Bij contracten gesloten voor bepaalde tijd (hier 12 maanden) en voor een vaste prijs, is de ondernemer niet gerechtigd de tarieven tussentijds te wijzigen.

  • Home >>
  • Telecommunicatiediensten >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Telecommunicatiediensten    Categorie: Totstandkoming overeenkomst    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 118887

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een internet aansluiting.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

In december 2017 heb ik een abonnement voor internet afgesloten voor een jaar en voor € 22,– per maand. Op 24 mei 2018 kreeg ik per mail bericht dat het abonnementsgeld per 1 juli 2018 werd verhoogd naar € 25,– per maand. Wel kreeg ik de mogelijkheid tussentijds het contract te ontbinden. Ik heb daartegen bezwaar gemaakt tegen de tussentijdse prijsverhoging, maar heb daar geen reactie op gekregen.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Erkend wordt dat de behandeling van het bezwaar van de consument tegen de voorgenomen prijsverhoging niet ordelijk is verlopen.
Desalniettemin moet het bezwaar inhoudelijk worden afgewezen. Het staat partijen vrij een beding in de algemene voorwaarden op te nemen basis waarvan de gebruiker de bevoegdheid heeft een element van de overeengekomen prestatie eenzijdig te wijzigen. De wederpartij is gebonden aan een dergelijke eenzijdige wijziging voorzover hij de algemene voorwaarden heeft aanvaard en daarvan kennis heeft kunnen nemen. Volgens de telecommunicatiewet dient de aanbieder in zo’n geval ten minste een maand voordat de voorgenomen wijziging van kracht wordt, de abonnee de mogelijkheid te bieden om de overeenkomst kosteloos te beëindigen en de abonnee van deze mogelijkheid, alsmede de inhoud van de wijziging op de hoogte te brengen. Die eis is voldaan. Voorts is een beding in de algemene voorwaarden, dat de gebruiker de bevoegdheid verleend om de overeengekomen prijs te wijzigen, onder die omstandigheden niet onredelijk bezwarend.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Kennelijk ontleent de ondernemer zijn bevoegdheid om een tarief te wijzigen aan artikel 5.1 van de algemene voorwaarden waarin is bepaald dat de ondernemer gerechtigd is jaarlijks de tarieven op 1 juli te wijzigen volgens de CBS consumentenprijsindex over het voorafgaande kalenderjaar.
Dit gaat ervan uit dat sprake is van een overeenkomst voor onbepaalde tijd dan wel een stilzwijgend verlengde overeenkomst voor bepaalde tijd. Naar het oordeel van de commissie komt de ondernemer niet het recht toe tijdens een lopend contract de overeengekomen prijs per maand te verhogen, zoals in dit geval waarin uit de overeenkomst blijkt dat de contractduur 12 maanden is. Derhalve crediteert de ondernemer de consument voor de tariefsverhoging voor de resterende termijn van de 1 jaar contractperiode.
De wijze waarop de ondernemer de klacht heeft behandeld, verdient geen schoonheidsprijs.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer is niet gerechtigd de overeengekomen prijs voor het abonnement van de consument te wijzigen gedurende de contractduur. De ondernemer crediteert de consument voor de tariefsverhoging voor de resterende termijn van de 1 jaar contractperiode.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Ingevolge het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist op 22 augustus 2018 door de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten.