Bewijslast; ondertekening oppas i.c. voldoende

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Omvang levering    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: ENE07-0820

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de jaarafrekening d.d. 15 juli 2006 over de periode 2005/2006 en met name de hoogte van het in rekening gebrachte gas- en elektriciteitsverbruik.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Blijkens de betwiste jaarafrekening is het gasverbruik een factor 8,6 hoger dan het jaar daarvoor en het elektriciteitsverbruik een factor 2,5 hoger. Dit is zeer extreem en onmogelijk. In januari 2006 is een nieuwe gasmeter geplaatst waarbij van alles is misgegaan. De oude meter is nooit ter controle laten zien aan de bewoner.
Het formulier van de meterwisseling is ondertekend door de oppas van consument. Er is door de ondernemer nooit iemand langs gestuurd om te onderzoeken of er sprake is van een gaslek. De consument geeft aan dat zij als alleenstaande ouder het gevorderde bedrag en de aangeboden betalingsregeling niet kan betalen. Inmiddels heeft consument een lening afgesloten en het bedrag ineens betaald.
De consument vordert dat de zaak nader wordt onderzocht en de jaarafrekening wordt gecorrigeerd naar een redelijk verbruik, met inachtneming van het verbruik van het jaar daarvoor.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Op de jaarafrekening van 8 mei 2005 is het verbruik over de periode van 27 april 2004 tot en met
19 april 2005 in rekening gebracht. Het elektriciteitsverbruik bedroeg 1.110 KWh (telwerk 1) en 1.042 KWh (telwerk 2) en het gasverbruik 507 m³. Op de betwiste jaarafrekening d.d. 15 juli 2006 is het verbruik over de periode van 20 april 2005 tot 24 april 2006 in rekening gebracht. Het elektriciteitsverbruik bedroeg 2.530 KWh (telwerk 1) en 3.091 KWh (telwerk 2) en het gasverbruik 4.397 m³ (3.266 m³ op de oude gasmeter die op 19 januari 2006 is vervangen en 1.131 m³ op de nieuwe gasmeter).
De meterstanden per 27 april 2004 zijn opgenomen door de meteropnemer en de standen per 19 april 2005 zijn geschat, omdat de naar de consument opgestuurde meterstandenkaart niet retour is ontvangen. De meterstand van de oude gasmeter is op 19 januari 2006 bij de meterwisseling opgenomen door de monteur en de meterstand van de elektriciteitsmeter is op 24 april 2006 opgenomen door de meteropnemer.
Waarschijnlijk zijn de meterstanden per 19 april 2005 te laag geschat, waardoor over de periode 2005/2006 een deel van het daadwerkelijke verbruik over de periode 2004/2005 in rekening is gebracht.
Als het elektriciteitsverbruik over de hele periode van 26 april 2004 tot en met 24 april 2006 wordt herleid naar een jaarverbruik dan komt dit uit op 1.825 KWh (telwerk 1) en 2.072 KWh (telwerk 2). Het gasverbruik over de periode van 26 april 2004 tot en met 19 januari 2006 (datum meterwisseling) kan worden herleid naar een jaarverbruik van 2.263 m3. Dit wijst op een normaal gemiddeld verbruik voor een gezin als dat van consument. Ook het verbruik volgens de inmiddels uitgebrachte jaarafrekening 2006/2007 komt uit op een herleid jaarverbruik van 1.925 KWh (telwerk 1), 2.512 KWh (telwerk 2) en 2.231 m3 (gas). Dit ligt in de lijn van het herleid verbruik van de jaren daarvoor.

De ondernemer is dan ook van mening dat de betwiste jaarafrekening correct is. De ondernemer heeft het verbruik in rekening gebracht op basis van de door de netbeheerder opgenomen en doorgegeven meterstanden. De meterstanden van de gasmeter bij de meterwisseling zijn nog gecontroleerd bij de netbeheerder en zijn terug te vinden op het formulier van de meterwisseling.
De nog openstaande betalingen (voorschot april 2007 en de jaarafrekening van 8 mei 2007) staan los van dit geschil.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Hoewel de commissie begrijpt dat het veel hogere verbruik zoals in rekening gebracht bij de betwiste jaarafrekening over het tijdvak 2005/2006 de consument verbaasd, acht de commissie het op grond van de door de ondernemer in het verweerschrift en ter zitting gegeven onderbouwing genoegzaam aannemelijk dat dit verbruik daadwerkelijk is genoten en derhalve terecht in rekening is gebracht. Er is geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de opgenomen meterstanden, ook niet aan de meterstand van de oude gasmeter ten tijde van de meterwisseling. De commissie verwijst daarbij naar het formulier van de meterwisseling. Dat dit niet door de consument zelf is ondertekend maar door haar broer of de oppas is onvoldoende reden om te daaraan twijfelen. Bovendien moet met de ondernemer worden geconstateerd dat het herleid jaarverbruik over de gehele periode van april 2004 tot april 2006 bepaald niet bovenmatig is, zodat inderdaad aannemelijk is dat de schatting van de meterstanden per 19 april 2005 (welke schatting nodig was omdat de consument de meterstandenkaart kennelijk niet heeft ingestuurd) te laag is geweest; daardoor is het verbruik over de periode van april 2004 tot april 2005 feitelijk hoger geweest en alsnog in rekening gebracht op de betwiste jaarafrekening van 15 juli 2006.
Nu voorts niet kan worden gezegd dat de ondernemer niet adequaat heeft gereageerd op de klachten van de consument, dient de klacht te worden afgewezen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart de klacht ongegrond.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 22 juni 2007.