bij de ondernemer ingeschreven voor de ‘Vakopleiding Professioneel Kok’.
De opleiding zou starten in februari 2020. Door omstandigheden (COVID-19 virus) zijn de fysieke lessen niet doorgegaan.

De consument heeft de aanvang van de opleiding laten verplaatsen naar september 2020.
Vanaf oktober 2020 zou de consument weer gaan betalen. Ook toen konden nog geen fysieke lessen gegeven worden. In de tussentijd is de consument vier keer telefonisch door de ondernemer benaderd over een betaalachterstand. De consument heeft alle keren meegedeeld dat afgesproken is dat zij vanaf oktober weer zal gaan betalen. Ook heeft de consument hierover twee e-mailberichten van de ondernemer ontvangen, waaronder een e-mailbericht met daarin de aanzegging van een boete.

De consument heeft de opleiding geannuleerd en daar worden nu enorme kosten door de ondernemer voor gevraagd, terwijl de ondernemer niet heeft kunnen leveren wat hij had beloofd. De officiële klacht van de consument is nooit beantwoord door de ondernemer. Op de e-mails van de consument wordt niet gereageerd.

De consument wil geen annuleringskosten betalen. Ook wil zij de gemaakte kosten voor de lessen die zij niet heeft gekregen terugontvangen. De consument wil niet betalen voor het boek wat haar na de annulering is toegestuurd. Dit boek mag de ondernemer bij de consument op komen halen.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft zich op 19 februari 2020 bij de ondernemer ingeschreven voor de ‘Vakopleiding Professioneel Kok’, met startmoment maart 2020. Vanwege de maatregelen rondom het COVID-19 virus konden de bijeenkomsten klassikaal geen doorgang vinden. In overleg met de consument is de opleiding in april 2020 verschoven naar september 2020.

Vlak voor de start van de opleiding, op 20 augustus 2020, bericht de consument de opleiding alsnog te willen annuleren omdat zij haar twijfels heeft over het toekomstperspectief van werken in de horeca. In verband met die annulering is door de ondernemer een bedrag van € 842,50 aan annuleringskosten bij factuur van 9 december 2020 in rekening gebracht dat door de consument is voldaan.

De consument dient in haar klacht ambtshalve niet ontvankelijk te worden verklaard op grond van artikel 5 sub b van het Reglement van de Geschillencommissie. In deze procedure staat immers uitsluitend de verschuldigdheid van de factuur van 9 december 2020 centraal. Hieraan ligt geen inhoudelijke klacht ten grondslag omdat het onderwijs nog van start moest gaan. De consument heeft geen klachten over de door de ondernemer geleverde dienstverlening, het functioneren van personeel of de inhoud van het onderwijs. De commissie mengt zich niet in zuivere betalingsgeschillen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Het geschil vloeit voort uit de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst betreffende de ‘Vakopleiding Professioneel Kok’.

Niet is in geschil dat de consument deze overeenkomst tussentijds heeft opgezegd en de ondernemer haar hiervoor bij factuur van 9 december 2020 een bedrag van € 842,50 in rekening heeft gebracht.

Ten aanzien van het door de ondernemer ingenomen standpunt dat de consument in haar klacht niet-ontvankelijk is, overweegt de commissie het volgende.

Artikel 5 van het toepasselijke Reglement Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen (hierna: reglement) bepaalt dat de commissie de consument in zijn klacht ambtshalve niet ontvankelijk verklaart indien het een geschil betreft over de niet-betaling van een factuur en daaraan geen inhoudelijke klacht ten grondslag ligt.

Uit het vragenformulier waarmee de consument haar geschil met de ondernemer bij de commissie aanhangig heeft gemaakt blijkt dat het geschil betrekking heeft op de factuur van 9 december 2020 van € 842,50. In de toelichting daarop heeft de consument aangegeven dat zij zich niet in (de hoogte van) die kosten kan vinden. Echter, zij stelt ook dat de ondernemer niet heeft kunnen leveren zoals door hem was beloofd, dat de officiële klacht van de consument nooit is beantwoord en op haar e-mails niet is gereageerd door de ondernemer.
Gelet hierop heeft de consument aan het geschil over de niet-betaling van de factuur een inhoudelijke klacht ten grondslag gelegd.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de consument ontvankelijk in de klacht is.

Vervolgens is aan de orde of de ondernemer toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen geldende overeenkomst.

De consument heeft in dit kader aangevoerd dat de ondernemer niet heeft kunnen leveren wat hij heeft beloofd door – begrijpt de commissie – niet de overeengekomen opleiding te geven, op grond waarvan zij meent geen (annulerings)kosten verschuldigd te zijn.

De consument heeft deze klacht echter onvoldoende onderbouwd. Zij onderbouwt niet dat de ondernemer de opleiding niet heeft kunnen geven. Blijkens de standpunten van partijen zijn zij overeengekomen dat de opleiding met startmoment begin 2020 naar een later moment in het jaar zou worden verplaatst. Of dit naar september 2020 (volgens de consument) of naar oktober 2020 (volgens de ondernemer) is verplaatst kan in het midden blijven omdat de consument hoe dan ook voor september 2020, namelijk in augustus 2020, de opleiding op eigen initiatief tussentijds heeft beëindigd. Aldus heeft de consument nog voor de opleiding van start ging de opleiding zelf geannuleerd. Feiten en omstandigheden waaruit zou moeten blijken dat de ondernemer ook in september/oktober 2020 de opleiding niet kon geven zijn gesteld noch gebleken.

Voorts blijkt uit de tussen partijen gevoerde correspondentie dat de consument als reden van de tussentijdse beëindiging heeft opgegeven de huidige crisis waardoor er geen werk in het vak is, aldus vanwege het ontbreken van toekomstperspectief in de horeca voor de consument. Hiervan is echter de ondernemer geen verwijt te maken.

Gelet hierop valt niet staande te houden dat de ondernemer de overeengekomen opleiding niet heeft kunnen geven. Dit betekent dat de ondernemer niet tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen geldende overeenkomst. Andere argumenten op grond waarvan de consument niet gehouden zou zijn de factuur te voldoen heeft zij niet aangevoerd. De consument heeft weliswaar gesteld dat haar officiële klacht nooit is beantwoord en op haar e-mails niet wordt gereageerd door de ondernemer, maar waaruit die officiële klacht bestaat heeft zij niet benoemd. Evenmin stelt zij welke e-mails van haar niet zijn beantwoord en wat die e-mails inhouden. E-mails van de consument heeft de commissie niet aangetroffen in het dossier.

Dit betekent dat de consument deze factuur dient te voldoen. Voor het restitueren van de reeds betaalde kosten voor de lessen die de consument niet heeft gekregen bestaat geen grondslag.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De consument wordt in de klacht ontvankelijk verklaard;

Verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de consument verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer mr. J.A. Frederik, mevrouw drs. W. Nienhuis, leden, op 14 juli 2021.