
Commissie: Centrale Antenne Inrichtingen
Categorie: Prijs
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
CAI07-0094
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een nevenaansluiting voor radio- en televisiesignalen, waarvoor de consument meent jarenlang voor niets te hebben betaald. De consument heeft op 1 februari 2007 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Ik heb destijds een abonnement met de ondernemer afgesloten voor een aansluiting met een nevenaansluiting. Voor de nevenaansluiting heb ik een eenmalig bedrag aan aanlegkosten betaald en voor het abonnement betaal ik een apart bedrag van thans € 3,50 per maand. Jaren geleden, het precieze moment is mij niet bekend, heeft de ondernemer besloten aan nieuwe abonnees geen nevenaansluitingen meer aan te bieden. Zij kunnen zelf nevenaansluitingen aanleggen, indien zij dat wensen, en behoeven daarvoor niet apart aan de ondernemer te betalen. De bestaande abonnees met nevenaansluitingen, zoals ikzelf, zijn van deze wijziging niet op de hoogte gesteld door de ondernemer. Ik ben dit onlangs via een andere weg te weten gekomen. Het gevolg is dat ik jarenlang voor niets voor de nevenaansluiting heb betaald. De ondernemer heeft in strijd met zijn eigen algemene voorwaarden en met de artikelen 7.1 en 7.2 van de Telecommunicatiewet gehandeld door mij niet in kennis te stellen van deze wijziging, die ik als een tariefswijziging beschouw. Was ik daarvan wel op de hoogte gesteld, dan zou ik de ondernemer toen al hebben kunnen vragen mij te ontslaan van de verplichting tot betaling van abonnementskosten voor de nevenaansluiting. De ondernemer heeft dus lange tijd ten onrechte abonnementsgeld in rekening gebracht voor een tweede aansluiting. Dat wordt niet terugbetaald ondanks mijn klacht daarover. De ondernemer heeft mij wel meegedeeld dat ik vanaf 1 maart 2007 niet meer voor de nevenaansluiting behoef te betalen, maar wil de reeds betaalde abonnementsgelden niet crediteren. De consument verlangt volledige restitutie van het abonnementsgeld betreffende de nevenaansluiting vanaf het moment waarop de tariefswijziging is ingegaan. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft het abonnement op zijn nevenaansluiting pas in februari 2007 opgezegd. De maandelijkse betaling voor een nevenaansluiting heeft betrekking op door ons verleende service. Zolang het abonnement op de nevenaansluiting niet door de consument wordt opgezegd, loopt de serviceverlening door en dient daarvoor dus te worden betaald. De consument betaalt niet voor niets. De serviceverlening houdt onder meer in dat eventuele storingen in het door ons aangelegde interne netwerk kosteloos worden verholpen (tenzij het een storing betreft in de apparatuur van de consument zelf). Na opzegging door de consument blijft de nevenaansluiting wel in stand, maar wordt daarop geen service meer verleend. Het feit dat wij deze aparte dienst niet meer aan nieuwe abonnees aanbieden (onder meer als gevolg van het feit dat het heden ten dage voor een consument gemakkelijker is dan voorheen om zelf een nevenaansluiting aan te leggen, waardoor de vraag naar nevenaansluitingen drastisch is teruggelopen) staat hier volledig buiten en derhalve bestond er voor ons geen enkele aanleiding om de bestaande abonnees met nevenaansluiting hiervan op de hoogte te stellen. Wij vinden de klacht dus ongegrond. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De ondernemer heeft zich in het verleden op het standpunt gesteld, dat consumenten die geen signaallevering meer wensten via hun nevenaansluiting werden ontheven van hun betalingsverplichting voor het aanhouden van een nevenaansluiting. Deze commissie heeft daarop in juni 2006 – in een ander geschil – een bindend advies gegeven waarin is beslist dat een dergelijke tariefwijziging deugdelijk moet worden gepubliceerd, hetgeen niet was gebeurd. De commissie heeft bepaald dat dit onaanvaardbaar was en heeft aangegeven dat het abonnementsgeld voor de nevenaansluiting diende te worden gerestitueerd. Daarbij heeft de commissie wel bepaald dat de geldende algemene voorwaarden een restitutie beperken tot 1 jaar abonnementsgeld. In een volgend geschil over een nevenaansluiting heeft de ondernemer zijn standpunt gewijzigd in de zin zoals hierboven weergegeven. De commissie heeft daarop beslist dat de aparte dienst met betrekking tot de nevenaansluiting wel kan worden opgezegd, maar dat een en ander geen recht op bijzondere restitutie oplevert. In het onderhavige geschil neemt de ondernemer hetzelfde standpunt in. De commissie acht het bestaan van de genoemde dienst aannemelijk en meent dan ook dat de ondernemer niet zonder reden daarvoor een bedrag in rekening brengt. De dienst is opzegbaar, waarbij dus niet de signaallevering wordt beëindigd, maar wel de service aan het interne netwerk. De commissie acht het ook aannemelijk dat de ondernemer, zoals hij ter zitting betoogde, zijn standpunt in het eerste geschil over dit onderwerp niet goed heeft verwoord, mede als gevolg waarvan de beslissing in dat geschil in zijn nadeel is uitgevallen. Ter zitting is namens de consument – voor zover ten deze van belang – nog betoogd dat hij de maandelijkse betaling voor de nevenaansluiting steeds heeft beschouwd als tegenprestatie voor de levering van het signaal voor de nevenaansluiting, te meer omdat bij het aangaan van de overeenkomst van de zijde van de ondernemer niet was meegedeeld waarvoor de maandelijkse betaling bedoeld was. Dat de maandelijkse betaling betrekking zou hebben op verleende (storing)service zoals de ondernemer stelt, is hem nergens uit gebleken. De commissie passeert dit argument. In de eerste plaats betaalt de consument al maandelijks voor de doorgifte van radio- en tv-zenders onder het hoofdabonnement, zodat het weinig aannemelijk is dat voor doorgifte van die zenders via nevenaansluitingen apart moet worden betaald buiten het eenmalige bedrag van de aanlegkosten, en voorts had de consument daarover bij de ondernemer zonodig navraag kunnen doen. Daarbij komt dat de consument niet wezenlijk is benadeeld ten opzichte van de nieuwe abonnees aan wie door de ondernemer geen nevenaansluiting meer wordt aangeboden. Zij moeten het voor nevenaansluitingen benodigde netwerk immers zelf aanschaffen en (laten) aanleggen en zij moeten kosten maken indien zich een storing voordoet. Die kosten zijn voor de bestaande abonnees met nevenaansluiting verdisconteerd in het maandbedrag. De ondernemer heeft subsidiair nog een beroep gedaan op het verjaringsartikel in zijn toepasselijke algemene voorwaarden. Aan de beoordeling daarvan behoeft de commissie niet meer toe te komen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Centrale Antenne Inrichtingen op 30 oktober 2007.