Bevoegdheid geschillencommissie zakelijke markt bij energiecontract: Klager kan aanspraak maken op consumentenbescherming

  • Home >>
  • Energie Zakelijk >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie Zakelijk    Categorie: Bevoegdheid commissie    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bevoegdverklaring   Uitkomst: bevoegd   Referentiecode: 230571/252626

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil vloeit voort uit een leveringscontract op grond waarvan de ondernemer tegen een daarvoor
door de klager te betalen prijs energie levert. De klager voert aan door of namens de ondernemer misleid te
zijn bij het aangaan van de overeenkomst.

Beoordeling
Tussen partijen bestaat een verschil van mening over de vraag of met betrekking tot de behandeling van dit
geschil de geschillencommissie voor consumentenzaken of de geschillencommissie voor de zakelijke markt
bevoegd is tot oordelen. De klager heeft aangevoerd dat zij weliswaar als ondernemer staat ingeschreven
bij de Kamer van Koophandel, maar dat de aansluiting een aansluiting betreft op haar woning en de ACM
er in dat geval vanuit gaat dat de energie in vrijwel alle gevallen geheel of overwegend voor
privédoeleinden wordt gebruikt, zodat op de levering de regels van consumentenbescherming van
toepassing zijn.

Artikel 3 van het Reglement Geschillencommissie Energie Zakelijk luidt als volgt:
“De commissie heeft tot taak geschillen tussen verbruiker/aangeslotene en bedrijf te beslechten, voorzover
deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot de
aansluiting en/of levering van gas, warmte of elektrische energie en daarmee samenhangende leveringen
en diensten.
Zij doet dit door in een dergelijk geschil een bindend advies uit te brengen of door een schikking tussen
partijen te bevorderen.”

Uit de formulering van dit artikel volgt dat de ‘commissie voor de zakelijke markt’ geschillen behandelt
tussen zakelijke verbruikers en energieleveranciers. De belangrijkste verschillen tussen de ‘commissie voor
de zakelijke markt’ en de ‘commissie voor consumentenzaken’ betreffen het verschuldigde klachtengeld
(dat voor zakelijk hoger is) en de ontvankelijkheidsgrenzen. De commissie voor consumenten kan niet
oordelen over geschillen waarvan het financieel belang een bedrag van € 5.000,– overtreft. Voor de
‘commissie voor de zakelijke markt’ ligt die grens op € 50.000,–.

De bevoegdheidsvraag staat los van de vraag welke rechtsregels bij de beoordeling van het geschil als
maatstaf hebben te dienen. Klager heeft gelijk waar zij erop wijst dat een kleine ondernemer onder
omstandigheden aanspraak kan maken op de bescherming die het recht specifiek aan consumenten biedt.
De omstandigheid dat klager voor de behandeling van deze zaak als zakelijke verbruiker wordt
aangemerkt, doet niet af aan een aanspraak op de bescherming van het consumentenrecht. Dat zij die
bescherming geniet zal zij moeten aanvoeren bij de inhoudelijke behandeling en dat zal zij moeten
onderbouwen, bijvoorbeeld door het overleggen van omzetgegevens van haar bedrijf. Het is dan aan de
commissie die de zaak inhoudelijk beoordeelt om te beslissen of klager aanspraak heeft op bescherming
van het consumentenrecht of niet en ook te motiveren waarom dat zo is (of niet). Ook de ‘commissie voor
de zakelijke markt’ heeft te oordelen met toepassing van het geldend recht, waaronder – als dat van
toepassing is – het specifiek ter bescherming van consumenten geldend recht. In dat opzicht wordt klager
niet benadeeld door een behandeling door de ‘commissie voor de zakelijke markt’.

De commissie stelt vast dat klager staat ingeschreven als ondernemer bij de Kamer van Koophandel.
Voorts staat vast dat klager haar bedrijf uitoefent vanuit haar woning. Blijkens de overgelegde algemene
voorwaarden zou klager een zakelijk contract zijn aangegaan. De voorschotfacturen zijn op naam gesteld
van de door klager gevoerde eenmanszaak, waardoor de commissie niet kan uitsluiten dat klager de over
de leveringen verschuldigde btw (deels) verrekent met door haar voor haar dienstverlening af te dragen
btw. Dit alles geeft de commissie aanleiding om ervan uit te gaan dat de zaak terecht in behandeling is
genomen door de ‘commissie voor de zakelijke markt’. Met het in behandeling nemen door deze commissie
is niet gegeven dat klager aanspraak op consumentenbescherming ontbeert. Of zij daar aanspraak op kan
maken zal bij de inhoudelijke behandeling aan de orde moeten komen. Beslist wordt daarom als hierna
vermeld.

Beslissing
De commissie bepaalt dat de klacht in behandeling wordt genomen door de Geschillencommissie Energie
zakelijk.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie zakelijk, bestaande uit de heer mr. R.J.M. Cremers,
voorzitter, de heer mr. SJ.S. Bakker, de heer mr. C.J.J. Havermans, leden, op 12 februari 2024.