Boete wegens niet inchecken blijft staan: klacht ongegrond verklaard

De Geschillencommissie




Commissie: Openbaar Vervoer    Categorie: Overig    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 675192/743274

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument kreeg op 8 augustus 2024 een boete omdat hij volgens de conducteur niet was ingecheckt. De consument stelt dat hij wel had ingecheckt, maar dat er iets misging toen hij de toeslag voor de Intercity Direct annuleerde. De commissie bekeek de gegevens van de OV-chipkaart en zag dat de consument pas na het annuleren van de toeslag voor het eerst had ingecheckt. Daarom had hij op het moment van controle geen geldig vervoerbewijs. De commissie vindt de boete terecht en wijst de klacht af.

De volledige uitspraak

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft op 8 augustus 2024 een boete gekregen van een NS-medewerker. Deze boete is door de consument op 29 augustus 2024 betaald. Op die dag wilde de consument naar [plaatsnaam] reizen en had hij/zij netjes ingecheckt bij de incheckpoorten van [station]. De consument zat al in de trein toen werd aangekondigd dat de trein niet meer zou rijden en dat er een andere trein genomen moest worden. De consument stapte uit de trein en annuleerde de toeslag bij de toeslagzuil, omdat de Intercity Direct niet meer zou rijden. De consument heeft het vermoeden dat het mogelijk daar misging. Daarom leek het later, bij controle in de andere trein, alsof de consument niet ingecheckt was. Naar de mening van de consument is de boete onterecht ontvangen.

Het voorstel om de klacht op te lossen is het betaalde bedrag teruggestort te krijgen.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Toen de conducteur de OV-chipkaart van de consument controleerde, constateerde deze dat er niet was ingecheckt. De conducteur heeft daarop een nieuw vervoerbewijs van [plaatsnaam] naar [plaatsnaam 2] uitgeschreven in de vorm van een Uitstel van Betaling met de wettelijke verhoging van € 50,–. De consument is van mening dat hij wel was ingecheckt, maar doordat hij de toeslag IC direct had geannuleerd, het leek of hij niet ingecheckt was. De consument is het er niet mee eens dat zijn boete niet kwijtgescholden wordt.

Op grond van artikel 2.1 van de AVR-NS dient een reiziger in bezit te zijn van een geldig vervoerbewijs, dat geschikt is voor de reis die wordt gemaakt: ‘Als u met gebruik van uw OV-chipkaart, OV-pas of Betaalpas/creditcard terugreist richting het station waar u heeft ingecheckt, moet u eerst uitchecken en weer inchecken voordat u terug kunt keren naar het station waarvan u uw reis met NS begon. Dat hoeft niet als de oorzaak van het reizen in die richting buiten uw invloedsfeer ligt, of als u omreist en dat door NS geadviseerd is’. De consument beschikte niet over een geldige check in en daarmee niet over een geldig vervoerbewijs.

Volgens de consument is het mogelijk dat hij per ongeluk is uitgecheckt op het moment dat hij de toeslag voor de IC direct annuleerde. Uit de check in/check uit gegevens blijkt echter dat de consument pas voor de eerste keer in heeft gecheckt nadat hij de toeslag Intern 2 Intern voor de IC direct heeft geannuleerd. Het overzicht van zijn OV-chipkaart transacties van 8 augustus 2024 laat het volgende zien:
– 10.18 uur – aanschaf toeslag IC Direct
– 10.28 uur – annulering toeslag IC Direct
– 10.28 uur – check in [station] – 10.35 uur – check uit in [station 2] – 11.40 uur – check in [station 1] – 11.44 uur – check uit in [station 2]

Uiteindelijk gaat de reis naar [station]. Voor een reis van [station 1] naar [station 2], of naar [plaatsnaam] waar de consument naar door is gereisd, wordt echter geen gebruik wordt gemaakt van een IC direct. De IC direct rijdt van [station] naar [plaatsnaam] en [plaatsnaam 2]. Voor de reis naar [plaatsnaam] vertrekt er vanaf station [eerdere een rechtstreekse intercity naar [plaatsnaam 2]. Ook voor de reis van [plaats] naar [plaats 2] gaat de reis volgens de NS-reisplanner via [station] met een rechtstreekse intercity en niet via [station 2] met de IC direct. Kennelijk moest de consument ook in [plaatsnaam] zijn, gezien het feit dat hij daar heeft uit- en ingecheckt. De IC direct van 10.19 uur van [station] naar [station 2] heeft inderdaad niet gereden, maar omdat de consument pas om 10.18 uur de toeslag IC direct heeft gekocht, en om 10.28 uur in heeft gecheckt op [station 3] nadat hij de toeslag weer had geannuleerd, kan de consument voor de vertrektijd niet in deze IC direct hebben gezeten. Uit de feitelijke incheck handelingen van de consument kan worden afgeleid dat de reden die de consument noemt waardoor hij geen geldig vervoerbewijs heeft, niet klopt.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Met de ondernemer concludeert de commissie dat de consument op het moment dat hij werd gecontroleerd niet beschikte over een geldig vervoerbewijs zodat de conducteur op grond van de toepasselijke voorwaarden een vervoerbewijs in de vorm van een Uitstel van Betaling mocht uitreiken, waarbij ook de wettelijke verhoging in rekening is gebracht. De verontschuldiging die door de consument is aangedragen kan op grond van de aangereikte feitelijke gegevens niet aannemelijk bevonden worden. De consument heeft daarop ook geen verder commentaar gegeven.
Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie wijst het verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer, bestaande uit de heer mr. J.M.J. Godrie, voorzitter, de heer mr. P. Vonk, de heer mr. M.A. Keulen, leden, op 5 februari 2025.

Print/PDF