Commissie: Energie Zakelijk
Categorie: Eindafrekening / Meterstanden
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
225682/235003
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Volgens de verbruiker/aangeslotene is de eindafrekening voor de leveranties van elektriciteit en gas ten
onrechte opgemaakt op basis van berekende waarden en niet op basis van de werkelijke meterstanden.
De uitspraak
Beoordeling
De verbruiker/aangeslotene heeft ter zitting aangegeven dat voor wat betreft de eindafrekening van de
elektriciteit, inmiddels nog slechts sprake is van een verschil van 5 kWh tussen de opgegeven
meterstanden en de in de afrekening verwerkte meterstanden. Zij gaat ervan uit dat het bedrijf, zoals ook is
toegezegd, de afrekening op dit punt nog zal corrigeren.
Met betrekking tot de gasstanden discussiëren partijen over de vraag wanneer de gasmeter is verwisseld,
in januari 2022 of januari 2023 en in het verlengde daarvan wat de juiste meterstanden zijn.
Door de verbruiker/aangeslotene is een werkbon overgelegd, gedateerd 25 januari 2022, waarop staat
vermeld dat op die datum de gasmeter op het aansluitadres van de verbruiker/aangeslotene door een
monteur van Stedin is vervangen wegens schade aan het telwerk. Op deze bon staat 52575 vermeld als
einstand van de oude meter. Voorts blijkt uit de stukken dat de verbruiker/aangeslotene op
22 augustus 2022 is overgestapt naar een nieuwe leverancier. Bij deze leverancier is 00185 als beginstand
van de gasmeter genoteerd. Daarnaast heeft de verbruiker/aangeslotene een e-mail van Stedin van
13 december 2022 overgelegd waaruit blijkt dat door Stedin werkzaamheden zijn uitgevoerd op het
aansluitadres van de verbruiker/aangeslotene en dat zij daarom de meterstanden hebben opgenomen. De
stand van de gasmeter bedroeg toen 00250.
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de commissie onomstotelijk dat de gasmeterwisseling per
25 januari 2022 heeft plaatsgevonden en dat de oude meter is verwijderd bij een stand van 52575. Dat
Stedin een en ander administratief niet goed heeft verwerkt en in eerste instantie ten onrechte aan het
bedrijf heeft gemeld dat de meterwisseling een jaar later zou hebben plaatsgevonden, doet daar niet aan
af.
Uit de stukken blijkt voorts genoegzaam dat de stand van de per 25 januari 2022 geïnstalleerde nieuwe
meter bij de overstap naar de nieuwe leverancier met ingang van 22 augustus 2022 00185 bedroeg.
De commissie stelt voorop dat de door Stedin bepaalde meterstanden leidend zijn. Het bedrijf dient met de
verbruiker/aangeslotene op basis daarvan de daadwerkelijk verbruikte m3 gas af te rekenen en niet op
basis van geschatte meterstanden van een gasmeter die al lang is verwijderd.
De verbruiker/aangeslotene heeft aangegeven dat zij dat laatste eindnota onder protest heeft voldaan
inclusief de daarbij in rekening gebrachte boete ten bedrage van € 80,44. Deze boete is, gelet op het
voorgaande, ten onrechte opgelegd en dient het bedrijf te crediteren. Voorts dient het bedrijf de
verbruiker/aangeslotene ten behoeve van haar administratie over de periode
augustus 2021 – augustus 2022 de aangepaste facturen te verstrekken.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Bepaalt dat het bedrijf aan de hand van de hiervoor weergegeven door Stedin bepaalde standen van de
gasmeter de eindafrekening per 22 augustus 2022 dient op te stellen.
Bepaalt dat de aan de verbruiker/aangeslotene de in rekening gebrachte boete wordt gecrediteerd.
Bepaalt dat het bedrijf de juiste facturen over de periode augustus 2021-augustus 2022 dient te
verstrekken.
Bovendien dient het bedrijf overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 181,50 aan
de verbruiker/aangeslotene te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is het bedrijf aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.
Deze behandelingskosten worden geheel betaald.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie zakelijk, bestaande uit mevrouw mr. E.A.G.M. van
Rens, voorzitter, de heer R.A. Timmer, de heer J.H.L. den Otter, leden, op 19 februari 2024.