
Commissie: Reizen
Categorie: Totstandkoming
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI-D03-1689
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 22 december 2002 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een vliegreis voor 2 personen naar Egypte met verblijf in een hotel (logies en ontbijt) in de periode van 6 juni 2003 t/m 9 juni 2003 en op een cruiseschip (volpension) in de periode van 9 juni 2003 t/m 13 juni 2003 voor de som van € 898,–. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. Bij het inchecken bleek dat op onze papieren niet de juiste informatie stond, want zowel de luchtvaartmaatschappij, de incheckbalie, als de vertrekhal klopten niet. De voorzieningen in het vliegtuig waren slecht. Zo was het vliegtuig niet voorzien van ‘amusement’. Daarmee bedoelen we radio (koptelefoontje) of televisie. We hebben geen reisdocumentatie gehad betreffende excursie, boot en hotel. De boot zou een viersterrenclassificatie hebben, maar de boot was nog geen halve ster waard. De voorzieningen aan boord waren belachelijk. De badkamer was eigenlijk te vies om te douchen. De airco werkte niet en de veiligheidsmiddelen ontbraken, zoals een brandblusser en een plattegrond. Verder waren de kastjes en laatjes zodanig dat ze van ellende uit elkaar vielen. Als gevolg van lawaai van de draaiende motoren van schepen die om ons heen lagen, hebben we niet kunnen slapen. De volgende morgen hebben we om een andere kamer gevraagd, die we na enig aandringen hebben gekregen. Deze was iets beter dan de vorige, maar door de draaiende motoren van de andere boten hebben we de overige nachten evenmin niet of nauwelijks kunnen slapen. We kwamen er achter dat de boot helemaal niet zou uitvaren. We hebben inderdaad drie dagen stilgelegen. Toen kwamen we er achter dat wij de enigen waren met een heel ander vakantieschema, want wij zouden maar drie dagen hebben op de boot en de anderen vier. Wij moesten naar het [naam hotel] in Luxor en de anderen naar het [naam hotel] in Hurghada. Onze reisbegeleider heeft er gelukkig voor kunnen zorgen dat we hetzelfde kregen als de anderen. Zoals gezegd heeft de boot drie dagen stilgelegen. De vierde dag is hij toch gaan varen, maar als wij de andere accommodatie hadden gehad, hadden wij helemaal niet gevaren. We moesten nog geld bijleggen (€ 40,–), terwijl de anderen hetzelfde betaald hadden als wij. De excursies zijn met de bus gedaan. Dit was niet de afspraak. We waren telkens de helft van de dag kwijt. Omdat ze ons hadden meegedeeld dat we het visum bij het visumbureau te bestellen, kostte ons dat € 115,– per persoon. In Egypte hadden we voor een visum € 25,– per persoon moeten betalen. Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Bij boeking wordt altijd vermeld dat de vlucht onder voorbehoud is. Op pagina 30 van onze Egypte-brochure doen wij melding van het feit dat wij tot vlak voor het vertrek van de passagiers het recht voorbehouden om zowel de vluchttijden als de vliegtuigtypes te wijzigen. Deze wijziging was echter ruim drie maanden van tevoren bekend en doorgegeven op de tickets van klager, wat te zien is op de vluchtbevestiging die hen is overhandigd. Wij zijn evenmin aansprakelijk te stellen voor de stoelen, het eten en drinken van de chartermaatschappij, want wij bieden in onze brochure geen specifiek eten, drinken of veel beenruimte. Wij beloven slechts een vervoersplicht op de afgesproken datum. Extra reisdocumentatie bieden wij naast de reispapieren, onze brochure en algemene informatie over Egypte niet standaard aan. Wij hebben dit klager ook nooit beloofd. Voor wat betreft de cruiseboot merken wij op dat de sterrenclassificatie in Egypte altijd anders is dan volgens de Nederlandse maatstaven. De sterrenclassificaties zoals gepubliceerd in onze brochure worden niet door ons als reisorganisatie vastgesteld. Wij kunnen als reisorganisatie geen invloed uitoefenen op de toewijzing van de sterrenclassificatie. Klager was teleurgesteld dat de boot slechts één dag van de cruise over de Nijl heeft gevaren. Het is algemeen bekend, zoals beschreven in onze brochure, dat de cruise slechts 18 uur vaart en voor de rest van de tijd in de haven ligt. De afstand van Luxor naar Aswan bedraagt 215 kilometer, zodat het vanzelfsprekend is dat, hoewel er sprake is van een cruise, de klant niet de gehele dag aan het varen is. Hij moet de cruiseboot zien als een drijvend hotel, welke hem tussen de verschillende bezienswaardigheden vervoert. Klager klaagt ook over het feit dat de sluizen van Esna in onderhoud waren. Hiervan doen wij in onze brochure melding. In een bepaald periode van het jaar (meestal in voor- en najaar) is de sluis bij Esna voor enkele dagen in verband met onderhoud gesloten. In dit geval wordt een transfer ingezet en reist de reiziger op een klein traject per touringcar. Klager had van tevoren dus kunnen weten dat bepaalde stukken per bus gedaan worden. De extra afstand die overbrugd moet worden, bedraagt niet ‘telkens de helft van de dag’ zoals klager beweert, maar hooguit een extra uur, daar het met de bus te overbruggen stuk tussen Esna en Luxor slechts 80 kilometer is. Als de sluizen van Esna normaal geopend zouden zijn, dan had klager ook vaak in de bus moeten zitten voor de excursies, omdat veel bezienswaardigheden niet direct lopend vanaf de Nijl te bereiken zijn. Bovendien is het niet mogelijk direct voor elke bezienswaardigheid aan te meren met het cruiseschip. Het spreekt voor zich dat klager voor de upgrade van het driesterrenhotel Karnak naar het [naam viersterrenhotel] een bijbetaling heeft moeten doen. De informatie betreffende het visumbureau komt niet van ons, want wij vertellen onze reizigers dat zij hun visum ter plaatse bij de reisleider moeten afrekenen à € 20,– per persoon. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Voor wat betreft de wijziging van de vlucht heeft de reisorganisator zich kunnen beroepen op de algemene informatie, waarin onder meer is opgenomen dat wijzigingen kunnen plaatsvinden die betrekking hebben op het vluchtschema, het type vliegtuig of de luchtvaartmaatschappij. Hoewel valt te begrijpen dat klager liever met [naam vliegtuigmaatschappij] had gevlogen, dient dit klachtonderdeel – gelet op de door de reisorganisator verstrekte algemene informatie – ongegrond te worden verklaard. Dit neemt overigens niet weg dat de voorzieningen in het vliegtuig van de vervangende luchtvaartmaatschappij goed dienen te zijn. De opmerking van de reisorganisator dat hij niet aansprakelijk is te stellen voor de stoelen en het eten/drinken aan boord aangezien hij slechts een vervoersplicht is aangegaan, snijdt dan ook geen hout. De reisorganisator is wel degelijk verantwoordelijk voor de diensten van derden die door hem worden ingehuurd. Dat deel van de klacht dat betrekking heeft op het niet verstrekken van reisdocumentatie acht de commissie ongegrond, aangezien klager daarom bij boeking had kunnen vragen. Voor wat betreft de visumkosten merkt de commissie op dat in de prijsbijlage staat vermeld dat deze $ 20,– per persoon bedragen. Nu klager niet ter zitting is verschenen, is voor de commissie niet duidelijk geworden hoe een en ander met betrekking tot deze kosten is gelopen. Dit klachtonderdeel dient derhalve eveneens te falen. Voor de commissie is genoegzaam komen vast te staan dat klager gedurende de driedaagse cruise slechts in de haven heeft gelegen. Met klager is de commissie van oordeel dat bij een driedaagse cruise mag worden verwacht dat een substantieel deel van zo’n cruise varend wordt doorgebracht. De zienswijze van de reisorganisator dat een cruiseboot moet worden gezien als een drijvend hotel welke hem tussen de verschillende bezienswaardigheden vervoert, zou wellicht nog staande kunnen worden gehouden, ware het niet dat klager in het geheel niet heeft gevaren tijdens de door hem geboekte driedaagse cruise. Weliswaar heeft klager op de ‘vierde’ dag gevaren, maar dit was slechts een gevolg van de omboeking naar een ander reisschema met een andere accommodatie. Als gevolg van het stilliggen van het cruiseschip gedurende drie dagen heeft klager alle excursies per bus gemaakt, en heeft hij in de haven overmatig hinder ondervonden van de draaiende motoren van de overige schepen. Ter zitting heeft de vertegenwoordigster van de reisorganisator toegelicht dat van een 4-sterren cruiseschip in Egypte niet te veel mag worden verwacht. Om die reden wordt klanten geadviseerd een 5-sterren cruiseschip te boeken. Wat hier ook van zij, naar het oordeel van de commissie moet het ervoor worden gehouden dat de kwaliteit van het door klager geboekte cruiseschip te wensen overliet. De reisorganisator heeft de klachten over het cruiseschip overigens niet expliciet weersproken. Op grond van het voorgaande, en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag. Derhalve wordt beslist als volgt. Beslissing De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 300,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. De reisorganisator dient overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 45,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 29 december 2003.