Commissie: Advocatuur
Categorie: Beëindiging overeenkomst / Overlast
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
199983/225388
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft de beëindiging van de cliënt-advocaat relatie door de advocaat. De cliënt heeft aangevoerd dat hij werd bijgestaan door de advocaat in een geschil dat hij had met de woningbouwcorporatie over de woning die hij huurt. Het geschil betrof geluidsoverlast. Er zijn tweemaal metingen uitgevoerd en na de tweede meting wilde de cliënt de procedure voortzetten. De advocaat wilde ten onrechte geen procedure starten. De advocaat heeft de woningbouwcorporatie aangeschreven, waarna door de corporatie werkzaamheden zijn uitgevoerd. De cliënt stelde daarna dat nog steeds sprake was van hinder. Uit de geluidsmeting bleek dat er geen sprake was van een overschrijding van de normen. De consument wilde alsnog nadere stappen richting de verhuurder ondernemen. De advocaat heeft medegedeeld dat het haar niet zinvol leek zolang er geen nieuw objectief bewijs was dat de normen nog steeds werden overschreden. Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie als volgt. De commissie merkt op dat in het algemeen geldt dat een advocaat door het aanvaarden van een opdracht een inspanningsverplichting op zich neemt en geen resultaatsverplichting. Het enkele feit dat mogelijkerwijs niet het door de cliënt gewenste en beoogde resultaat is behaald, betekent niet dat de advocaat niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelende advocaat verwacht mag worden. Ook blijkt niet uit de bestudeerde stukken dat de advocaat tekort is geschoten. De klacht wordt dan ook ongegrond verklaard.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de beëindiging van de cliënt-advocaat relatie door de advocaat.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken en hetgeen op zitting
naar voren is gebracht. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De cliënt heeft aangevoerd dat hij werd bijgestaan door de advocaat in een geschil dat hij had met de
woningbouwcorporatie over de woning die hij huurt. Het geschil betrof geluidsoverlast. Er zijn tweemaal
metingen uitgevoerd en na de tweede meting wilde de cliënt de procedure voortzetten. De advocaat wilde
ten onrechte geen procedure starten. De advocaat heeft na drie jaar besloten de relatie te beëindigen
terwijl er geen bevredigend resultaat in de zaak is behaald. In die drie jaar tijd is veel gebeurd en
gecommuniceerd. De samenwerking en de communicatie is niet altijd goed verlopen. De zaak is niet
opgelost en de advocaat is tekortgeschoten.
De klachten zijn voorgelegd aan de klachtenfunctionaris van het advocatenkantoor. De klacht is evenwel
ongegrond verklaard.
De cliënt verzoekt de commissie te bepalen dat de advocaat de cliënt weer bij dient te staan en het geschil
met de woningbouwcorporatie op de juiste manier wordt afgehandeld.
Standpunt van de advocaat
Voor het standpunt van de advocaat verwijst de commissie naar de overgelegde stukken en hetgeen op de
zitting naar voren is gebracht. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De advocaat heeft aangevoerd dat de cliënt een geschil had met de woningbouwcorporatie over
geluidsoverlast in de woning die hij van de woningbouwcorporatie huurde. De advocaat heeft de
woningbouwcorporatie aangeschreven, waarna door de corporatie werkzaamheden zijn uitgevoerd. De
cliënt stelde daarna dat nog steeds sprake was van hinder. De woningbouwcorporatie heeft vervolgens een
geluidsmeting laten uitvoeren. Uit die meting bleek dat er geen sprake was van een overschrijding van de
normen. De consument wilde evenwel nadere stappen richting de verhuurder ondernemen. De advocaat
heeft medegedeeld dat het haar niet zinvol leek zolang er geen nieuw objectief bewijs was dat de normen
nog steeds werden overschreden. De advocaat heeft daarbij gewezen op de mogelijkheid van een contraexpertise. De cliënt wilde niet overgaan tot het verzamelen van bewijs dan wel een contra-expertise. De
advocaat heeft toen wederom medegedeeld dat er op dat moment in haar ogen geen reden was om een
procedure te starten.
De advocaat heeft desondanks wel nog de verhuurder aangeschreven. Uit de door de cliënt overgelegde
correspondentie blijkt dat er uitgebreid gecommuniceerd is met de verhuurder en de cliënt. In november
2022 is uitgebreid toegelicht waarom de advocaat de zaak zou afronden. De cliënt is de advocaat nadien
op vrij dwingende toon blijven e-mailen. De advocaat heeft meerdere e-mails gestuurd en heeft de
consument wederom telefonisch gesproken.
De advocaat mocht in de gegeven omstandigheden de samenwerking beëindigen, hetgeen onder andere
volgt uit de algemene voorwaarden behorende bij de overeenkomst tot opdracht. De advocaat en de
consument verschilden zodanig van mening over de te volgen strategie dat ook daarmee verdere bijstand
niet meer mogelijk was. De cliënt kan de advocaat niet dwingen bepaalde stappen te nemen in een zaak.
De cliënt had zich tot een andere advocaat kunnen wenden.
De advocaat verzoekt de commissie de klacht ongegrond te verklaren.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de
advocaat hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en
redelijk handelende advocaat.
De commissie stelt vast dat de cliënt en de advocaat gedurende ruim twee jaar veelvuldig contact met
elkaar hebben gehad over een geschil dat de cliënt met de woningcorporatie – waarvan hij een woning
huurde – had. De advocaat is, na enige onderzoeken die in opdracht van de woningcorporatie zijn
uitgevoerd, tot de conclusie gekomen dat er geen beter resultaat te verwachten viel met verdere
bemoeienis van haar bij het geschil. In het bijzonder omdat uit de geluidsmeting naar voren kwam dat de
geluidshinder binnen de normen viel. De cliënt wilde een procedure beginnen bij de rechter waar de
advocaat van mening was dat dit vanwege gebrek aan bewijs onvoldoende kans van slagen zou hebben.
De advocaat heeft kenbaar gemaakt dat een andere advocaat anders tegen het geschil zou kunnen
aankijken waarbij de suggestie is gedaan naar een andere advocaat te zoeken. Naar de commissie begrijpt
heeft de cliënt geen andere advocaat geraadpleegd.
De commissie merkt op dat in het algemeen geldt dat een advocaat door het aanvaarden van een opdracht
een inspanningsverplichting op zich neemt en geen resultaatsverplichting. Het enkele feit dat mogelijkerwijs
niet het door de cliënt gewenste en beoogde resultaat is behaald, betekent dan ook niet dat de advocaat
niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelende advocaat verwacht mag
worden. Dat de advocaat op enige wijze is tekortgeschoten in haar werkzaamheden voor de cliënt is niet
gebleken. De commissie is van oordeel dat de advocaat op redelijke gronden over heeft kunnen gaan tot
beëindiging van de bijstand die zij verleende aan de cliënt. De bijstand is daarbij op zorgvuldige wijze
beëindigd.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de cliënt verzochte af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Advocatuur, bestaande uit de heer mr. J. van der Groen,
voorzitter, de heer H.W. Zuur, mevrouw mr. M.J. de Groot, leden, bijgestaan door de heer mr. N. van Gelder
als (plaatsvervangend) secretaris, op 14 november 2023.