Commissie: Energie
Categorie: Kosten / Depot
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ENE08-2310
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil vloeit voort uit een eindafrekening van de ondernemer 1. van 7 mei 2007 terzake de levering van gas; bij de overstap/switch van de consument van de ondernemer 1. naar de ondernemer 2. heeft de ondernemer 1. een te hoge gasstand gehanteerd. De consument heeft in april 2007 de klacht voorgelegd aan de ondernemer 1. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Per 12 april 2007 ben ik voor de levering van gas overgestapt van de ondernemer 1. naar de ondernemer 2. De eindafrekening van de ondernemer 1. is niet correct omdat de meterstand voor wat betreft de levering van gas veel te hoog was. De meterstand stond op het moment van de overstap op 6.212 m3 en mij is in rekening gebracht door de ondernemer 1. 6.906 m3, derhalve ± 1.700 m3 teveel. Ik heb contact gehad met zowel de ondernemer 1. als de ondernemer 2., maar zij verwijzen naar elkaar voor het vervaardigen van een daadwerkelijke correctie voor het leveringsgedeelte. Ik heb wel een correctie gehad terzake de netwerkkosten van de netbeheerder. De consument verlangt dat er een correctienota komt waardoor het daadwerkelijke verbruik bij hem in rekening wordt gebracht (en het teveel betaalde aan hem zal worden terugbetaald). Standpunt van de ondernemer 1 Hoewel de ondernemer 1. en de consument inmiddels een minnelijke regeling/schikking hebben getroffen wordt het standpunt van de ondernemer 1. hieronder toch – in het kort – weergegeven ten behoeve van de beoordeling van de zaak voor wat betreft de klacht tegen de ondernemer 2. Het standpunt van de ondernemer 1. luidt in hoofdzaak als volgt. De consument is voor de levering van gas per 12 april 2007 overgestapt van de ondernemer 1. naar de ondernemer 2. De gasstand zoals die is opgenomen op de eindafrekening van de ondernemer 1. is niet correct. De consument heeft via zijn nieuwe leverancier de ondernemer 2. een correctie aangevraagd bij de netbeheerder en die heeft een correctie uitgevoerd en de netwerkkosten gecorrigeerd. De consument wenst echter ook dat zijn leveringskosten worden gecorrigeerd. De ondernemer 1. verwijst de consument daarvoor naar de ondernemer 2. De DTE (Directie Toezicht Energie) heeft vastgesteld dat de nieuwe leverancier – in casu de ondernemer 2. – verantwoordelijk is voor de aanvraag van een eventuele correctie op de berekende en gehanteerde meterstand. Binnen de Nederlandse Energiesector zijn via de onafhankelijke organisatie [naam onafhankelijke organisatie] een aantal marktafspraken gemaakt (B’con Issues) en in B’con Issue HD 247 is vastgelegd dat het klantencontact via de actuele en huidige energieleverancier dient te verlopen. Conform de toepasselijke B’con Issues HD 205E en HD 205F is er in deze zaak een correctierekening door de keten heen gemaakt door de netbeheerder (de ondernemer 3.) en dat betreft optie 2 van de B’con Issue en dat betekent dat de ondernemer 2. de consument dient te crediteren voor het leveringsgedeelte. Standpunt van de ondernemer 2 Het standpunt van de ondernemer 2. luidt in hoofdzaak als volgt. De consument is in april 2007 van de ondernemer 1. als leverancier overgestapt naar de ondernemer 2. als leverancier. De eindstand van de ondernemer 1. sluit niet aan op de beginstand van de ondernemer 2. De stand welke door de ondernemer 2. is gehanteerd, is de correcte stand. De netbeheerder heeft de meterstand aangepast en gecorrigeerd. Dat dient de ondernemer 1. derhalve ook te doen. Vaststaat dat het in deze zaak betwiste verbruik niet door de ondernemer 1. is geleverd zodat de ondernemer 1. dat gedeelte dient te crediteren. De ondernemer 2. verzoekt dan ook de klacht jegens haar ongegrond te verklaren. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Nu de ondernemer 1. en de consument een schikking/minnelijke regeling zijn overeengekomen komt de commissie niet meer toe aan een inhoudelijke beoordeling van hun geschil. Ten aanzien van de ondernemer 2. beslist de commissie als volgt. De consument maakt terecht aanspraak op een correctie. Vaststaat dat de ondernemer 1. gas bij de consument in rekening heeft gebracht dat hij niet aan de consument heeft geleverd. Vaststaat verder dat de ondernemer 2. bij zijn levering van gas aan de consument is uitgegaan van de juiste (lagere) meterstand voor gas. De commissie hanteert als uitgangspunt dat een ondernemer (energieleverancier) aan de consument niet meer mag berekenen dan dat hij aan de consument heeft geleverd. Daaruit volgt dat de energieleverancier die meer in rekening heeft gebracht dan de consument heeft verbruikt, dit dient te corrigeren. De B’con Issues waarop de ondernemers zich (hebben) beroepen bieden klaarblijkelijk geen éénduidige oplossing en kunnen de consument – zoals in deze zaak – in de kou laten staan. Het geschil over de toepassing van de B’con Issues en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid tussen de ondernemers regardeert de consument niet. De commissie stelt vast dat de B’con Issues afspraken behelzen tussen leveranciers en niet is komen vast te staan op welke gronden de consument gebonden is aan deze afspraken. Het is ook niet aan de commissie om in dit verband te oordelen over de uitleg van de genoemde B’con Issues waarover tussen de ondernemers kennelijk verschil van inzicht bestaat c.q. bestond. Uit het voorgaande volgt dat de commissie van oordeel is dat de ondernemer 2. niet tot terugbetaling van het door de ondernemer 1. teveel in rekening gebrachte bij de consument gehouden is. De ondernemer 2. treft geen blaam zodat de klacht tegen de ondernemer 2. ongegrond wordt geacht. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De klacht jegens de ondernemer 2. wordt ongegrond verklaard. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer 1. aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 20 april 2009.