B’con Issue, ondernemer kan niet verwijzen naar nieuwe leverancier

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Switchprocedure    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: ENE06-2940

De uitspraak:

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument is in maart 2006 overgestapt naar een andere leverancier.
De ondernemer is niet langs geweest om meters op te nemen en heeft een schatting gedaan voor de eindafrekening.
De ondernemer stelt: 75170 en 20209.
Dit moet zijn: 73236 en 19702.
Verschil 2.442 KWh.

De nieuwe leverancier is uiteraard met de standen die de ondernemer heeft doorgegeven begonnen namelijk 75170 en 20209.
Over 2.442 kWh corrigeert de ondernemer alleen de netwerkkosten ad € 68,89.
De elektriciteit, meetkosten en energiebelastingen krijgt de consument van de ondernemer niet terug.
De consument vraagt zich af waarom niet, het is tenslotte 2.442 kWh en dat is bijna € 400,–.
De consument heeft bij brief van 19 december 2006 nog aangegeven dat zij een e-mail wisseling heeft gehad met de nieuwe leverancier. Beide partijen verwijzen de consument telkens door van de ene naar de andere. De huidige leverancier heeft de consument nu laten weten dat het verstandig zou zijn de Geschillencommissie in te schakelen.
De consument heeft de betreffende correspondentie overgelegd.

De consument verlangt betaling van het verschil van 2.442 kWh, welk verschil € 392,08 bedraagt plus alle kosten die de consument heeft moeten maken om haar gelijk te krijgen.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Op het vragenformulier geeft de consument aan dat zij het niet eens is met de correctie op de meterstanden. De consument geeft aan dat zij is overgestapt van de ondernemer naar een andere leverancier. Hierdoor heeft de consument een eindafrekening ontvangen van de ondernemer. De meterstanden op deze eindafrekening blijken niet correct te zijn. De consument heeft via haar nieuwe leverancier een correctie hierop aangevraagd bij de netbeheerder. De ondernemer heeft de meterstanden gewijzigd en de netwerkkosten gecorrigeerd. De consument wenst echter dat ook haar leveringskosten worden gecorrigeerd.
Door de Dte (Directie Toezicht Energie) is vastgesteld dat de nieuwe leverancier verantwoordelijk is voor de switchstand en een eventuele correctie daarop. Bij een switchaanvraag dient de nieuwe leverancier een meterstand door te geven aan de netbeheerder. Hiervoor heeft zij de tijd tot uiterlijk tien werkdagen na de switchdatum. Indien de netbeheerder de meterstand niet binnen de gestelde termijn ontvangt, berekent de netbeheerder de meterstand. Deze meterstand wordt door de netbeheerder doorgegeven aan zowel de oude als de nieuwe leverancier en wordt in het meetregister vastgelegd.
Indien de berekende meterstand niet correct blijkt te zijn, dient de nieuwe leverancier een correctieverzoek in bij de netbeheerder. Hierbij geeft de nieuwe leverancier de juiste meterstand door aan de netbeheerder. De berekende switchstand mag echter niet gewijzigd worden in het meetregister. Daarom wordt het verschil tussen de berekende en correcte switchstand tussen netbeheerder en nieuwe leverancier verrekend. De nieuwe leverancier dient dit verschil met de klant te verrekenen. Tevens corrigeert de netbeheerder zijn gedeelte richting de klant.
De berekende incorrecte switchstand mag niet gewijzigd worden in het meetregister omdat deze al in de reconciliatie is meegenomen. Reconciliatie is de bepaling van het daadwerkelijke verbruik aan de hand van meterstanden in het meetregister. De switchstand is uitgangspunt van de volgende reconciliatie. Wijziging van de stand na reconciliatie zou met zich meebrengen dat de onafhankelijk beheerder hoogspanningsnet de PV partijen/ shipper (verantwoordelijk voor de inkoop van energie) moet crediteren/debiteren en opnieuw moet factureren.
Doordat de nieuwe leverancier een correcte meterstand aanlevert, vindt nieuwe reconciliatie plaats. Dit is de bepaling van het verbruik tussen de berekende switchstand en de correcte meterstand. Hierdoor ontstaat een negatief verbruik. Dit negatieve verbruik wordt door de netbeheerder met de klant verrekend. De klant krijgt dan zijn teveel betaalde netwerkkosten (transportkosten) terugbetaald. Maar de klant dient ook nog de teveel betaalde leveringskosten terug te krijgen. De oude leverancier zal dit niet doen, immers zijn PV-partij heeft ook de inkoop van het afgerekende verbruik toegewezen gekregen. Door de reconciliatie van het negatieve verbruik, krijgt de nieuwe PV-partij de inkoop gecrediteerd. Daarom is het ook terecht dat de nieuwe leverancier de leveringskosten aan de klant terugbetaalt.
De rol van de nieuwe leverancier is op 13 september 2002 vastgelegd in het Platform Versnelling Energieliberalisering; Reconciliatie Elektriciteitsmarkt. Hieruit geciteerd: “Het verschil wordt alsnog als levering toegerekend aan de actuele leverancier in laatste reconciliatieperiode. Indien in voorliggende periodes geswitched is, missen de oude leveranciers alleen marge. De oude leveranciers hebben niet meer ingekocht op whole sale niveau dan wat ook door de oude leveranciers bij de klant in rekening is gebracht. De laatste leverancier heeft plotseling een grotere omzet bij die klant, maar moet het ook zien te innen en krijgt uiteraard ook de inkoopkosten op whole sale niveau toegerekend door reconciliatie”.
Bovenstaande procedure binnen de energiemarkt is inmiddels opgesteld en beschreven in een B’con Issue (HD205E+F); de nieuwe leverancier is verantwoordelijk voor verrekening van het verschil tussen switchstand en correcte stand. B’con is een onafhankelijke organisatie binnen de Nederlandse energiesector. Bijgevoegd is een voorbeeld hoe het herstel plaats zou moeten vinden in geval van een te hoge meterstand. Dit is afkomstig uit B’con Issue HD205E+F.
De ondernemer begrijpt wel dat deze materie, voor met name de klant, ingewikkeld overkomt. De procedures binnen de Nederlandse energiemarkt, zoals vastgesteld door Dte en B’con, zijn zelfs voor energieleveranciers en netbeheerders niet altijd helemaal duidelijk en voor klanten, wie het direct aangaat, maar moeilijk te volgen. Daarom heeft de ondernemer getracht tot overeenstemming te komen met de huidige leverancier van de consument.
Op 8 februari heeft de ondernemer telefonisch contact opgenomen met een medewerker van de nieuwe leverancier om tot een oplossing te komen voor de consument. In dit telefoongesprek gaf de medewerker aan het niet eens te zijn met de ondernemer met betrekking tot bovenstaande procedure.
Het is de verantwoordelijkheid van de nieuwe leverancier om de beschreven procedure in B’con Issue HD205E+F na te komen. De ondernemer kan hierin niets voor de consument betekenen.

Conclusie
De ondernemer heeft de correctie juist afgehandeld. Het netwerkgedeelte van de eindafrekening is gecorrigeerd volgens voorgaand beschreven procedure. De nieuwe leverancier van de consument dient het leveringsgedeelte te corrigeren. Zij ontvangt immers het te veel ingekochte verbruik terug dat is vastgesteld tussen de switchstand en de correcte meterstand.

De ondernemer verzoekt de commissie de consument met haar klacht door te verwijzen naar haar huidige leverancier.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Allereerst merkt de commissie op, dat tussen de consument en de ondernemer op basis van de destijds gesloten overeenkomst een civielrechtelijke band bestaat, tengevolge waarvan de consument niet gebonden kan worden door hetgeen de ondernemer met derden afspreekt over het bepalen van de hoogte van de meterstanden. De sectorafspraak, waar de ondernemer zich op beroept, kan derhalve niet ten nadele van de consument werken, zeker nu de nieuwe leverancier tegenover de ondernemer aangegeven heeft de betreffende B’con procedure niet te erkennen. Vast staat, dat de ondernemer het energieverbruik onjuist berekend heeft en de netwerkkosten zijn terugbetaald. De ondernemer dient derhalve ook het teveel betaalde ad € 323,28 terug te betalen aan de consument.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 323,28. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Overeenkomstig het reglement van de commissie dient de ondernemer een bedrag van € 25,– te vergoeden aan de consument ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 28 februari 2007.