
Commissie: Energie
Categorie: salderingsregeling / Teruglevering
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
229747/233181
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De ondernemer staakt de activiteiten en draagt de verplichtingen uit de overeenkomst met de consument
over aan een andere leverancier. De consument heeft (zonne)energie terug geleverd aan het net en op 1
oktober meer kWh terug geleverd dan afgenomen. De consument had de bedoeling dat zijn positieve saldo
in de maanden oktober -december zou worden gecompenseerd door een hogere afname van kWh. Geldt
er een salderingsperiode van twaalf maanden? De commissie oordeelt dat in dit geval na negen maanden
de balans mag worden opgemaakt.
De uitspraak
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft zonnepanelen en maakt gebruik van de salderingsregeling waardoor de consument
per saldo geen of nauwelijks elektriciteitskosten heeft en de consument zelfs iets terug levert. Daartoe heeft
de consument altijd een contract van 1 januari tot 31 december bij dezelfde leverancier. Het
voorschotbedrag van de consument dat de ondernemer zelf heeft voorgesteld is hierop gebaseerd. De
ondernemer heeft zich teruggetrokken van de markt en het contract van de consument per 1 oktober 2023
beëindigd. Hiermee verviel het salderingssaldo van de consument tegen een lage prijs en moest de
consument de laatste drie maanden tegen een hogere prijs energie afnemen van een andere leverancier.
De consument wordt hierdoor voor vele honderden euro’s gedupeerd.
Op 19 juni 2023 maakte de ondernemer bekend te gaan stoppen met de dienstverlening. Toen werd enkel
gesproken over een onderzoek. Als de consument in de gelegenheid was geweest over te stappen naar
een andere leverancier zonder het salderingssaldo te verliezen, dan had dit alleen op dat moment gekund.
De ondernemer had de consument dan per direct de mogelijkheid en het gemotiveerde advies moeten
geven direct over te stappen, zodat de consument zou overstappen op het moment dat het salderingssaldo
terug op 0 was.
De ondernemer heeft in de algemene voorwaarden geen bepalingen over opzegging door de ondernemer
zelf opgenomen. Als de ondernemer de activiteiten verkoopt aan een andere organisatie gaan
contractvoorwaarden van de klanten mee. Naar de mening van de consument is de enige valide reden om
een contract over te dragen waarbij de contractvoorwaarden veranderen wanneer de leverancier failliet
gaat en de opvolger het contract overneemt om te voorkomen dat de energielevering stopt. Hier is in dit
geval geen sprake van. De kwade intenties van de ondernemer blijken ook duidelijk uit het moment en de
wijze van communiceren. Op 31 augustus 2023 ontving de consument een e-mail met de mededeling dat
een maand later de levering zou worden overgedragen. Ook volgens de website van de ACM mag een
energieleverancier niet zomaar een contract beëindigen.
De klantenservicemedewerker verwijt de consument dat hij niet eerder actie heeft ondernomen naar
aanleiding van het beëindigen van de activiteiten van de ondernemer. Maar de consument heeft sinds 19
juni 2023 allerlei voorstellen en suggesties ontvangen en op 17 augustus 2023 een e-mail met de titel
“[ondernemer] stopt: stap nu over”. Ook bij deze e-mail stond geen termijn gesteld want dan had de
consument al veel eerder een klacht ingediend. Voor de consument is overstappen ongunstig en daarom
heeft de consument niets met die advies-e-mails en dreigmail gedaan.
De consument wil op basis van de afrekening van zijn nieuwe leverancier over 2023 een compensatie voor
het teveel betaalde, wat neer zal komen op drie maanden wintergebruik van energie en een vergoeding
voor immateriële schade, de tijd en de frustratie die de consument in dit dossier heeft moeten steken. Van
de ongeveer 900 opgewekte kWh heeft de consument circa 75 niet kunnen verrekenen. De te betalen
vergoeding moet dan € 300,– à € 400,– bedragen.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.
In september 2021 heeft de ondernemer hun activiteiten als energieleverancier op de Nederlandse
consumentenmarkt gestart. Dit met de ambitie om een van de grotere energieleveranciers in de markt te
worden. In juni 2023 is echter besloten te stoppen met deze activiteiten en dit is gedeeld met hun klanten
op 19 juni 2023. Om daadwerkelijk te kunnen stoppen met de activiteiten is een plan opgesteld waarbij
communicatie naar de klant voorop stond. Dit plan is vervolgens ook gedeeld met de Autoriteit Consument
en Markt (“ACM”) en in nauw overleg afgestemd. Per 30 september 2023 zijn de activiteiten gestaakt en de
klanten die er toen nog waren zijn per 1 oktober 2023 overgenomen door een andere leverancier.
De consument heeft 16 december 2022 een contract gesloten met startdatum 1 januari 2023 en heeft vanaf
die dag elektriciteit afgenomen en ingevoerd op het net. In de zomermaanden is, nadat het gebruik over de
eerste maanden van het jaar is gesaldeerd, een netto terug levering ontstaan die de consument met
elektriciteitsconsumptie in de maanden oktober tot en met december 2023 wilde salderen.
Allereerst is van belang dat vastgesteld wordt dat de ondernemer het recht had het contract van de
consument over te dragen. In de Algemene Voorwaarden Art 2.12 staat dat de ondernemer de rechten en
plichten van de overeenkomst mogen overdragen aan een ander bedrijf, maar dat de ondernemer ervoor
verantwoordelijk blijven dat het andere bedrijf de rechten en plichten nakomt. Per 1 oktober is het contract
met de consument overgedragen. Overdracht is dus mogelijk, en hierna zal blijken dat daarbij geen inbreuk
is of wordt gemaakt op de rechten en plichten die onder het contract aan de consument toekomen. Voor de
goede orde: het contract is dus niet opgezegd.
De consument klaagt dat zijn gebruik in de maanden oktober tot en met december 2023 onder zijn nieuwe
contract niet gesaldeerd kan worden met de productie die hij eerder in het jaar had opgebouwd. De
mogelijkheid voor kleinverbruik klanten – zoals de consument – om te salderen is vastgelegd in artikel 31c
Elektriciteitswet 1998. Hierin staat dat de leverancier bij factureren en het innen van leveringskosten, de
elektriciteit die is verbruikt vermindert met de elektriciteit die door de klant is opgewekt en aan het net is
gegeven, waarbij de vermindering maximaal de hoeveelheid is die de klant heeft verbruikt. De
salderingsperiode is door de wetgever als twaalfmaandsperiode bedoeld, zodat opbrengsten in de zonnige
zomermaanden gesaldeerd worden met donkere wintermaanden. Als binnen een saldeerperiode van twaalf
maanden meer elektriciteit is opgewekt dan gebruikt, wordt hiervoor een vastgestelde vergoeding
uitbetaald, en als het gebruik hoger is dan de opgewekte elektriciteit, wordt dit tegen de afgesproken
vergoeding in rekening gebracht. Vgl. art. 2.12 Algemene Voorwaarden. Dit is onlangs bevestigd in een
uitspraak van de kantonrechter Midden-Nederland, zittingsplaats Almere 1 maart 2023,
ECLI:NL:RBMNE:2023:788.
Als een klant tussentijds van leverancier verandert, of in het onderhavige geval als het contract wordt
overgedragen aan een andere leverancier, vindt er echter een ‘knip’ plaats in de saldering. Er vindt op dat
moment geen saldering plaats over twaalf maanden maar over een kortere periode. Dit is door de ACM
bevestigd. Wat echter voor ogen moet worden gehouden is dat op het moment van overstap of overname,
de klant bij de nieuwe leverancier aan een nieuwe salderingstermijn van twaalf maanden begint. Voor de
consument begint deze periode op 1 oktober 2023, en loopt door tot 30 september 2024. Het gebruik van
de consument gedurende de maanden oktober tot en met december 2023 wordt gesaldeerd met de
opbrengst van de zomermaanden van 2024. Er vindt vanwege de overgang van het contract van de
consument geen onderbreking van de mogelijkheid te salderen plaats, er is alleen geen achterwaartse,
maar een voorwaartse saldering.
Een salderingsonbalans vanwege een ‘knip’ zal daarom alleen voor kunnen komen als er gesaldeerd moet
worden binnen een salderingsperiode die korter is dan twaalf maanden; in het geval van de consument van
1 januari 2023 tot 30 september 2023.
Waar het in dit geval om gaat is of de consument door de contract overneming op 1 oktober 2023 bij zijn
eindafrekening schade heeft geleden. De ondernemer is van mening dat daar geen sprake van is. Zoals
aangegeven begint op het moment van overstap of overdracht een nieuwe twaalfmaandstermijn te lopen
waarbinnen elektriciteitsgebruik en productie worden gesaldeerd. Zoals hierboven al aangegeven loopt in
het geval van de consument de nieuwe salderingstermijn van 1 oktober 2023 tot en met 30 september
2024. De maanden oktober – december 2023 worden nu bij zijn nieuwe energieleverancier gesaldeerd met
zijn productie in 2024. Daar ondervindt hij dus geen schade van.
Is er in dit geval sprake van schade vanwege misgelopen saldering als gevolg van een korter contractjaar?
Eind september had de consument een netto terug levering van 915 kWh. Omdat de maanden oktober tot
en met december 2023 buiten de saldering voor eindafrekening vallen, en dat de maanden zijn die de netto
terug levering zouden doen afnemen, krijgt de consument dus meer uitbetaald dan wanneer saldering over
een volle twaalfmaandsperiode zou plaatsvinden. De consument heeft juist vanwege de tussentijdse
afrekening een ‘salderingsvoordeel’ behaald en optimaal kunnen profiteren van de zonnige maanden. Bij de
eindafrekening heeft de consument over de opgewekte stroom die niet verrekend kon worden met
verbruikte stroom, de contractuele terug levering vergoeding ontvangen van de ondernemer. Omdat geen
sprake is van misgelopen verrekening en ook geen sprake is van schade, is er geen reden om een andere
vergoeding dan de terug lever vergoeding te hanteren bij de eindafrekening. Een verrekening vergoeding
die gelijk zou staan aan de inkoopprijs van elektriciteit zou effectief leiden tot een dubbele verrekening, en
daar is zowel binnen het contract als binnen artikel 31c Elektriciteitswet geen aanleiding of mogelijkheid
toe.
Verder valt erop te wijzen dat het voorstel van de consument om het contract niet per 1 oktober 2023, maar
per einde contractdatum (1 januari 2024) te beëindigen is afgewezen wegens praktische problemen. Er zijn
veel soorten contracten: met vaste of variabele tarieven en met verschillende looptijd (onbepaald, éénjarig,
meerjarig). De overdracht aan een andere leverancier is technisch ingewikkeld en er moet inschrijving in
een register plaatsvinden. Het zou betekenen dat de consument hun activiteiten nog lang zou moeten
voortzetten. Daarom moet er een vaste einddatum zijn. Ook is nog onduidelijk welke schade de consument
lijdt, omdat onduidelijk is wanneer de salderingsregeling vervalt; voorlopige kan hij blijven salderen over
een twaalf maanden periode.
Beoordeling
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie wijst er allereerst op dat de ondernemer op grond van artikel 2.12 van de Algemene
voorwaarden van de ondernemer de mogelijkheid had om de met de consument gesloten overeenkomst
over te dragen. Dat is ook gebeurd. Er was geen sprake van een beëindiging door de ondernemer welke
werd gevolgd doordat de consument een nieuw contract aanging.
Bij de totstandkoming van de salderingsregeling is de wetgever er impliciet van uitgegaan dat indien de
kleinverbruiker niet zelf tussentijds wijzigt er sprake zou zijn van een contract waarbij saldering plaats zou
vinden binnen een periode van twaalf maanden. De vraag rijst dan hoe moet worden geoordeeld als er
sprake is van een kortere periode door overdracht van rechten en plichten door de ondernemer: is het in
die situatie mogelijk dat saldering en afrekening over een kortere periode dan twaalf maanden plaats vindt?
De commissie beantwoordt die vraag in dit geval bevestigend.
De commissie wijst er daarbij op dat de salderingsregeling in 2004 van kracht is geworden door een
aangenomen amendement op de wijziging van de Elektriciteitswet (Kamerstukken II 2003-04, 29372, nr.
45). Uit de voorgestelde wettekst en de toelichting daarop volgt dat de saldering plaatsvindt bij de jaarlijkse
afrekening van de leverancier. Artikel 31c Elektriciteitswet is sindsdien een aantal maal gewijzigd, waarbij
de woorden ‘jaarlijkse rekening van de leverancier’ uit de wettekst is verdwenen. Hiermee is evenwel niet
beoogd het uitgangspunt van een jaarlijkse saldering en afrekening te wijzigen, maar naar het oordeel van
de commissie betekent dit dat de wetgever voor bijzondere gevallen kennelijk een afwijkende regeling
toelaatbaar heeft geacht, want anders hadden de woorden ‘jaarlijkse rekening van de leverancier’ niet uit
de wettekst hoeven te worden geschrapt. De commissie meent dat in dit geval sprake is van een bijzonder
geval nu de ondernemer binnen twee jaar heeft besloten haar activiteiten te beëindigen, de consumenten
de mogelijkheid te bieden met een andere aanbieder een overeenkomst te sluiten en de nog resterende
overeenkomsten over te dragen. De commissie volgt in deze het ter zitting door de ondernemer gevoerde
verweer dat saldering over twaalf maanden in dit geval redelijkerwijs niet mogelijk is.
Leveringsovereenkomsten starten op uiteenlopende data. Het is dus nooit mogelijk voor de ondernemer om
de overdracht op een datum te doen plaatsvinden die voor alle klanten goed is. Overdracht betekent in dit
geval ook dat de aansluitingen en leveringsovereenkomsten in de officiële registers van de netbeheerders
op naam van een andere leverancier komen te staan die zelf een zogenaamde
balanceringsverantwoordelijke heeft c.q. kan kiezen. Op het moment van overdracht moeten de reeds
geleverde en ingevoede hoeveelheden energie conform de landelijke door de ACM vastgestelde spelregels
daarom worden toegerekend aan de tot dat moment optredende partijen; hetgeen na de datum van
overdracht wordt afgenomen en ingevoed wordt toegerekend aan de nieuwe
leverancier/balanceringsverantwoordelijke op de betreffende aansluitingen.
Op grond van het vorenstaande is de commissie derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is. De
ondernemer dient echter aan de consument een vergoeding te voldoen van € 75,– nu de consument in juni
2023 in onzekerheid verkeerde en veel tijd heeft moeten stoppen in de behandeling van het geschil. De
commissie wijst daarbij op de overgelegde brochure `Hoe werkt salderen en terug leveren?’ waar op pagina
3 onder het kopje `Hoe werkt salderen nu [ondernemer] de energiemarkt voor particuliere klanten gaat
verlaten?’ wordt opgemerkt dat een en ander voor klanten nadelig kan uitpakken.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een bedrag van € 75,–. Betaling dient plaats te vinden binnen
een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag
vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed,
voorzitter, mevrouw mr. W.H. van Oorspronk, mevrouw mr. L. Schots – Smit, leden, op 30 januari 2024.