
Commissie: Centrale Antenne Inrichtingen
Categorie: Algemene voorwaarden
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
CAI09-0083
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kosten met betrekking tot acceptgirokaarten. De consument heeft medio 2007 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Al geruime tijd belast de ondernemer mij met kosten inzake het toezenden aan mij van acceptgirokaarten. Ik vind dat een onterechte zaak. Ik heb in het geding gebracht een uitspraak van de rechtbank Haarlem d.d. 23 juli 2009 met zaak/rolnummer: 415843 / CV EXPL 09-1336. In die uitspraak heeft de kantonrechter in een vergelijkbare zaak beslist dat het in rekening brengen van toeslagen ingeval van acceptgirokaarten onterecht is. Met name is in de uitspraak opgenomen: ‘Maar ook al zouden deze voorwaarden wel een grondslag bieden voor het in rekening brengen van dergelijke kosten, dan nog zou de kantonrechter deze als onredelijk bezwarend buiten toepassing laten. Het is immers onredelijk bezwarend te achten om een consument op straffe van een kostenopslag feitelijk te dwingen tot het afgeven van een machtiging tot automatische afschrijving’. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Vroeger betaalde ik het abonnementsgeld tegelijkertijd met de energienota. Het abonnementsgeld was onderdeel van de energienota. De betaling ging per acceptgiro. Er werd toen geen toeslag in rekening gebracht. Sinds medio 2005 wordt de inning van het abonnementsgeld rechtstreeks door de rechtsvoorganger van de ondernemer gedaan. De betreffende brief d.d. april 2005 heb ik aan de stukken gehecht. Uit die brief blijkt dat ik een acceptgirotoeslag ad € 1,25 moet betalen. Ik heb bezwaar aangetekend tegen de extra kosten. Ik heb daarover 4 à 5 keer telefonisch contact met de ondernemer en haar rechtsvoorganger gehad. Ook heb ik één keer per brief tegen het in rekening brengen van de toeslag geprotesteerd. Ik kan dienaangaande geen bewijs in het geding brengen. Ik betaal de rekening niet per acceptgiro, maar ik betaal via [mijn bank]. Ik wil geen automatische afschrijving. Dan weet je nooit wanneer het betreffende bedrag van je bankrekening wordt afgeschreven. Ik wil de vrijheid hebben om zelf te bepalen wanneer ik het abonnementsgeld betaal. Ik heb nog niet een digitale nota ontvangen. Volgens mij zou dat nu wel mogelijk moeten zijn. De consument verlangt terugbetaling van ten onrechte in rekening gebrachte acceptgirotoeslagen ad € 82,50 en betaling door de ondernemer van gederfde rentepenningen ad € 54,45. De schriftelijke toezegging van de ondernemer dat zij nimmer meer een toeslag in rekening zal brengen voor ‘niet-automatische afschrijvingen’. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument beroept zich op een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem. De situatie waarop die uitspraak betrekking heeft, is echter anders dan die bij de ondernemer. In artikel 12 van de Algemene Basisvoorwaarden (hierna: AV) van de ondernemer staat dat ‘betaling van alle verschuldigde vergoedingen plaats vindt door automatische incasso, tenzij de Klant en de ondernemer anders overeenkomen’. Vervolgens wordt in artikel 11 van de AV uitdrukkelijk de kosten van het genereren en verzenden van acceptgiro’s genoemd. Ook staat in de uitspraak van de Rechtbank te Haarlem dat de rechter van oordeel is dat indien wel de verschuldigdheid voor het betalen voor acceptgiro’s in de AV zou zijn opgenomen, dit een onredelijk bezwarende bepaling zou zijn omdat de betreffende klanten één kosteloos alternatief hebben om hun rekening te betalen en op die manier volgens de rechter worden gedwongen om die kosten te betalen. De ondernemer biedt naast betaling via acceptgiro’s ook twee gratis betaalmogelijkheden aan. Namelijk betaling via automatische incasso of via de eigen internet telebankieromgeving te kiezen voor de digitale nota [via mijn bank]. Helaas is deze laatste betaalmogelijkheid nog niet bij alle Nederlandse banken beschikbaar. De ondernemer biedt dus drie betalingsmethoden aan, waarvan er twee gratis zijn. Vervolgens wijst de ondernemer naar eerdere bindende adviezen in zaken met betrekking tot incasso van abonnementsgelden. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De consument beroept zich op de beslissing van de kantonrechter zoals geformuleerd in de uitspraak d.d. 23 juli 2009 met zaak/rolnummer: 415843 / CV. In zijn beoordeling van het geschil overweegt de kantonrechter in de eerste plaats dat gedaagden bevoegd zijn het verschuldigde via internet aan de eiseres over te maken. Die bevoegdheid is contractueel niet uitgesloten of beperkt. Dat eiseres voor het administreren van inkomende betalingen kosten moet maken ligt voor de hand. Dergelijke kosten behoren volgens de uitspraak tot de algemene bedrijfskosten die eiseres via haar tarieven terug moet zien te verdienen. Vervolgens overweegt de rechter: ‘Dat is alleen anders indien partijen daarover rechtsgeldig iets anders zouden hebben afgesproken. Daarvan is echter niets gebleken. De AV van eiseres zwijgen daarover’. Echter, in tegenstelling tot hetgeen in de uitspraak wordt overwogen, heeft de ondernemer in haar AV wel een bepaling inzake de kosten van een acceptgiro opgenomen. De consument betwist niet gemotiveerd dat die AV van toepassing zijn. Wel heeft de consument ter zitting gesteld dat hij voor dat hij het geschil aanhangig maakte, zowel mondeling als schriftelijk de ondernemer meermalen heeft medegedeeld dat hij het niet eens is met het in rekening brengen van de litigieuze kosten. Echter, de consument heeft met betrekking tot zijn stelling geen begin van bewijs in het geding gebracht. In de volgende overweging overweegt de rechter: ‘Maar ook al zouden deze voorwaarden wel een grondslag bieden voor het in rekening brengen van dergelijke kosten, dan nog zou de kantonrechter deze als onredelijk bezwarend buiten toepassing laten. Het is immers onredelijk bezwarend te achten om consumenten op straffe van een kostenopslag feitelijk te dwingen tot het afgeven van een machtiging tot automatische afschrijving’. De commissie begrijpt dat de consument een beroep doet op hetgeen de rechter in deze overweging heeft overwogen. Uit de uitspraak blijkt de commissie dat in de Haarlemse zaak het onderwerp van de tussen eiseres en gedaagde gesloten overeenkomst de levering van ‘warmte’ is. In deze zaak is sprake van de levering van een dienst door de ondernemer en gaat het om het antwoord op de vraag of het in rekening brengen van de kosten van het toezenden van een (papieren) rekening, inclusief een acceptgirokaart, onredelijk bezwarend voor de consument zijn. Ter beantwoording van die vraag, moeten de stellingen van partijen getoetst worden aan het bepaalde in artikel 6:233 Burgerlijk Wetboek. In het bijzonder moet worden gelet op de wederzijdse kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval. De ondernemer heeft gesteld dat zij naast betaling via de acceptgiro, ook twee gratis betaalmogelijkheden aanbiedt. Wel is het zo dat één betaalmogelijkheid nog niet bij alle banken beschikbaar is. De consument heeft gesteld dat hij zelf wil bepalen wanneer hij het verschuldigde bedrag wil betalen. Naar het oordeel van de commissie gaat het in deze zaak om de afweging van de belangen van partijen. Het belang van de ondernemer is om de kosten van facturering en inning van het verschuldigde bedrag zo laag mogelijk te houden. Dat de ondernemer (extra) kosten moet maken om een (papieren) factuur naar de consument te sturen en vervolgens moet controleren òf en wanneer het verschuldigde bedrag is betaald, heeft de ondernemer wel aannemelijk gemaakt. Daarbij komt dat het de commissie uit andere zaken bekend is dat de ondernemer niet de volledige kosten aan de consument in rekening brengt. De commissie is van oordeel dat de bepaling in de AV inzake het in rekening brengen van de kosten in beginsel bezwarend is voor de consument. Echter, voor de consument is er ook compenserende voordeel voor het bezwarende beding. Immers, hij mag zelf bepalen wanneer hij de betreffende factuur, zij binnen de overeengekomen termijn, betaalt. Die vrijheid, zo heeft de consument tijdens de zitting naar voren gebracht, is voor hem van groot belang. Hij wil, door op een door hemzelf gekozen moment het verschuldigde te betalen, voorkomen dat de ondernemer, op grond van een incassomachtiging, op een voor de consument somtijds ongelegen datum, het verschuldigde bedrag van de bankrekening afschrijft. Het bovenstaande leidt tot het oordeel van de commissie dat, gelet op de belangenafweging van partijen, het voor de consument bezwarende beding, niet als een onredelijk bezwarend moet worden gekwalificeerd. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Centrale Antenne Inrichtingen op 12 maart 2010.