
Commissie: Water
Categorie: Installatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ENE07-0626
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de watermeterplaatsing.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
In het kader van het bemeteringsproject dat thans gaande is en waarbij het complex waarin de consument woont betrokken is, hanteert de ondernemer het uitgangspunt dat elke woning wordt voorzien van één watermeter. De consument verlangt dat er twee meters in zijn woning worden geplaatst, omdat hij bezwaar heeft tegen de aanleg van een lange koppelleiding door de woning.
Die koppelleiding is nodig omdat de drinkwaterinstallatie ter plaatse wordt gevoed door twee stijgleidingen waardoor één verbinding met de ene stijgleiding moet worden verbroken en dit los gekoppelde deel van de installatie verbonden moet worden door middel van een koppelleiding met de andere stijgleiding die de andere zijde van de woning van drinkwater voorziet.
Artikel 11 van de op de overeenkomst met de consument van toepassing zijnde algemene voorwaarden geeft aan dat in beginsel slechts één watermeter per perceel wordt toegestaan. Het één-watermeter-principe dient een lange termijn doel, inhoudende dat de ondernemer geen dubbele administratie hoeft in te richten en bij te houden.
De consument kan voor wat betreft de koppelleiding kiezen uit aanlegvarianten die in een modelwoning te zien zijn geweest. De leidingen worden zoveel mogelijk weggewerkt in leidingkokers, waardoor een esthetisch verantwoorde oplossing wordt geboden, zeker vergeleken met de verwarmingsbuizen die kort geleden tijdens de renovatie met goedvinden van de bewoners zijn aangelegd en niet zijn weggewerkt. Het betreft een huurwoning en de eigenaar van de woning van de consument heeft geen bezwaar tegen het één-watermeter-principe en het installeren van een koppelleiding door de woning.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Er zijn zo’n 1.100 woningen waarbij deze materie actueel is. Het gaat om een aantal flatgebouwen die in eenzelfde tijd zijn gebouwd. Over het algemeen wordt en werd er weinig gebouwd met twee stijgleidingen als waarvan in dit geschil sprake is.
Voor de ondernemer heeft het één-watermeter-principe grote voordelen. Er hoeft maar één afrekening te worden verzorgd, het opnemen van de meter is veel makkelijker en de plaatsing van twee meters levert hogere kosten op voor de consument.
In uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld als sprake is van een monument wordt er wel overgegaan tot het plaatsen van twee meters. Hij kan niet uitsluiten dat er incidenteel ook in gebouwen die geen monument zijn, is overgegaan tot het plaatsen van twee meters zoals de consument heeft aangegeven.
Ter illustratie is een leidingkoker mee genomen naar de zitting, welke aan de commissie en de consument wordt getoond.
De ondernemer verlangt dat de consument verplicht is mee te werken aan de plaatsing van één watermeter in zijn woning en te dulden dat daartoe koppelleidingen conform de uitvoering in de modelwoning worden aangelegd naar keuze uit de standaard uitvoering alternatief 1 of alternatief 2.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Uit niets blijkt dat de ondernemer gerechtigd is om maar één meter te plaatsen. In de algemene voorwaarden die eenzijdig zijn vastgesteld en waarnaar de ondernemer verwijst staat weliswaar dat er in beginsel één meter wordt geplaatst, maar dat betekent niet dat er geen mogelijkheid zou zijn om van de standaard af te wijken; er zou op zijn minst een belangenafweging plaats moeten vinden.
Het aanleggen van de geplande koppelleidingen door de woning in alle voorgestelde varianten is onesthetisch. De consument is bereid de kosten van de plaatsing van een tweede watermeter te voldoen en de huiseigenaar is bereid daarvoor garant te staan.
Niet de ondernemer is verantwoordelijk voor het inrichten en voeren van de administratie maar een andere ondernemer zorgt daarvoor. Bovendien heeft de ondernemer al elders eerder twee meters in vergelijkbare woningen, als waarin de consument woont, geplaatst.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Het gaat om een huurwoning. Hij zou de extra kosten van een tweede meter wel voor zijn rekening willen nemen maar is daartoe niet in staat. De consument legt – met instemming van de ondernemer- een krantenknipsel over waarin wordt geschreven over de andere woningen waarin wel 2 meters zijn geplaatst.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Op grond van artikel 11 van de op de tussen partijen bestaande overeenkomst geldende Algemene Voorwaarden Evides N.V. dient als uitgangspunt te gelden dat in het bemeteringsproject waarvan in deze sprake is, er in beginsel één meter wordt geplaatst per woning. De consument is met het aangaan van die overeenkomst akkoord gegaan met die voorwaarden; dat de ondernemer die voorwaarden heeft opgesteld maakt dat naar het oordeel van de commissie niet anders.
De belangen die de ondernemer zegt te hebben bij dit uitgangspunt zijn naar het oordeel van de commissie niet onredelijk te noemen. Dat een ander dan de ondernemer de administratie voert ten aanzien van de levering van water is niet aannemelijk geworden.
De consument heeft gelijk dat bedoeld uitgangspunt niet absoluut heeft te gelden en dat er zich omstandigheden kunnen voordoen die het plaatsen van twee meters kan rechtvaardigen.
Naar het oordeel van de commissie doen zich in de onderhavige zaak dergelijke omstandigheden echter niet voor.
De consument heeft niet concreet aangegeven waarom precies iedere door de ondernemer voorgestelde variant dermate lelijk is dat van de consument niet kan worden verlangd dat hij die accepteert. Daar komt bij dat als onweersproken door de ondernemer is gesteld dat de eigenaar van de woning van de consument instemt met het plaatsen van één meter met een koppelleiding. Dit is van belang omdat het uitvoeren van het bemeteringsproject leidt tot duurzame aanpassingen van de woning.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht van de ondernemer gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de ondernemer verlangde wordt toegewezen.
De consument is verplicht mee te werken aan de plaatsing van één watermeter in zijn woning en te dulden dat daartoe koppelleidingen conform de uitvoering in de modelwoning worden aangelegd naar keuze uit de standaard uitvoering alternatief 1 of alternatief 2.
Bovendien betaalt de consument overeenkomstig het reglement aan de ondernemer klachtengeld ten bedrage van € 25,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 15 augustus 2007.