Beschadiging verzekerd pakket door ondeugdelijke verpakking: schadeclaim terecht afgewezen

  • Home >>
  • Post >>
De Geschillencommissie




Commissie: Post    Categorie: -    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 701031/843624

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Een consument diende een klacht in na beschadiging van een verzekerd pakket met een broedmachine ter waarde van €1.500, dat via de post verzonden was. Hoewel het pakket verzekerd was tot €5.000, wees de ondernemer de schadeclaim af wegens ondeugdelijke verpakking. De broedmachine was verzonden in een hergebruikte chipsdoos, met katoen en schuim als opvulmateriaal. De commissie stelde vast dat de verpakking onvoldoende bescherming bood tegen transportschokken en dat de consument niet had voldaan aan de verpakkingsnormen zoals vastgelegd in de Algemene Voorwaarden. Ondanks het verzekerde karakter van de zending, is de ondernemer in dat geval niet schadeplichtig. De klacht werd dan ook ongegrond verklaard, mede omdat de informatie over verpakkingsvereisten beschikbaar was en niet is aangetoond dat de ondernemer hierover gebrekkig heeft geïnformeerd.

De uitspraak

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Post (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 28 februari 2025 te Den Haag.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting heeft de ondernemer het standpunt toegelicht. De consument heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt toe te lichten.

Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door [naam].

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de schadevergoeding van een beschadigd verzekerd pakket.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft op 23 september 2024 via de ondernemer een pakket verzonden. Het pakket was verzekerd voor een waarde tot € 5.000,–. Het pakket bevat een broedmachine voor gevoelige en dure papegaaien, die de consument voor € 1.500,– via een online platform aan een derde heeft verkocht. De inhoud van het pakket werd bij de koper beschadigd afgeleverd. De broedmachine was aan alle kanten beschadigd en onderdelen waren volledig gebroken.

De consument heeft de ondernemer in het kader van zijn schadeclaim foto’s van de verpakking en inhoud, het aankoop- of verkoopbewijs en de verzend- en verzekeringsdetails verstrekt. De ondernemer heeft na onderzoek het verzoek om schadevergoeding afgewezen omdat het product niet goed verpakt was aan de buiten- en binnenkant. Het klopt dat de broedmachine in een chipsdoos van de supermarkt was verzonden. De broedmachine is vrij groot en paste nergens anders in, behalve in een doos van dit formaat. Het pakket was goed ingepakt en met zeer sterke, stevige en brede tape afgesloten. Om de broedmachine zijn grote stukken schuim en grote stukken katoen geplaatst, zelfs rond het kleine onderdeel in de broedmachine. Het kon niet bewegen of trillen. De schade aan de broedmachine laat duidelijk zien dat het niet het interne onderdeel was dat de schade heeft veroorzaakt.

De ondernemer heeft de consument niet goed of duidelijk geïnformeerd over de wijze waarop en waarmee het product verpakt moet worden. De informatie hierover op de website is moeilijk te vinden. In de toegestuurde link staat alleen dat het artikel goed verpakt moest worden en dat is gedaan. Bij het verzendpunt waren er geen duidelijke instructies over de wijze van verpakking. De medewerker zei ook niets over de verzekeringsvoorwaarden en vertelde de consument dat zijn pakket goed verpakt was. De consument wil volledige vergoeding van de broedmachine, de kosten van de verzekering en zijn tijdverlies.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Het pakket is met verzekering door de consument verzonden. Na intern onderzoek is vastgesteld dat de buiten- en binnen verpakking ondeugdelijk was met de volgende onderbouwing.
1. Verpakking: Het pakket was verpakt in een samengestelde doos (chipsdoos) die niet stevig genoeg was
voor een kwetsbaar item zoals een glazen broedmachine.
2. Bescherm- en opvulmateriaal: Het gebruik van katoen en schuim was onvoldoende om het product adequaat te beschermen tegen schokken en trillingen tijdens transport.
3. Loze ruimte: Er was onvoldoende opvulmateriaal gebruikt om de loze ruimte volledig te dichten.
4. Interne beschadiging: Een onderdeel binnen de broedmachine leek los te liggen, wat mogelijk bijdroeg aan de schade.
Conform de Algemene Voorwaarden is de schadeclaim daarom afgewezen. De ondernemer biedt uitgebreide verpakkingsrichtlijnen aan op de website en bij postvestigingen waar medewerkers beschikbaar zijn om advies te geven. Hiervan had de consument kennis kunnen nemen.

Verzocht wordt de klacht ongegrond te verklaren.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Vaststaat dat het verzekerde pakket met daarin een broedmachine voor papegaaien beschadigd, waaronder het glaswerk, is afgeleverd. De toerekenbaarheid van de schade betreft de kern van dit geschil. Op grond van artikel 29 Postwet 2009 en artikel 9 Algemene Voorwaarden voor de Universele Postdienst 2024 (hierna: Algemene Voorwaarden) is in het geval van een verzekerd pakket, zoals hier, de ondernemer aansprakelijk voor schade ontstaan tijdens de uitvoering van de vervoerovereenkomst, maar dient de schade de ondernemer wel toerekenbaar te zijn. De afzender heeft geen recht op schadevergoeding als de schade is ontstaan door onder meer ondeugdelijke verpakking. Wat onder deugdelijke verpakking wordt verstaan, wordt in artikel 13.2 Algemene Voorwaarden bepaald. Het komt erop neer dat de verpakking deugdelijk, veilig en stevig moet zijn en dat rekening moet worden gehouden met onder meer het gewicht en de mate van kwetsbaarheid van de inhoud daarvan. De ondernemer heeft ter zake van zeer kwetsbare goederen (o.a. glaswerken) in artikel 13.5.2 Algemene Voorwaarden ook specifiek benoemd dat hij hier geen bijzondere voorzorgen voor treft. Het is betreurenswaardig dat het pakket niet zonder schade bezorgd kon worden. Het is dus belangrijk dat de verpakking tegen een stootje kan. De consument kan immers niet verwachten dat in het vervoersproces individuele behandeling van elk pakket plaatsvindt. Een deugdelijke verpakking is dan vanzelfsprekend van
groot belang. Uit de stukken en hetgeen partijen daarover naar voren hebben gebracht blijkt niet, althans onvoldoende dat, gelet op de aard van het product, de consument heeft voldaan aan de eisen die gesteld moeten worden aan de verpakking zoals hierboven weergegeven. De consument heeft hetgeen de ondernemer hierover heeft aangevoerd, hiervoor weergegeven, onvoldoende weersproken. De commissie onderschrijft gelet hierop het standpunt van de ondernemer dat de buiten- en binnen verpakking die de consument heeft gebruikt ondeugdelijk was. Aldus was het slechts gebruik maken van een niet originele, eerder gebruikte doos, voor een ander product, niet stevig genoeg voor een kwetsbaar product zoals hier, was het gebruik van katoen en schuim onvoldoende om het product adequaat te beschermen tegen schokken en trillingen tijdens het transport en was er onvoldoende opvulmateriaal gebruikt om de loze ruimte volledig te dichten.

Op de bij verweer overgelegde foto’s is ook te zien dat de buitenverpakking wat ingedeukt is. Daarbij wordt ook betrokken dat het gaat om een apparaat met glazen onderdelen waarvan bekend is dat het tijdens de uitvoering van de vervoersovereenkomst zeer kwetsbaar is. Ook geldt dat gelet op de aard van het product de binnen verpakking zeker zo belangrijk als de buiten verpakking is, zodat zodanige maatregelen dienen te worden genomen dat de inhoud van het pakket niet direct in contact kan komen met de binnenkant van de buitenzijde van de verpakking. Het is aan de consument zelf bij het verpakken rekening te houden met de kwetsbaarheid van de inhoud van zijn pakket. Dit betekent dat de ondernemer de schade aan de inhoud van het pakket niet toerekenbaar is en niet gehouden is tot uitkering van een schadevergoeding over te gaan. Op grond van de beschikbare informatie in het dossier kan niet worden geconcludeerd dat de ondernemer
de consument niet, of niet in voldoende mate of onjuist heeft geïnformeerd over de verpakkingsvereisten. Al hetgeen de consument verder (in reactie op het verweer) heeft aangevoerd stuit op het voorgaande af.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer drs. G.J.F.M. Klaas, mevrouw drs. W. Nienhuis, leden, op 28 februari 2025.

Print/PDF