
Commissie: Reizen
Categorie: Accommodatie
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI03-1610
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil vloeit voort uit een op 8 mei 2003via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar de Turkse Rivièra met verblijf in een hotel op basis van half pension, voor de periode van 31 mei t/m 14 juli 2003, voor de som van € 748,–. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. Wij hadden een vijfsterrenhotel ‘op indeling’ geboekt. Voorafgaand aan de boeking hebben wij nadrukkelijk gevraagd wat voor risico wij zouden lopen met een open hotelreservering. Het antwoord was dat ik op het internet kon zien welke vijfsterrenaccommodaties in vijf met name genoemde plaatsen voor reservering in aanmerking konden komen. Het werd hotel Ofo in Antalya en dit hotel voldeed niet aan onze verwachtingen, met name ten aanzien van de aspecten ‘schoon’, ‘faciliteiten’ en ‘ligging’. Wij hebben het overigens ook niet op de internetsite aangetroffen. Wij hebben kakkerlakken waargenomen, het personeel was niet klantvriendelijk en de douche en de föhn werkten slecht. Het hotel was in de aanvliegroute gelegen van het nabij gelegen vliegveld, hetgeen geluidsoverlast veroorzaakte. Naast het hotel was een slopersbedrijf voor sanitaire voorzieningen gevestigd dat eveneens geluidsoverlast veroorzaakte. En direct aan de overkant lag een kazerne. Het hotel was in een lugubere omgeving gelegen en het strand lag niet in de directe nabijheid van het hotel. Het ergste was echter de penetrante diesellucht die in het hele hotel hing, waardoor ik last kreeg van mijn astma en een week lang medicijnen heb moeten gebruiken. De dag na aankomst heb ik de hostess mijn bezwaren kenbaar gemaakt en na enig aandringen zijn wij nog diezelfde dag naar een hotel in Kemer verhuisd. Dit vereiste echter wel een bijbetaling van € 469,–. Tevens hebben wij extra kosten ten bedrage van € 80,– moeten maken voor vervoer naar Kemer, werd slechts de helft van de safehuur terugbetaald en bracht het verblijf in het hotel in Kemer, in verband met de daar gehanteerde formule, extra kosten met zich mee. Klager verlangt een vergoeding van € 469,–. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Geen enkele klacht zoals vermeld op het ingevulde klachtenformulier is te herleiden tot iets dat afwijkt van ons reisaanbod. Met ter plekke de toewijzing van Ofo hotel ***** te Alanya hebben wij aan onze verplichtingen voortvloeiend uit de reisovereenkomst voldaan. Op grond van artikel 7 en in overeenstemming met artikel 3 lid 3 van de ANVR-Reisvoorwaarden zijn wij gerechtigd de gewijzigde reissom van de reiziger te ontvangen indien op uitdrukkelijk verzoek van de reiziger een wijziging in het geboekte arrangement plaatsvindt. Meer in het algemeen kan nog worden opgemerkt dat artikel 7:507 BW als criterium stelt dat de reis verloopt overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van de reisovereenkomst redelijkerwijs mocht hebben. Dit betekent dat de reiziger mag verwachten dat hetgeen wordt aangeboden, tenminste aanwezig is in een vorm die aan minimumeisen voldoet. Een essentieel onderdeel van een overeenkomst is de prijs. Dit betekent dat de prijs die men betaalt de verwachtingen die men mag hebben boven het minimumniveau, in belangrijke mate bepaalt. Mede in het licht van de omstandigheid dat een voordelige vakantie is geboekt, is de conclusie op grond van het voorgaande dat er onvoldoende aanleiding is om over te gaan tot de toekenning van enigerlei vergoeding. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Artikel 12 van de ANVR-Reisvoorwaarden bepaalt (conform artikel 7:507 BW) dat de reisorganisator verplicht is de reisovereenkomst uit te voeren overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van deze overeenkomst redelijkerwijs mocht hebben. Indien de reis niet verloopt overeenkomstig deze verwachtingen, is de reisorganisator verplicht eventuele schade te vergoeden tenzij de tekortkoming niet aan hem is toe te rekenen. Van belang is derhalve wat klager mocht verwachten. De commissie stelt vast dat klager een reis heeft geboekt conform de door de reisorganisator gehanteerde “Bingo”-formule. Dit houdt in dat men niet vooraf weet in welk hotel men terecht zal komen, echter de accommodatie dient minimaal te voldoen aan de door de reisorganisator bekendgemaakte beschrijving. De commissie wijst erop dat een reiziger met een dergelijke voordelige verrassingsreis een zeker risico loopt, zeker als de beschrijving van de accommodatie erg summier is. Wel suggereert een vijfsterrenclassificatie een zekere mate van comfort en service. De lage prijs doet daaraan in principe niets af. Ook mocht klager verwachten dat het hotel schoon was en dat de kamer en badkamer geen gebreken vertoonden. Betreffende de ligging heeft de reisorganisator slechts zeer summiere informatie gegeven. Klager kon daarover dan ook nauwelijks verwachtingen hebben. De commissie stelt vast dat de klachten betreffende het ongedierte, de diesellucht, de gebreken aan de badkamer en de klantonvriendelijkheid van het personeel niet dan wel onvoldoende door de reisorganisator worden weersproken. Daarmee staat de juistheid van deze klachten vast. Gelet op het voorgaande kan de commissie begrip opbrengen voor klagers wens om te verhuizen naar een ander hotel. En gelet op het feit dat de reisorganisator met dit hotel minder heeft geleverd dan klager op grond van de reisovereenkomst mocht verwachten is de commissie van oordeel dat de reisorganisator voor de omboeking naar een ander vijfsterrenhotel geen extra kosten in rekening had mogen brengen. De commissie wijst derhalve het door klager gevraagde bedrag toe. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 469,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 17 februari 2004.