
Commissie: Voertuigen
Categorie: Product voldoet niet aan verwachtingen(non-conformiteit)
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
9068/15323
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument klaagt dat er sprake is van non-conformiteit. Na de aanschaf van de auto heeft de ondernemer al tweemaal de distributieketting vervangen. Vervolgens ontstaan er opnieuw problemen en moet de distributieketting wederom vervangen worden. De ondernemer stelt voor om een inruilmotor te monteren. Het arbeidsloon voor het monteren wil de ondernemer doorberekenen aan de consument. De consument wil dat deze kosten voor rekening van de ondernemer komen. De ondernemer stelt dat een motorblok of distributieketting altijd aan slijtage onderhevig zijn en hierdoor standaard kosten voor de consument meebrengen. Er is sprake van non-conformiteit als de auto van de consument niet de eigenschappen bezit die de consument mocht verwachten op grond van de overeenkomst. De commissie oordeelt dat niet vast is komen te staan dat de auto vanwege de defecten niet de eigenschappen had die de consument op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. De klacht wordt ongegrond verklaard.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 20 oktober 2012 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een tweedehands Peugeot 5008.
De levering vond plaats op of omstreeks 20 oktober 2012.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 20 oktober 2012 hebben wij een Peugeot 5008 met een km-stand van 24.500 km bij de ondernemer gekocht. De auto is van 31 mei 2011. Op 16 juli 2013 heeft de ondernemer de distributieketting vervangen bij een km-stand van 33.376. Op 10 oktober 2014 heeft de ondernemer wederom de distributieketting vervangen en ook de motor gereinigd.
Op 27 november 2018 heeft de ondernemer wederom de motor gereinigd naar aanleiding van een storing. De kosten hiervan bedroegen € 441,89. Nu hebben wij tijdens de vakantie ernstige problemen gekregen aan onze auto. Wij hebben uren langs de weg gestaan en uiteindelijk een deel van de vakantie een ander auto gehad. De Peugeot moest op transport naar Nederland. Er is een motorstoring gesteld en de diagnose is dat de distributieketting wederom vervangen moet worden. De ondernemer stelt voor om er een inruilmotor in te zetten. De inruilmotor wordt geleverd door Peugeot en het arbeidsloon wilt de ondernemer aan ons doorberekenen. In alle bovenstaande gevallen heeft de ondernemer nooit aangegeven dat deze problemen met de THP motor (oprekken distributieketting, vervuiling motor en hoog olieverbruik) bekend zijn bij Peugeot. Dergelijke problemen aan een auto als deze behoor je niet te verwachten.
Wij vragen de ondernemer dan ook om de problemen aan onze auto duurzaam op te lossen met de inruilmotor zonder daarbij de kosten van € 966,60 door te rekenen naar ons. Daarnaast verwachten wij dat de ondernemer de gemaakte kosten van € 441,89 die hij op 27 november 2018 aan ons in rekening heeft gebracht voor het reinigen van de motor aan ons terugbetaald. De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft de oude motor niet kunnen bekijken omdat deze niet meer aanwezig was. Ik heb wel gevraagd aan de ondernemer om de motor te bewaren. De door de commissie ingeschakelde deskundige stelt dat de onderhoudsbeurten niet met de juiste interval zijn uitgevoerd. Wij hebben onze auto echter altijd laten onderhouden zodra er een oproep vanuit Peugeot kwam. Daarnaast gaat het hier on een defect aan de motor dat bij Peugeot Nederland bekend is. Verder stelt de door de commissie ingeschakelde deskundige dat er geen aftrek heeft plaats gevonden voor nieuw voor oud. Dat doet echter niet ter zake. Waar het om gaat is dat je van een dergelijke auto mag verwachten dat een distributieketting niet 2 maal vervangen moet worden en vervolgens de motor gereinigd moet worden en de hele motor vervangen moet worden. Wij verwachten dan ook dat de kosten hiervoor voor rekening zijn voor verkoper en verwachten dat de € 441,89 voor het reinigen plus de € 966,60 voor het plaatsen van de nieuwe motor teniet gedaan worden.
De consument verlangt € 1.408,49 van de ondernemer.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument geeft aan het niet eens te zijn met de kosten verband houdende met het vervangen van de distributie ketting en/of motorblok.
Inderdaad heeft de auto bij kilometerstand 33.376 op 16 juli 2013 en op 10 oktober 2014 bij kilometerstand 59.979 een nieuwe distributieketting gekregen in verband met het oprekken van de ketting en zijn de kleppen gereinigd in verband met vervuiling. Deze reparatie is uitgevoerd met verbeterde kwaliteit onderdelen. Deze hiermee verband houdende kosten heeft, ondanks dat de auto al uit de fabriek garantie was, Peugeot Nederland voor zijn rekening genomen.
Vervolgens kreeg de auto op 27 november 2018 bij een kilometerstand van 160.527 km een motorstoring die te wijten was aan een defecte bobine. De herstelkosten hiervoor bedroegen € 441,89. Bij deze reparatie zijn de motor en/of kleppen niet gereinigd, wel is er een toevoeging aan de olie en brandstof gedaan. Deze kosten zijn door de consument betaald. Op 20 september 2019 kreeg de auto bij een kilometerstand van 178.227 km een motorstoring die het gevolg was van het defect raken van de distributiekettinggeleider.
Vanwege de totaal verreden kilometers (178.227) en omdat de consument een duurzame oplossing zocht, hebben wij ondanks dat het onderhoud niet conform de norm was uitgevoerd, een verzoek bij Peugeot Nederland gedaan voor een bijdrage in de kosten. Peugeot stemde er mee in dat zij de kosten van de onderdelen ten bedrage van € 4.299,28 (motorblok) wilde vergoeden. Met consument is overeengekomen dat hij de montagekosten, minus een korting van € 275,– zou betalen. De consument heeft naar aanleiding van dit voorstel zijn akkoord gegeven voor het vervangen van het motorblok. De consument heeft dus voor minimale kosten van € 966,60 een upgrade gehad; zijn auto is motorisch gezien weer als nieuw.
De consument heeft gevraagd de onderdelen te bewaren, echter doordat er op onderdelen statiegeld wordt berekend zijn wij verplicht deze binnen een door Peugeot aangegeven termijn terug te sturen. Pas na die termijn hebben wij een brief gehad van de commissie.
Een motorblok of distributie ketting zal altijd aan slijtage onderhevig zijn en daardoor altijd kosten voor de eigenaar van een auto met zich meebrengen. Wij zijn van mening dat wij en Peugeot Nederland het netjes hebben opgelost.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Op 1 juli 2020 bezochten wij de ondernemer en bespraken wij de onderhavige kwestie met de consument en de ondernemer. Van belang in deze kwestie is de volledige onderhoudshistorie van het voertuig. Wij controleerden de historie van bovengenoemd voertuig en constateerden dat de navolgende onderhoudswerkzaamheden / reparaties werden uitgevoerd:
Datum – Km stand – Werkzaamheden
31-05-2011 – 0 – Voertuig in Nederland geleverd aan eerste eigenaar
19-10-2012 – 24.297 – 30.000 km/24mnd onderhoudsbeurt uitgevoerd bij de ondernemer
20-10-2012 – 24.500 – Voertuig door de familie (…) als occasion aangekocht bij de ondernemer
16-07-2013 – 33.376 – Distributieketting set vervangen bij de ondernemer (garantie PSA)
26-09-2013 – 37.247 – Elektrische waterpomp vervangen bij de ondernemer (garantie PSA)
03-10-2014 – 59.979 – 60.000 km/48mnd onderhoudsbeurt uitgevoerd bij de ondernemer (5.682km overschrijding!)
10-10-2014 – 59.979 – Distributieketting set vervangen en inlaat kleppen gereinigd bij de ondernemer (garantie PSA)
20-01-2016 – 90.759 – 90.000 km/60mnd onderhoudsbeurt uitgevoerd bij de ondernemer (780 km overschrijding)
28-04-2017 – 123.038 – 120.000 km/72mnd onderhoudsbeurt uitgevoerd bij de ondernemer (2.279 km overschrijding)
27-11-2018 – 160.527 – Bougies+bobines vervangen / motor intern spoelen/reinigen bij de ondernemer
19-12-2018 – 161.847 – 150.000 km/96mnd onderhoudsbeurt uitgevoerd bij de ondernemer (8.809 km overschrijding)
06-02-2019 – 164.744 – 0,75 liter motorolie bijgevuld door de ondernemer
21-03-2019 – 168.593 – 1,75 liter motorolie bijgevuld en thermostaathuis vervangen bij de ondernemer
01-07-2019 – 175.293 – 1,75 liter motorolie bijgevuld door de ondernemer
29-08-2019 – 178.227 – motorschade
De onderhoudsinterval van het voertuig is maximaal 30.000 kilometer of eens per 24 maanden. Al naar gelang hetgeen het eerst van toepassing is.
Aan de hand van bovenstaande gegevens concluderen wij dat het voertuig niet volgens de richtlijnen van de fabrikant (PSA) werd onderhouden. Voertuig fabrikanten hanteren een maximum overschrijding van 10% op het service interval. In dit geval is dat dus 3.000 kilometer.
De 60.000 en 150.000 kilometer onderhoudsbeurten werden ruimschoots overschreden.
Het voertuig blijkt in september 2019 reeds te zijn hersteld. De oude/defecte motor is niet meer aanwezig. Dit betreft een zogenaamd ruilonderdeel. De technische aard en oorzaak van de gebreken aan de motor zijn door ons verder niet feitelijk meer te onderzoeken en te bepalen.
Het voertuig werd niet volledig onderhouden volgens richtlijnen van PSA. Echter of dit een rol heeft gespeeld in de motorschade kunnen wij niet meer vaststellen.
Op 21 november 2018 heeft de ondernemer de navolgende reparaties aan het voertuig verricht, welke de consument gecrediteerd wil hebben, te weten:
• Computer uitlezen / resetten
• Vervangen 4x bougie
• Vervangen 4x Pen Bobine
• Brandstofreiniger toegevoegd aan de benzine
• 2 verschillende soorten toevoeging / reinigingsmiddelen toegevoegd aan de motorolie
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument beroept zich op non-conformiteit in de zin van artikel 7:17 BW en verlangt dat de ondernemer op die grondslag in totaal € 1.408,49 aan hem terugbetaald.
Van non-conformiteit is sprake indien een afgeleverde zaak, in casu de auto van de consument, niet de eigenschappen bezit die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Een belangrijke factor om in het onderhavige geval te bepalen wat de consument als koper van zijn auto mocht verwachten, is de wijze waarop de consument en de commissie soortgelijke producten (auto’s) in het maatschappelijk verkeer ziet functioneren. Daarbij is het de vraag of een koper van een auto bepaalde gebreken/reparaties bij een bepaalde leeftijd en kilometerstand mag verwachten. Gezien de wijze waarop de commissie auto’s zoals die van de consument in het maatschappelijk verkeer ziet functioneren, kan de commissie niet tot het oordeel komen dat de auto van de consument vanwege de reparaties die in november 2018 en augustus 2019 hebben plaatsgevonden niet de eigenschappen bezit die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
De werkzaamheden die in november 2018 aan de auto van de consument zijn verricht zijn niet ongebruikelijk voor een auto van (op dat moment) zeven jaar oud met een kilometerstand van 160.527 km.
Met betrekking tot het gebrek dat zich in augustus 2019 heeft geopenbaard, merkt de commissie het volgende op. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen vast dat de motorstoring die zich op 29 augustus 2019 bij een kilometerstand van 178.227 km heeft geopenbaard het gevolg was van het defect raken van de distributiekettinggeleider. De vraag is of de consument dit defect, gezien de wijze waarop de commissie soortgelijke auto’s als de auto van de consument in het maatschappelijk verkeer ziet functioneren, in redelijkheid mocht verwachten. In het onderhavige geval is de omstandigheid van belang dat de auto van de consument een auto betreft met een direct ingespoten benzinemotor. Dit type motor wordt steeds vaker door autofabrikanten gebruikt teneinde te (kunnen) voldoen aan de emissie eisen. Een nadeel van deze op zich modernere motoren is helaas dat men bij de versies die voorzien zijn van een distributieketting niet mag verwachten dat deze kettingen en toebehoren een autoleven lang meegaan. Dit geldt temeer indien niet strikt wordt vastgehouden aan het voorgeschreven onderhoud. Voor de levensduur van een distributieketting, de kettingspanners en de kettinggeleiders is het van groot belang dat de motorolie schoon is en van de juiste kwaliteit. Uit het deskundigenrapport blijkt dat bij een auto zoals die van de consument de olie in ieder geval iedere 30.000 km dient te worden vervangen. Vast staat dat de voorgeschreven 150.000 km beurt echter met bijna 9.000 km is overschreden. Naar het oordeel van de commissie zijn er geen feiten komen vast te staan die maken dat dit aan de ondernemer kan worden toegerekend. Hoewel de door de commissie ingeschakelde deskundige opmerkt dat hij niet (meer) kan vaststellen in hoeverre het overschrijden van de voorgeschreven onderhoudstermijn een rol heeft gespeeld bij de motorschade die zich op 29 augustus 2019 bij een kilometerstand van 178.227 km heeft geopenbaard, kan er in redelijkheid vanuit worden gegaan dat dit feit in ieder geval geen positieve invloed heeft gehad op de te verwachten levensduur van de distributieketting, kettingspanners en kettinggeleiders.
Naar het oordeel van de commissie is niet afdoende komen vast te staan dat de auto van de consument vanwege de defecten die zich in november 2018 en augustus 2019 hebben geopenbaard niet de eigenschappen had die de consument op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. Dat de motor niet meer voor onderzoek beschikbaar was, doet aan het voorgaande niets af. Tussen partijen staat immers niet ter discussie dat de in augustus 2019 opgetreden motorstoring te wijten was aan het defect raken van de distributiekettinggeleider.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit de heer mr. D.P.C.M. Hellegers, voorzitter, de heer A. Vis, mevrouw drs. W. Nienhuis, leden, op 14 oktober 2020.