
Commissie: Thuiswinkel
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
705816/736078
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Op 9 juli 2024 kocht een consument drie op maat gemaakte schuifdeuren met spiegels voor € 1.535,91. Bij het uitpakken van de laatste deur op 15 september ontdekte de consument een barst in de spiegel. De ondernemer weigerde aansprakelijkheid, omdat de schade te laat gemeld zou zijn en de deur intussen was verplaatst. De consument stelde echter dat de schade al bij levering aanwezig was en dat de melding tijdig is gedaan. De ondernemer hield vol dat schade uiterlijk 24 uur na levering gemeld moest worden, zoals vermeld op de factuur, en bood slechts 10% korting aan. De commissie oordeelde dat de wettelijke meldtermijn van twee maanden van toepassing is en dat de consument daarbinnen is gebleven. Omdat niet betwist wordt dat een spiegeldeur met barst niet aan de overeenkomst voldoet, ligt de bewijslast bij de ondernemer om aan te tonen dat de deur bij aflevering onbeschadigd was. Tegelijkertijd erkent de commissie dat het risico op schade deels bij de consument ligt, doordat zij de deur pas 14 dagen na levering uitpakte en verplaatste. Omdat de oorzaak van de schade niet meer is vast te stellen, wordt de verantwoordelijkheid verdeeld. De ondernemer moet daarom een nieuwe spiegeldeur leveren tegen betaling door de consument van de helft van de prijs: € 255,99. Ook krijgt de consument een gedeeltelijke vergoeding van het klachtengeld en worden de behandelingskosten voor de ondernemer deels gematigd. De klacht is deels gegrond verklaard.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Thuiswinkel (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 12 maart 2025 te Utrecht.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
De consument werd ter zitting bijgestaan door [naam].
Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door [naam en [naam].
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft een koopovereenkomst van 9 juli 2024 met betrekking tot drie (op maat gemaakte) schuifdeuren met spiegel voor de prijs van € 1.535,91.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De deuren zijn geleverd op 30 augustus 2024. Op 15 september 2024 pakt de consument de laatste deur uit en blijkt er achter de verpakking een barst in de spiegel te zitten. Daarvan maakt de consument op dezelfde dag melding bij de leverancier. De leverancier geeft aan dat de consument te laat is, de deur verplaatst heeft (van de garage naar de slaapkamer), en hij kan alleen een korting van 10% bieden. De consument geeft aan daar niet mee akkoord te zijn. Dat de vaststelling dat de schade door de consument zou zijn veroorzaakt niet terecht is. De ondernemer gaat daar niet mee akkoord en geeft aan dat de schade meteen gemeld had moeten worden.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De schademelding is te laat gedaan. Op de factuur van 9 juli 2024 staat vermeld dat beschadigingen uiterlijk 24 uur na levering kunnen worden gemeld, waarna geen aanspraak meer gemaakt kan worden op garantie. De melding is in dit geval eerst 14 dagen na levering gedaan, zodat de ondernemer niet meer in staat is gesteld om de schadeoorzaak vast te stellen. Op aanwijzing van de consument zijn de deuren in een overvolle garage geplaatst en nadien naar een verdieping in de woning verplaatst. Gedurende deze periode kan de spiegel in een van de deuren beschadigd zijn geraakt, waardoor de ondernemer geen aansprakelijkheid voor de beschadiging kan aanvaarden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Anders dan de ondernemer betoogt, is de schademelding door de consument tijdig gedaan. Volgens het toepasselijke artikel 7:23 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek moet bij een consumentenkoop de kennisgeving dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt binnen bekwame tijd na de ontdekking geschieden, waarbij een kennisgeving binnen een termijn van twee maanden na ontdekking tijdig is. Hieraan is door de consument voldaan.
Uit artikel 7:17 leden 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek volgt dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden en dat een zaak niet beantwoordt aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Niet ter discussie staat dat een van de spiegeldeuren wegens een barst in de spiegel niet de eigenschappen heeft die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Het is dan in beginsel aan de ondernemer om te bewijzen dat de betreffende spiegeldeur bij aflevering aan de daaraan te stellen eisen voldeed, dus onbeschadigd was. Dat de consument door het ondertekenen van de ontvangstbevestiging heeft verklaard dat de verpakking geen zichtbare schade had, betekent uiteraard niet dat zij er ook voor getekend heeft dat hetgeen zich binnen de verpakking bevond onbeschadigd was.
Doordat de consument echter eerst 14 dagen na aflevering en plaatsing in de garage de betreffende spiegeldeur heeft uitgepakt om deze te monteren, heeft zij wel een zeker risico op zich genomen dat de beschadiging op enig moment gedurende deze periode bij enige handeling in de garage of in de woning heeft plaatsgevonden.
Nu de oorzaak van de beschadiging niet meer is vast te stellen, acht de commissie het gelet op het voorgaande redelijk en billijk dat het risico met betrekking tot de beschadiging in gelijke delen tussen partijen wordt verdeeld.
Dat betekent, nu de spiegel niet meer hersteld kan worden, dat de ondernemer onder terugneming van de geleverde deur aan de consument een nieuwe deur dient te leveren voor de helft van de gefactureerde prijs, dus per saldo voor € 255,99.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
Daarom wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer dient binnen 6 weken na ontvangst van deze uitspraak en in overleg met de consument een nieuwe spiegeldeur, gelijk aan de geleverde deuren, te leveren tegen betaling door de consument van een bedrag van € 255,99.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een deel van het klachtengeld aan de consument te vergoeden, namelijk een bedrag van € 26,25.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Deze behandelingskosten worden gematigd met 50%.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit de heer mr. R.J. van Boven, voorzitter, mevrouw A. van Heeringen, mevrouw mr. C.R.J.M. den Hartog-Kaaij, leden, op 12 maart 2025.