Bij omzetten van huur- naar koopkavels, is sprake van verandering van aard terrein en daarmee van herstructurering.

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Herstructurering    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REC06-0022

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft de tegemoetkoming bij opzegging wegens herstructurering.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument huurde een vaste standplaats bij de ondernemer. In een schrijven van 1 februari 2005 heeft de ondernemer de overeenkomst met alle recreanten waaronder de consument opgezegd per 1 januari 2010, omdat hij vanaf die datum geen standplaatsen meer verhuurt. De huurders worden in de gelegenheid gesteld hun kavel te kopen. De consument heeft de ondernemer op 2 augustus 2005 meegedeeld dat hij heeft besloten zijn perceel niet te kopen en in 2005 te zullen vertrekken omdat hij een staanplaats op een andere camping heeft gevonden. Ter zitting heeft de consument toegelicht dat hij voorafgaande aan het schrijven van deze brief een aantal malen mondeling over de vergoeding van € 1.250,– bij de ondernemer is begonnen. Deze wilde echter geen toezegging doen. Vandaar dat de consument in zijn schrijven van 2 augustus 2005 naar de Recron-voorwaarden verwijst en zegt te hopen op een goede medewerking. De consument heeft met het indienen van zijn klacht bij de commissie afgewacht totdat er een uitspraak van de commissie was in een andere soortgelijke klacht. Inmiddels heeft de consument zijn standplaats leeg opgeleverd. Hij meent in aanmerking te komen voor de in artikel 10 lid 4 sub a van de Recron-voorwaarden vaste plaatsen bedoelde tegemoetkoming. De ondernemer weigert echter deze tegemoetkoming te verstrekken.   Standpunt van de ondernemer   De ondernemer heeft geen standpunt kenbaar gemaakt.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie merkt het schrijven van de consument aan de ondernemer van 2 augustus 2005 aan als een schriftelijke klacht. De consument heeft vervolgens pas op 6 februari 2006 zijn klacht ingediend bij de commissie, hoewel hij volgens de Recron-voorwaarden zijn klacht had moeten voorleggen aan de commissie binnen twee maanden nadat hij schriftelijk bij de ondernemer had geklaagd. Aangezien de ondernemer geen beroep heeft gedaan op de overschrijding van de termijn en niet om niet-ontvankelijkverklaring van de klacht heeft verzocht, zal de commissie deze klacht in behandeling nemen. De ondernemer heeft alle standplaatsovereenkomsten per 1 januari 2010 opgezegd, omdat hij zijn huurders in de gelegenheid stelt hun kavel te kopen en hij vanaf 2010 geen standplaatsen meer zal verhuren. De commissie is van mening dat het omzetten van een camping met huurplaatsen in een camping met kavels in eigendom van de recreanten, aangemerkt dient te worden als herstructurering. Vanwege deze herstructurering zullen alle huurplaatsen vervallen. Er wordt de consument dan ook geen vervangende plaats op het terrein aangeboden. Een recreant die niet in staat of bereid is een kavel te kopen, dient uiterlijk op 31 december 2009 zijn caravan van de standplaats te verwijderen en zijn standplaats schoon op te leveren. Indien de recreant zijn plaats oplevert gedurende de opzegtermijn, heeft de recreant op grond van artikel 10 lid 4 sub b. van de toepasselijke Recron-voorwaarden vaste plaatsen recht op een tegemoetkoming in de kosten van verplaatsing of verwijdering. Onder opzegtermijn verstaat de commissie de periode tussen de opzegging door de ondernemer en de uiterste datum waarop de standplaats moet zijn ontruimd. Vaststaat dat de ondernemer op 1 maart 2005 de overeenkomst met de consument heeft opgezegd per 1 januari 2010. De consument is dus vertrokken gedurende de opzegtermijn. De consument heeft besloten eerder dan per 1 januari 2010 zijn standplaats te ontruimen, omdat hij in 2005 in de gelegenheid was een standplaats elders te vinden. De consument heeft daarom recht op de tegemoetkoming van € 1.250,–. Op grond van artikel 10 lid 4 sub c. wordt dit bedrag geïndexeerd met het in artikel 1 sub m. genoemde indexcijfer. Na indexatie bedraagt de tegemoetkoming € 1.316,11.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 1.316,11. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 26 april 2006.