Commissie: Reizen
Categorie: Accommodatie
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
87624
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 21 maart 2014 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor 2 personen naar Los Angeles in de Verenigde Staten met verblijf in diverse hotels op basis van logies, voor de periode van 13 t/m 28 juni 2014 voor de som van € 4.035,50.
Klager heeft op 27 mei 2014 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
Ik heb bij de reisorganisator een 16-daagse rondreis Nationale Parken Favorites geboekt. Wij hebben gekozen voor de Superior reis, omdat de aangeboden hotels aansloten aan onze wensen.
Na ontvangst van de vouchers bleek ons dat de reisorganisator vier overnachtingen zonder opgaaf van een geldige reden had gewijzigd. Inmiddels is het hotel in Palm Springs conform onze wens omgeboekt.
Voor de twee overnachtingen in Los Angeles kon de reisorganisator niets voor ons betekenen. In het programma stond het Marriott beschreven. Dat is een hotel met hoge en moderne service. Het door de reisorganisator uitgekozen hotel Haciënda biedt die service niet. Ik heb zelf het Marriott geboekt voor € 117,80 voor de eerste nacht. Voor de laatste nacht (dag 14) heb ik de Sheraton geboekt voor € 147,54, omdat het Marriott vol zat.
Voor Las Vegas (dag 8 en 9) was het Luxor hotel aan de Strip in het programma opgenomen. De reisorganisator had dat gewijzigd in het LVH hotel, een gedateerd hotel ver van de Strip gelegen. Na ons bezwaar bood de reisorganisator ons het Quad hotel aan, maar dat was ver beneden de maat. Onder protest zijn we naar het LVH hotel gegaan.
De commissie verwijst verder kortheidshalve naar de e-mail van klager aan de reisorganisator d.d. 27 mei 2014 en de (ongedateerde) brief aan de commissie betreffende het antwoord op vraag 4.1 van het vragenformulier. De inhoud van een en ander moet als hier ingevoegd worden beschouwd.
Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik heb niets te maken met de wijze waarop de agent van de reisorganisator in Amerika opereert. De hotels waren na de boeking in maart 2014 gewoon te regelen.
Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
In de prijsbijlage bij onze brochure worden de hotels voor deze tour onder voorbehoud van wijzigingen vermeld. Daarnaast vermelden wij in onze Algemene Reisvoorwaarden [naam reisorganisatie] onder artikel 6.3 dat accommodaties in een rondreis altijd onder voorbehoud van wijzigingen zijn. Na afloop van de reis heeft klager niet bij ons een klacht ingediend.
De commissie verwijst verder kortheidshalve naar de brief van de reisorganisator aan de commissie d.d. 11 september 2014. De inhoud hiervan moet als hier ingevoegd worden beschouwd.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Bij een aanbod met gespecificeerde hotels past niet een voorbehoud van het zonder opgave van redenen wijzigen van de aangeboden hotels. Artikel 6.3 van de Algemene Reisvoorwaarden van [naam reisorganisatie] gaat daar ook niet vanuit.
Men behoudt zich het recht voor om in een laat stadium of tijdens de reis accommodatiewijzigingen door te voeren. Dat kan dan te maken hebben met overboeking in het hotel, een fout van het hotel management, of met andere calamiteiten.
De door de reisorganisator aangeboden en door klager verlangde hotels in Los Angeles en Las Vegas waren gewoon te boeken. Met beleid van de plaatselijke agent heeft klager niets te maken. De reisorganisator dient de agent de juiste instructies te geven om het aangebodene waar te kunnen maken.
Daarbij komt dat het hier een individuele reis betrof. De reisorganisator was niet afhankelijk van een minimum deelname aan de reis. De hotels konden dan ook direct worden geboekt. Klager hoefde dus niet te verwachten, dat de hotels in een laat stadium nog konden worden gewijzigd.
Het feit dat klager na terugkomst van de reis niet wederom heeft geklaagd is irrelevant. Klager heeft immers voor aanvang van de reis bezwaar gemaakt, waaraan de reisorganisator geen gevolg heeft kunnen geven.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 450,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 500,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 6 november 2014.