Commissie: Notariaat
Categorie: Kosten
Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
104198
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het handelen van de notaris, meer specifiek het verrekenen van declaraties.
De cliënte heeft een bedrag van € 1.085,76 onbetaald gelaten en dit bedrag bij de commissie in depot gestort.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt de klacht, zoals ook ter zitting nader toegelicht, op het volgende neer.
De notaris heeft ten onrechte declaraties verrekend met het depot van de cliënte. De ex-echtgenoot van de cliënte zou wegens overbedeling een bedrag storten in het depot bij het notariskantoor ter aflossing van de hypothecaire schuld van de cliënte en de ex-echtgenoot zou alle notariële kosten betalen inzake het transport van de voormalig echtelijke woning naar hem toe. Dit laatste staat expliciet vermeld in artikel 1 van de akte verdeling en levering. De notaris heeft erkend een fout te hebben gemaakt door de kosten volledig in rekening te brengen bij de cliënte. De notaris heeft de helft van de tot dan toe met het depot verrekende kosten geretourneerd aan de cliënte. Dit is in strijd met de bij de notaris bekende afspraken tussen de cliënte en haar ex-echtgenoot. De notaris mag daarvan niet afwijken. De cliënte verzoekt dan ook dat het volledige bij haar in rekening gebrachte bedrag aan haar wordt terugbetaald. Zij dient dan ook nog € 750,20 uitgekeerd te krijgen.
Voorts klaagt de cliënte erover dat de notaris een declaratie betreffende een verkeerde ‘[achternaam cliiënt]’ heeft ingediend. Dit betreft de declaratie als bijlage 10 overgelegd bij de reactie van de notaris van 23 augustus 2016. Deze declaratie heeft een hoogte van € 471,68. Ook het bedrag van € 614,08 (bijlage 9 overgelegd bij de reactie van de notaris van 23 augustus 2016) wordt door de notaris ten onrechte gedeclareerd nu slechts offertes ter zake een testament en samenlevingscontract zijn opgesteld en de cliënte deze offertes niet heeft geaccepteerd.
Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het verweer op het volgende neer.
De werkzaamheden die de notaris heeft verricht voor de cliënte en haar ex-echtgenoot hadden niet alleen betrekking op de akte van verdeling, maar ook op de problematiek omtrent de afwikkeling van het depot in het kader van de verplichtingen van cliënte om haar aandeel in de hypothecaire schuld jegens de [naam bank] af te lossen. Veel kosten hadden te maken met overleg en bemiddeling tussen de cliënte en haar ex partner. Het was hoofdzakelijk gericht om overeenstemming tussen partijen te bereiken, onder meer ten aanzien van de verdeling van de gelden. Voorgesteld is dan ook om de gemaakte kosten voor de helft aan ‘de verdeling’ toe te rekenen en voor de andere helft aan ‘overige werkzaamheden’. Subsidiair stelt de notaris dat het depot gezamenlijk aan de cliënte en haar ex-echtgenoot toebehoorde. Het depot was bedoeld voor de aflossing van de hypotheek waarvoor beide partijen hoofdelijk aansprakelijk waren. Beide partijen dienden ook toestemming te geven voor uitkeringen uit het depot. Gelet hierop kan slechts de helft van de berekende kosten van € 1.500,40 ten laste van het deel van de ex-echtgenoot in het depot worden gebracht. De andere helft is reeds terugbetaald aan de cliënte. De notaris is overigens niet bereid aan de cliënte uitkeringen te doen zolang zij haar openstaande declaraties aan de notaris niet voldoet. Deze openstaande declaraties bedragen in totaal € 1.085,76.
Beoordeling van het geschil
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.
Ten aanzien van het verrekenen van declaraties met het depot van de cliënte overweegt de commissie als volgt.
Blijkens artikel 1 van de akte verdeling en levering komen de notariële kosten wegens verdeling en levering van het registergoed voor rekening van verkrijger, zijnde de ex-echtgenoot van de cliënte. Gelet op deze bepaling had de notaris de notariële kosten, ook niet voor de helft, niet voor rekening van de cliënte mogen brengen. Door dit wel te doen heeft de notaris niet gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris. Dat de notaris ook nog ‘overige werkzaamheden’ heeft verricht voor de cliënte en haar ex-echtgenoot en de kosten daarvan in rekening wil brengen bij de cliënte maakt dat niet anders. De commissie zal dan ook bepalen dat de notaris een bedrag van € 750,20 aan de cliënte dient te vergoeden. Ten overvloede merkt de commissie op dat de notaris het gehele bedrag aan notariële kosten, conform artikel 1 van de akte verdeling en levering, bij de ex-echtgenoot van de cliënte in rekening kan brengen.
Ten aanzien van de declaraties van 31 december 2014 en 23 augustus 2016 overweegt de commissie als volgt.
De commissie stelt vast dat de cliënte en haar partner aan de notaris een opdracht hebben gegeven voor het opmaken van testamenten en een samenlevingscontract. Op grond van de algemene voorwaarden die de notaris hanteert, vallen ook werkzaamheden die worden verricht zonder dat deze uiteindelijk leiden tot een notariële akte onder de opdracht. De notaris is bevoegd deze werkzaamheden aan de opdrachtgever te declareren op basis van de aan de opdracht bestede tijd, tegen de op het kantoor gebruikelijke tarieven. Volgens de declaratie van 31 december 2014 zou de notaris voor het opmaken van de testamenten en het samenlevingscontract € 600,– in rekening brengen. De notaris heeft blijkens de declaratie uiteindelijk € 450,– in rekening gebracht omdat de akten niet zijn getekend. Mede gelet hierop is voor de commissie genoegzaam komen vast te staan dat de notaris voorbereidende werkzaamheden heeft uitgevoerd doch dat de akten niet zijn gepasseerd omdat de cliënte en haar partner deze niet hebben getekend. Een vergoeding voor deze werkzaamheden op basis van de bestede tijd acht de commissie, mede gelet op de door de cliënte geaccepteerde algemene voorwaarden, op zijn plaats. De door de notaris opgemaakte declaratie acht de commissie redelijk en billijk.
Voor wat betreft de declaratie van 23 augustus 2016 van € 471,68 (bijlage 10 bij de brief van de notaris van 23 augustus 2016) overweegt de commissie dat deze declaratie ten onrechte aan de cliënte is gericht. De ‘[achternaam cliënt]’ bovenaan deze declaratie betreft immers een andere ‘[achternaam cliënt]’ dan de cliënte.
Ter afwikkeling van het geschil bepaalt de commissie, gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, dat de cliënte aan de notaris de kosten van de nog openstaande declaratie – een bedrag van € 614,08 -dient te voldoen en dat de notaris een bedrag van € 750,20 aan de cliënte dient te voldoen, ter zake de ten onrechte bij de cliënte in rekening gebrachte notariële kosten. Dit houdt in dat de notaris per saldo een bedrag van € 136,12 nog aan de cliënte dient te voldoen.
Nu de klacht van de cliënte voor een deel gegrond wordt verklaard, ziet de commissie daarin aanleiding het kantoor van de notaris te veroordelen tot vergoeding van de helft van het klachtengeld dat de cliënte aan de commissie heeft voldaan, te weten een bedrag van € 26,25. Bovendien dient het kantoor van de notaris – overeenkomstig het reglement van de commissie – een bijdrage van € 57,50 in de behandelingskosten aan de commissie te voldoen.
Het door partijen meer of anders gestelde behoeft naar het oordeel van de commissie geen verdere bespreking omdat dit niet tot een ander oordeel zal leiden.
Derhalve dient als volgt te worden beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht van de cliënte deels gegrond en bepaalt dat:
– De notaris een bedrag van € 750,20 aan de cliënte is verschuldigd;
– De cliënte een bedrag van € 614,08 aan de notaris is verschuldigd;
– Uit het door de commissie van de cliënte ontvangen depot zal een bedrag van € 614,08 aan de notaris worden uitgekeerd, het restant – een bedrag van € 471,68 – zal op de rekening van de cliënte worden teruggestort;
– De notaris het klachtengeld aan de cliënte, die deze kosten bij voorschot aan de commissie heeft voldaan, ter hoogte van € 26,25, dient te vergoeden;
– De notaris aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag van € 57,50 is verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie op 14 december 2016.