Annuleringskosten redelijk bij annulering kort voor aanvang

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Opzeggen en annuleren    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 2015-92891

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Consument zegde de plaatsingsovereenkomst kort voor aanvang opvang op, tien maanden na ondertekening. Ondernemer mag annuleringskosten van halve maand in rekening brengen.

Het geschil betreft de vraag of de ondernemer de consument op goede gronden € 165,61 annuleringskosten in rekening heeft gebracht.

De consument heeft op 22 december 2014 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Ergens in februari 2014 is hij met de ondernemer met ingang van 1 januari 2015 de opvang voor één dag per week overeengekomen voor hun kindje dat later dat jaar geboren zou worden. Hij en zijn vrouw hoorden echter geen goede geluiden over de ondernemer en ze zijn dus gaan zoeken naar andere oplossingen. Die hebben zij gevonden in de vorm van een gastouder. De consument heeft de opvangovereenkomst telefonisch en schriftelijk geannuleerd op 16 december 2014.

In de overeenkomst staat dat de overeenkomst voor de ingangsdatum geannuleerd kan worden en dat hier “kosten aan verbonden zijn”. Er zijn tussen partijen nooit afspraken gemaakt over annuleringskosten. Die moeten dus in redelijkheid vastgesteld worden.
De consument is bereid om administratiekosten ad € 30,00 te vergoeden, maar de ondernemer zegt dat er één maand opzegtermijn is. De consument heeft om de komst van de deurwaarder te vermijden onder protest € 165,61 voldaan.
 
De consument wil € 135,61 terugontvangen.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De plaatsingsovereenkomst is op 14 februari 2014 door de consument getekend, hetgeen betekent dat de oude algemene voorwaarden eigenlijk van toepassing zijn, die bepalen dat de annuleringskosten een bedrag tot de kosten over twee maanden mogen bedragen. De ondernemer heeft zeer coulant gehandeld en deze regeling niet toegepast maar slechts de verschuldigde kosten over een halve maand opvang in rekening gebracht

De ondernemer lijdt ook daadwerkelijk schade door de annulering. Doordat de consument op het laatste moment annuleerde heeft hij vergeefs gedurende tien maanden de plaats voor het kind van de consument gereserveerd en dus andere kinderen moeten weigeren. Daarbij is door hem gezorgd voor voldoende personeel om de nieuwe kinderen, waaronder het kind van de consument, op te vangen.

De ondernemer stoort zich aan de toonzetting en woordkeus van de consument, die hij als intimiderend ervaart.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Hij betreurt het enorm dat de consument niet is verschenen. Hij had de kwestie graag met hem in persoon besproken. De ondernemer vindt dat hij alleszins redelijk heeft gehandeld. 
 
Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Nu beide partijen hiernaar verwijzen, gaat de commissie ervan uit dat zij op de 7/14 februari 2014 door hen ondertekende plaatsingsovereenkomst de algemene voorwaarden van de ondernemer van toepassing hebben verklaard. Gezien de datum van ondertekening stelt de ondernemer met recht dat het de ‘oude’ voorwaarden moeten zijn, nu de nieuwe voorwaarden eerst in maart 2014 zijn gaan gelden.

De oude algemene voorwaarden bepalen, in artikel 10:
“Vanaf het moment van ondertekening van de overeenkomst tot de ingangsdatum van de overeenkomst heeft de consument de mogelijkheid de overeenkomst te annuleren. Hiervoor zijn annuleringskosten verschuldigd. De hoogte van de annuleringskosten bedraagt nooit meer dan de verschuldigde betaling voor twee maanden. De ondernemer moet bij het doen van het aanbod de consument informeren over de te volgen procedure en de hoogte van de annuleringskosten.”

De consument stelt dat de kosten niet van tevoren besproken zijn en neemt hiermee derhalve het standpunt in dat de ondernemer aan de voorwaarde in de slotzin van de aangehaalde bepaling geen invulling heeft gegeven. De ondernemer heeft ter zitting erkend dat tussen partijen bij het aangaan van de overeenkomst niet expliciet gesproken is over (de hoogte van) de kosten die met een annulering gepaard zouden gaan. De regeling uit de algemene voorwaarden kan dan ook niet bepalend worden geacht voor de vraag waartoe partijen over en weer gehouden zijn in geval van annulering.

De consument heeft gesteld dat de annuleringskosten ‘redelijkerwijs vastgesteld moeten worden’ en meent dat het bedrag aan annuleringskosten ad € 30,00 toereikend zou moeten zijn. Ook de ondernemer heeft aangevoerd zich door de redelijkheid te hebben laten leiden en, te hebben gerekend met een opzegtermijn van (als heden ten dage gebruikelijk) één maand vanaf het moment van opzegging. De annulering door de consument heeft dan ook per medio januari 2015 effect, zodat de ondernemer heeft volstaan met het bij hem in rekening brengen van de kosten over de eerste twee weken van 2015.

Nu partijen het er derhalve kennelijk over eens zijn dat het bij de consument in rekening brengen van de ‘redelijke kosten’ gepaard gaand met de beëindiging van de overeenkomst op zijn plaats is, kan de commissie zich beperken tot de beantwoording van de vraag of de in dit geval in rekening gebrachte kosten de toets der redelijkheid kunnen doorstaan. Hierbij zij vast opgemerkt dat dit, anders dan de consument betoogt, niet de kosten over een hele, maar die over een halve maand bedragen.

Met recht heeft de ondernemer opgemerkt dat de consument zeer kort voor de ingangsdatum heeft opgezegd en dat hij dientengevolge vergeefs de kindplek tien maanden lang gereserveerd heeft gehouden. Het argument dat hij andere kinderen in die tijd niet heeft kunnen accepteren komt niet onredelijk of onlogisch voor. Bovendien was de periode tussen het moment van annuleren en de afgesproken ingangsdatum dermate kort dat het vullen van de opengevallen plek met een ander kindje schier onmogelijk was. Het is dan ook goed te volgen dat de ondernemer, zoals hij stelt, zijn personeelssamenstelling heeft afgestemd op (ook) het kind van de consument en dat hij door het wegblijven van het kind van de consument schade lijdt. Onder die omstandigheden komt het door de ondernemer bij de consument in rekening gebrachte bedrag, corresponderend met de opvangkosten over een halve maand, geenszins onredelijk voor.

Nu de ondernemer geen consequenties heeft willen verbinden aan de door hem als zodanig ervaren ‘intimiderende’ opstelling van de consument, kan een beoordeling op dit punt achterwege blijven.
De klacht van de consument is ongegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, op 1 april 2015.