Commissie: Waterrecreatie
Categorie: Conformiteit
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
116287
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op een door de ondernemer verrichte aankoopkeuring van een kajuitzeilboot, type Hallberg Rassy 29, bouwjaar 1984. De overeenkomst van opdracht is gesloten op 20 oktober 2016 en de aankoopkeuring heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2016 voor een bedrag van € 698,–. Na de aankoop van de zeilboot heeft de consument moeten constateren dat de boot gebreken vertoonden die niet uit het rapport van de ondernemer naar voren zijn gekomen.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken. De door de consument overgelegde stukken dienen hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd. In de kern komt het standpunt van de consument op het volgende neer.
De uitgevoerde expertise door de ondernemer is gebrekkig geweest, nu de volgende punten niet dan wel onvoldoende zijn genoemd:
– Roerblad erg nat tijdens keuring (bleek in sterk gebrekkige staat te zijn).
– Scheg erg nat tijdens keuring (dit kan leiden tot osmose in de gehele romp).
– Teakdek in de kuip is aan het verrotten (lat laat los en hout is verpulverd in de maanden na de keuring).
– Krom vloerpaneel is een veiligheid en verzekeringskwestie.
– Onderlijk kar bleek compleet defect te zijn.
– Een tier van de achter spruit in het staand want was afgebroken op ooghoogte.
– Ramen buiskap verpulverden binnen drie weken na de inspectie (dit is slechts een gebrek, aldus de expertise van de contra-expert).
– Gasinstallatie blijkt niet te voldoen aan de verzekeringseisen en had afgekeurd moeten worden.
– Elektrische installatie blijkt niet te voldoen aan de verzekeringseisen (accu niet zeevast en niet in lekvrije bak, accupolen niet afgeschermd, gebrekkige bekabeling, inclusief niet toegestaan kroonsteentje.
– Service accu bleek volledig niet functioneel direct na de aankoop.
Bovendien is het rapport van expertise van de ondernemer erg onduidelijk en had daarom nauwelijks toegevoegde waarde. Sommige zaken werden aangemerkt als ‘wezenlijk gebrek’ terwijl die punten als nauwelijks relevant overkwamen, terwijl sommige zaken als ‘redelijk’ omschreven of helemaal niet werden genoemd, die later grote verborgen gebreken bleken; op het gebied van kosten, het gebied van veiligheid of allebei tegelijk. Ook noemt het rapport van de ondernemer nergens herstelkosten, terwijl de consument dit wel was beloofd. De consument wenste juist met de rapportage begroot te zien wat hij aan kosten kon verwachten en op welke termijn.
Daarnaast is de wijze van contracteren door de ondernemer niet conform de HISWA protocollen verlopen. Zo zijn de HISWA algemene voorwaarden en de HISWA Expertise Overeenkomst niet aan de consument toegezonden. De overeenkomst heeft de consument pas na het uitvoeren van de keuring gezien. Daarnaast heeft de ondernemer nooit genoemd dat voor een betrouwbare vochtmeting de boot minimaal 1 tot 2 dagen voor de keuring uit het water moest zijn. Het rapport van expertise is vaag en bevat verschillende feitelijke onjuistheden, hetgeen in het rapport van contra-expertise staat benoemd. De ondernemer heeft hier nooit inhoudelijk op gereageerd. Het rapport van aankoop schetst in het rapport van aankoopkeuring een veel te rooskleurig beeld van de werkelijkheid. De ondernemer heeft de volledige contra-expertise in twijfel getrokken en heeft bij voorbaat alle claims van de consument afgewezen, zonder zich eerst te informeren over de werkelijk staat van de zeilboot en ondanks een nagenoeg onafhankelijk rapport van contra-expertise. Tenslotte blijken er contacten te zijn geweest tussen de ondernemer en de verkopend makelaar van de boot, anders had de ondernemer nooit geweten van de uiteindelijk overeengekomen verkoopprijs, nu de consument die prijs nooit genoemd heeft.
Als gevolg van de gebrekkige aankoopkeuring, wanprestatie door de ondernemer, heeft de consument de volgende kosten moeten maken, waarvoor de consument de ondernemer aansprakelijk acht.
Het lijkt de consument gerechtvaardigd om het volgende van de ondernemer te eisen:
– € 698,– vergoeding voor het onprofessioneel uitvoeren van de oorspronkelijke inspectie.
– € 452,40 vergoeding ter compensatie van de contra-expertise.
– € 12.849,60 vergoeding als bijdrage voor het herstel van de geleden materiële schade (reparatiekosten).
– € 102,50 restitutie van het klachtengeld.
Daarmee neemt de consument nog steeds een groot deel van de materiële schade voor zijn eigen rekening. Uiteraard is er ook sprake van aanzienlijke immateriële schade, bestaande uit anderhalf jaar aan verwarring, frustratie en verspilde tijd en energie ten gevolge van deze kwestie.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken. De door de ondernemer overgelegde stukken dienen hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd. In de kern komt het standpunt van de ondernemer op het volgende neer.
De consument heeft de opdracht voor de ISWA Expertise na het lezen getekend op 24 oktober 2016, inclusief de bijlage waarin is aangeduid wat de consument van een HISWA keuring kan verwachten.
De consument heeft de algemene voorwaarden inclusief bijlagen kunnen lezen conform de aanwijzing. Hij was persoonlijk aanwezig bij de hele keuring. De ondernemer staat volledig achter de inhoud van zijn rapport. De expertise is verricht aan een 33 jaar oude zeilboot. Die moet je beoordelen naar de standaard zoals hij toen werd gebouwd, met de veroudering en met de sporen van 33 jaar gebruik. De conditie van de boot is wat je van een boot van 33 jaar mag verwachten en de overeengekomen prijs (€ 29.250,–) is daar ook naar. In het rapport staat bij de conclusie Ruim Voldoende in relatie met de leeftijd van de boot.
In het rapport staan als wezenlijke gebreken duidelijk genoemd de zaken die direct moesten worden gerepareerd, alsmede de voorbehouden en de nog uit te voeren inspecties. Per onderdeel in het rapport heeft een waardering plaatsgevonden met onder andere de aanduidingen ‘voldoende’, ‘verder gebruik is mogelijk. U dient op termijn rekening te houden met noodzaak tot vervanging of reparatie etcetera’.
De conditie van het roer en de scheg zijn bij de keuring op 24 oktober 2016 uitgebreid – niet destructief – onderzocht en deze gaven geen wezenlijk gebrek aan. Het gemeten vochtgehalte was binnen de norm van wat je van een boot van 33 jaar oud mag verwachten. Het roerblad en de scheg zijn bij de keuring zwaar mechanisch belast door druk uit te oefenen onder andere door achteruitvaren tijdens de proefvaart. Dit gaf geen mechanische afwijkingen aan en/of wezenlijke gebreken aan roer en scheg aan. Er is geen destructief onderzoek uitgevoerd en dit is conform het HISWA protocol geen onderdeel van de HISWA Aankoopkeuring. Om die reden is ook in het rapport vermeld dat problemen in en/of onder het toegepaste verfsysteem en plamuurlagen van het onderwaterschip, roerblad, scheg, alsmede problemen in en/of onder het aanwezige laminaat, alleen na destructief kunnen worden vastgesteld. Voor de expert geldt een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting. Bovendien is de keuring een momentopname, waarbij de expert niet kan uitsluiten dat er ondanks zijn gedegen onderzoek toch sprake kan zijn van (verborgen) gebreken aan het vaartuig die niet door de expert tijdens het onderzoek zijn of kunnen worden ontdekt.
Om de conditie van het roer en de scheg echt goed te kunnen beoordelen is destructief onderzoek nodig, omdat vochtmeting door middel van een vochtmeter slechts een indicatie geeft. Voor destructief onderzoek is toestemming van de verkopende partij nodig. De insteek van de consument voor de keuring was dat hij de boot geheel wilde renoveren en verbeteren. Dat is de keuze van de consument en dat kost veel geld.
De consument heeft op geen enkele manier de ondernemer kenbaar gemaakt dat er problemen waren, gedurende de anderhalf jaar dat hij met de boot heeft gevaren. Bij grondberoering bijvoorbeeld van het roer/de scheg of andere mechanische belasting kan er in die periode door torderen ruimte zijn ontstaan tussen metalen delen in het roerblad en het roerblad en kan daardoor vocht intreden. Bovendien betreft het hier een zeilboot die na 33 jaren vaak vocht heeft in het laminaat zonder dat er sprake is van delaminatie en/of osmose blazen. De contra-expert heeft wel destructief onderzoek uitgevoerd en toen is pas vocht in roerblad en scheg aangetroffen. Niet is aangetoond dat roer en scheg mechanisch van onvoldoende kwaliteit waren of zouden zijn. Daarnaast bevreemdt het de ondernemer dat de contra-expert schrijft over verrot teakhout, terwijl er sprake is van kunst teak dat kan niet rotten. De ondernemer vraagt zich af of de zeilboot wel door de expert, die de contra-expertise heeft uitgevoerd, is gezien. De ondernemer heeft het teak als ‘voldoende’ beoordeeld, hetgeen betekent dat het beoordeelde binnen de gebruikstoleranties valt en verder gebruik mogelijk is. Dit is precies de kwalificatie waar het teak in oktober 2016 aan voldeed.
Bij de keuring in oktober 2016 is de kar aan het onderlijk gecontroleerd en deze was met wat slijtage eraan verder in orde bevonden. Dat ruim anderhalf jaar later door de expert, die de contra-expertise heeft uitgevoerd, anders is geoordeeld is niet abnormaal, als er het hele seizoen 2017 met de boot is gezeild. Tuigageonderdelen slijten zoals bekend bij gebruik. Dat kan ook worden gezegd van de tier in het achterstag die was gebroken. De tuigage was tenslotte ook al 33 jaren oud.
Met betrekking tot de buiskap heeft de ondernemer aangeduid dat deze ‘voldoende’ is en dat betekent dat ‘verder gebruik mogelijk is’, wat betekent dat rekening gehouden moet worden met de noodzaak tot vervanging. Dat komt precies overeen met de conditie waarin de buiskap zich in oktober 2016 bevond.
Met betrekking tot de technische installatie kan worden opgemerkt dat zoals deze was geïnstalleerd het niet nodig was deze extra te isoleren.
De gasinstallatie was geïnstalleerd volgens de normen geldend in 1984. Dat de installatie niet volgens de huidige ISO noren is aangelegd, wil nog niet zeggen dat de installatie niet veilig is.
Over de elektrische installatie/accu’s merkt de ondernemer op dat ook deze installatie is aangelegd conform de normen van 1984. De accu’s waren voldoende zeevast gesjord. In het rapport van de ondernemer staat duidelijk vermeld dat de accu’s moesten worden doorgeladen, de conditie twijfelachtig was en dat de accu’s mogelijk moesten worden vervangen.
Met betrekking tot de mechanische voorstuwingsinstallatie dient hier te worden gemeld dat de uitlaat niet lekte tijdens de keuring in oktober 2016, maar er waren wel ‘droge’ leksporen vandaar de opmerking in het rapport ‘niet wezenlijk’ gebrek.
De ondernemer heeft verder geconcludeerd dat de luchtbel in het kompas wel degelijk een gebrek is, een niet werkende handpomp in de keuken een wezenlijk gebrek is en losse wandbekleding een degelijk gebrek. Wat betreft de accu was het niet duidelijk of er sprake was van een gebrek (voorbehoud) en de kapotte onderlijk kar was tijdens de keuring van oktober 2016 nog niet kapot. Met betrekking tot de gasinstallatie was er geen sprake van een wezenlijk gebrek volgende de normen van 1984. Wel is het advies gegeven om de installatie af te persen. Wat betreft de constatering van rot teak is sprake van een onjuiste constatering nu het teakdek in de kuip grotendeels uit kunstteak bestond.
Op grond van het voorgaande verzoekt de ondernemer de commissie de klacht van de consument in zijn geheel af te wijzen, nu de aankoopexpertise naar behoren is uitgevoerd. Er is de ondernemer hierbij geen verwijt te maken.
Deskundigenrapport
De consument is ontevreden over de uitgevoerde werkzaamheden van de ondernemer, waaronder
de inspectie en rapportage van de aankoopkeuring, uitgevoerd op 24 oktober 2016, waaronder:
– onderwaterschip, het roerblad en de scheg
– het teakhout van de kuip
– de achterstag
– de buiskap
– de gasinstallatie
– de elektrische installatie
– de onderlijk strekker van de giek.
Consument heeft de ondernemer opdracht gegeven een aankoopkeuring te doen op het voornoemde zeiljacht. De ondernemer heeft het jacht geïnspecteerd en gerapporteerd conform het standaard Hiswa expertise rapport op 24 oktober van 2016.
Aan de hand van dit rapport, met de bijbehorende conclusies, zowel algehele conditie als de staat van onderhoud, heeft de ondernemer dit gekwalificeerd als "ruim voldoende" inclusief een aantal wezenlijke gebreken. Hierna heeft consument het zeiljacht gekocht.
Consument heeft de boot na de aankoop van Zeeland naar Lelystad gezeild. In Lelystad, bij de reparateur Schaap Shipcare, rapporteert Schaap op 22 september 2017, hoog vocht gehalte in het roer en de scheg van het onderwaterschip.
Er kwamen toen een aantal problemen aan het licht die de consument niet had verwacht conform het expertiserapport van de ondernemer.
Een deel van de items waren tijdens de inspectie door de deskundige gerepareerd.
Aan de hand van foto’s heeft de consument alle claims en reparatie processen laten zien.
Deskundigen moet de rapportage baseren op items die deskundige kan inspecteren en op van verklaringen en foto’s van de consument en de reparateur.
Geconstateerd bij reparateur Schaap te Lelystad:
– laminaat van het roer gerepareerd en geconserveerd
– laminaat van de scheg gerepareerd en geconserveerd
– er was 1 tier los van de draad van de achterstag
– de gasinstallatie is niet conform ISO normering
– teakhout van de kuip was weg genomen en afgevoerd
– de elektrische installatie heeft een kroonsteentje in een van de kombuis kastjes
– de onderlijk strekker van het grootzeil was gerepareerd.
Geconstateerd aan de hand van foto’s van de consument en verklaring van de reparateur:
– de buiskap, hiervan waren de kunststof ramen uitgebroken
– foto’s van de reparatie van de scheg en het roer
– verklaring van de reparateur Schaap ShipCare uit het dossier.
Onderwaterschip:
De ondernemer heeft vochtmetingen gedaan met een Proti- vochtmeter. Dit is een vochtmeet instrument dat gebruikt wordt door Hiswa experts.
Hoeveel vochtmetingen en waar deze zijn gedaan is niet gerapporteerd. Wel is gerapporteerd dat de gemeten waarden tussen de 150-180 schaaldelen heeft gelegen. Ondergetekende weet dat een dergelijk meetresultaat als "voldoende droog" kan worden gekwalificeerd. De schaaldelen van de Protimeter zijn van 00 tot en met 999. Van droog tot hoog vochtig.
Ondergetekende heeft zelf niet de gemeten waarden van de ondernemer kunnen meten, omdat het laminaat was gerepareerd, gedroogd en geconserveerd.
Verklaring van de consument en de reparateur volgens het dossier:
Nadat het schip bij de reparateur, Schaap Shipcare op het droge was geplaatst, bleek dat het vochtgehalte in de scheg en het roer als "hoog" of ook wel maximaal vochtgehalte te zijn in plaats van voldoende droog, zoals gerapporteerd. De vochtmetingen zijn door Schaap met de Skipper vochtmeter uitgevoerd. Deze vochtwaarden werden door de reparateur als "maximaal" gekwalificeerd. De Skipper vochtmeter en de Proti vochtmeter zijn beide vochtmeters om het vochtgehalte in een polyester laminaat te meten. Hierna heeft Schaap een gaatje van circa 5 mm in het roer en in de scheg geboord, waarna het water uit het roer en de scheg liep. Destructief onderzoek behoort niet tot een standaard Hiswa aankoopkeuring. Dat Schaap dit gedaan heeft, geeft aan dat er "water" in het roer en de scheg heeft gezeten. Het is aannemelijk dat er tijdens de aankoopkeuring een hoog vochtgehalte aanwezig is geweest. De ondernemer heeft het hoge vochtgehalte niet gemeten of niet juist gemeten in de scheg en het roer en ook niet gerapporteerd. Het algehele onderwaterschip inclusief roer en scheg worden als "ziet er goed uit" en "ruim voldoende” gerapporteerd.
Toelichting: vocht/water in een roer en/of laminaat kan leiden tot schade als gevolg van delaminatie en/of osmose. Ook bevriezing van water in het laminaat kan leiden tot delaminatie.
Teakhout van de kuip:
De kuipbanken waren voorzien van teakhout, direct verlijmd op de polyester kuipbanken.
Tijdens inspectie van deskundige was dit teakhout verwijderd, omdat het in een slechte staat bleek te zijn. De ondernemer rapporteert dat 1 teaklat los zat en gerepareerd moest worden. Voorts wordt het teakhout inclusief het kunststof teak als "ruim voldoende" gekwalificeerd.
De foto’s in het dossier laten een hoopje “gesloopt teak” zien. Aan de hand van deze foto’s is niet goed vast te stellen hoe het er nu werkelijk bij heeft gelegen voordat alles werd gesloopt.
Achterstag:
1 tier van de achterstag was gebroken. Dit is ontdekt tijdens het overvaren, direct na de aankoop.
Het kan zijn dat de ondernemer dit niet heeft geconstateerd of dat het na de aankoop is ontstaan. Het is voor deskundige niet duidelijk en niet vast te stellen of dit ook zo was tijdens de aankoopkeuring.
Buiskap:
De buiskap is beoordeeld als "voldoende". Toen de consument naar eigen zeggen direct na de aankoop ging zeilen en de buiskap neerklapte braken de ramen eruit. De ruiten waren ook dof aldus de consument. De buiskap is beoordeeld als "voldoende". De ondernemer rapporteert wel dat de "naadjes" (oude buiskap) naar de zeilmaker moeten voor controle.
“Voldoende” betekent conform het Hiswa rapport:
• Het beoordeelde valt binnen de gebruikstoleranties.
• Verder gebruik is mogelijk, u dient binnen afzienbare tijd rekening te houden met de noodzaak tot vervanging of reparatie etcetera.
Gasinstallatie:
De gasinstallatie is niet conform de huidige gasregelgeving, de ISO norm 10239.
Dat behoeft ook niet omdat het schip is gebouwd vóór 2001. Sommige verzekeraars eisen dit echter wel. De ondernemer heeft gerapporteerd dat de gasinstallatie hier niet aan voldoet. Tevens heeft hij gerapporteerd als advies om het gassysteem na te laten kijken. Deskundige is van mening dat de ondernemer juist heeft gerapporteerd over de gasinstallatie.
Elektrische installatie:
De service accu’s heeft consument direct moeten vervangen omdat deze niet meer goed konden worden geladen. De reden zou zijn geweest dat de accu’s defect of bijna defect waren.
De ondernemer heeft dat gemeld in zijn rapport met een vraagteken.
Het is voor een aankoopexpert altijd moeilijk om accu’s op een juiste conditie te testen. De accu’s staan vaak aan lading tijdens of vlak voor de aankoopkeuring. Op dat moment functioneren accu’s, ook accu’s die aan het eind van hun levensloop zijn, naar behoren. Pas als accu’s alleen worden ontladen, komt de "staat" van de accu’s om de hoek kijken.
Deskundige is van mening dat de ondernemer correct heeft gerapporteerd dat de accu’s mogelijk aan het einde van hun levensloop zouden zijn geweest. Omdat er een nieuwe accu was gemonteerd kan deskundige hier niet over oordelen.
Er is een elektrische verbinding tussen twee draden gemaakt, bestaande uit een "kroonsteen".
Kroonsteen verbindingen zijn niet gebruikelijk in elektrische verbindingen aan boord van een schip omdat deze gemakkelijk kunnen corroderen met slecht of geen contact als gevolg.
Deze kroonsteen was aan het oog onttrokken omdat deze onder een schot achter de binnen betimmering was weg gewerkt. De deskundige van de commissie is van mening dat dit de ondernemer niet kwalijk genomen kan worden. De kosten om een professionele verbinding te maken zijn minimaal. Dat er losse bedrading aanwezig was is gerapporteerd door de ondernemer.
Onderlijk strekker van het grootzeil:
In de sleuf van de giek is een onderlijk strekker opgenomen. Deze bestaat uit een RVS mechanisme met 4 kunststof geleide wieltjes.
2 van deze geleide wieltjes waren niet aanwezig, zodat het mechanisme scheef zat en niet goed functioneerde. De ondernemer heeft dit niet gerapporteerd. Het was ook moeilijk te zien.
Dit komt pas aan het licht als tijdens de proefvaart wordt gezeild. Een proefvaart onder zeil heeft niet plaats gevonden, omdat de zeilen niet waren aangeslagen, waardoor het dus moeilijk geconstateerd kon worden.
Conclusie:
Hoewel het op basis van de foto’s en verklaringen van de reparateur en consument mogelijk is dat er sprake was van niet door de ondernemer geconstateerd vocht in de scheg en onderwaterschip en dat de teakhouten kuipbanken in slechte staat verkeerden, heeft deskundige dit niet zelf waar kunnen nemen.
Herstel is technisch mogelijk.
Gerepareerd dient nog te worden het teakhout van de kuipbanken, de gasinstallatie, de elektrische installatie en de buiskap.
Deskundige is van mening dat de reparatiekosten niet zijn vast te stellen omdat deskundige het laminaat van het onderwaterschip, het teakhout van de kuip en de buiskap niet hebben kunnen inspecteren. Overige reparatiekosten van de verschillende items zijn juist door de ondernemer gerapporteerd.
De volgende items zijn inmiddels gerepareerd:
– het roer en de scheg
– de achterlijk strekker
Het roer en de scheg zijn thans door Schaap Shipcare gerepareerd. Dit is vaktechnisch goed uitgevoerd. Tevens is er een nieuw verfsysteem aangebracht.
De consument heeft deskundige op 12 mei 2018 een aanvullende lijst met items toegestuurd.
Een item is het staandwant en de relingdraden. Consument heeft het advies gekregen om het staand want te vernieuwen, omdat dit waarschijnlijk van het bouwjaar 1984 zal zijn.
De ondernemer heeft gerapporteerd om het staand want bij liggende mast te laten controleren.
De ondernemer kan niet meer doen als de mast erop staat en geen beschadigingen met het blote oog zijn te zien. De ondernemer heeft dit naar mijn mening juist gerapporteerd.
Beoordeling van het geschil
Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting is naar het oordeel van de commissie het volgende komen vast te staan.
Kern van het geschil is of de ondernemer een deugdelijke aankoopkeuring heeft gedaan.
De commissie neemt de bevindingen van de deskundige in beginsel over nu zij geen aanleiding ziet hiervan af te wijken. Uit het deskundigenrapport komt naar voren dat een deel van de klachtpunten inmiddels door een derde partij, na het verrichten van een contra-expertise door deze derde, is verholpen. De deskundige worstelt, zo blijkt uit zijn rapportage, tevens meer dan eens met het tijdsverloop dat heeft plaatsgehad tot het moment dat de deskundige van de commissie is ingeschakeld en zijn onderzoek heeft uitgevoerd.
Dit bemoeilijkt naar het oordeel van de commissie een goede beeldvorming ten aanzien van de situatie zoals deze was ten tijde van de aankoopkeuring door de ondernemer.
Naar aanleiding van de opmerkingen van beide partijen ter zitting relateert de commissie eerst als volgt.
Desgevraagd heeft consument duidelijk gemaakt dat hij ondernemer voornamelijk een verwijt maakt dat in de aankoopkeuring niet is te lezen wat de staat is van de zeilboot, waar en op welke termijn er reparatiekosten zijn te verwachten en wat de omvang van deze kosten zullen zijn, uitgezet in de tijd. Kortom de consument zou graag hebben willen weten wat het financieel risico is bij aanschaf van deze specifieke kajuitzeilboot, type Hallberg Rassy 29, bouwjaar 1984 en hoelang hij er nog mee kon doorvaren voordat reparaties zouden moeten plaatsvinden. De consument had willen weten welke kosten er op korte en lange termijn zouden zijn in verband met reparatie en vervanging. Hij had dan de risico’s nauwkeuriger kunnen inschatten en nu heeft hij hierover veel minder inzicht gekregen dan hij had verwacht. De zeilboot die de consument heeft gekocht is kennelijk niet goed behandeld in de afgelopen 35 jaren en deze conclusie heeft de consument niet kunnen trekken op basis van het rapport van de ondernemer, maar heeft hij in de loop van de tijd helaas moeten ondervinden.
De ondernemer heeft daarop aangegeven dat voornoemde insteek van de consument geen inzet is voor een aankoopkeuring als deze. Deze keuring kent nu eenmaal zijn beperkingen. De zeilboot die de consument wenste aan te kopen was gezien zijn staat scherp geprijsd. De consument heeft de ondernemer voor aanvang van de keuring laten weten dat hij voornemens was de boot te renoveren. Een aankoopkeuring bevat naar het oordeel van de ondernemer geen begroting. Was dat toen kenbaar gewenst geweest dan had een aanvullende rapportage moeten plaatsvinden, waarbij de expert zich tot meer zou hebben moeten verplichten dan in de HISWA voorwaarden hierover staat vermeld. De verwachtingen van het resultaat waren bij de consument dus anders dan van de aankoopkeuring had mogen worden verwacht, aldus de ondernemer.
De commissie onderschrijft voormeld standpunt van de ondernemer op juistheid. Op basis van deze overeenkomst van opdracht was voormelde verwachting van de consument niet gerechtvaardigd. De ondernemer heeft zich jegens de consument bij de aanvaarding van de hier aan de orde zijnde opdracht niet tot meer verplicht dan het doen van een aankoopkeuring conform de hier van toepassing zijnde HISWA voorwaarden.
Voorts heeft de commissie ter zitting met beide partijen de inhoudelijke klachtpunten besproken. Naar aanleiding van het door partijen over en weer gestelde, aangevuld met de stukken uit het dossier, concludeert de commissie ten aanzien van de technisch inhoudelijk punten als volgt.
Ten aanzien van de klacht over vocht in kiel en scheg oordeelt de commissie dat het haar niet is gebleken dat de ondernemer hier onvoldoende onderzoek heeft gedaan. Ter zitting heeft de ondernemer toegelicht hoe het onderzoek heeft plaatsgevonden. Zo is toegelicht dat overal op scheg, roer, romp en kiel, op tal van plaatsen gemeten is en de gemiddelden van de metingen op dat moment geen aanleiding gaven voor de aanname van wezenlijke gebreken als delaminatie en osmose. Om die reden bestond er naar het oordeel van de commissie voor de ondernemer dan ook geen indicatie voor de noodzaak van destructief onderzoek. De commissie ziet op grond van het door de ondernemer verrichte onderzoek op dit punt geen reden om te oordelen dat de ondernemer hier toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van diens overeengekomen verplichtingen jegens de consument. Dat de consument op grond van het rapport van contra-expertise stelt dat de ondernemer hier steken heeft laten vallen, kan de commissie niet onderschrijven, nu dit onderzoek van de tweede expert pas een jaar later heeft plaatsgevonden, zonder dat bekend is wat er zich in de tussenliggende periode heeft voorgedaan, indachtig het risico op lekkage juist bij de aansluiting van de metalen delen met het polyester roerblad. Bovendien heeft dit onderzoek plaatsgevonden met een ander meetinstrument (skipper) en is er sprake geweest van destructief onderzoek, een vorm van onderzoek dat niet gebruikelijk is bij het doen van een aankoopkeuring.
In verband met de klacht over het onderzoek van de ondernemer aan het teakdek in de kuip oordeelt de commissie dat het haar niet is gebleken dat de ondernemer het onderzoek niet conform opdracht heeft uitgevoerd. In het onderzoeksrapport van de ondernemer geeft hij aan dat de inwendige conditie van het laminaat van dek, kuip en opbouw, alsmede de conditie van de eventueel bevestiging en de ondergrond van teakdelen zonder destructief onderzoek niet is vast te stellen. Mogelijk had de ondernemer voorzichtig een schroevendraaier onder enkele mogelijk loszittende delen kunnen zetten om zich nog een beter oordeel aan te meten, maar het maken van een opmerking hieromtrent in het rapport oordeelt de commissie op zich als afdoende. Ten aanzien van de zichtbaar losse teaklat bij de ingang meldt het rapport van de ondernemer ‘lijmen en beter ondersteunen’. Hiervan is de ondernemer ook geen verwijt te maken.
Direct na de aankoop van de boot bleek bij het overvaren een tier van het verstelbare deel van de achterstag (= de spruit) gebroken. De consument verwijt de ondernemer dit niet te hebben opgemerkt tijdens de aankoopexpertise. De commissie deelt deze mening niet. Zij acht het namelijk niet ondenkbaar dat een dergelijke kleinschalige breuk in 1 tier van de kabelstreng aan het zicht is onttrokken geweest omdat dat zich bevond in het blokje van de spruit van de verstelbare achterverstaging. Ook valt niet uit te sluiten dat de breuk van die tier eerst heeft plaatsgevonden na het moment van de aankoopexpertise. Nu er meerdere verklaringen mogelijk zijn waarom de gebroken tier niet is gezien, is onvoldoende komen vast te staan dat de ondernemer hier een verwijt te maken valt.
In verband met de wagen van de onderlijk strekker in de giek volgt de commissie haar deskundige. De ondernemer geeft aan dat er geen onregelmatigheden waren te zien. Nu het zeil niet was gezet, kan van de ondernemer alleen worden verwacht dat hij op zicht oordeelt. Het is niet de taak van de ondernemer de zeilen te zetten. Als voorbehoud heeft de ondernemer daarom ook in zijn rapportage opgenomen om de zeilen jaarlijks door de zeilmaker na te laten kijken. Ook hier geldt dat overigens dat de beschadiging aan die wagen ook eerst later kan hebben plaatsgevonden. Dit klachtonderdeel treft dan ook geen doel.
Naar het oordeel van de commissie had de ondernemer in verband met de buiskap de consument direct moeten adviseren deze te laten repareren. Duidelijk was – ook naar eigen zeggen van de ondernemer ter zitting – te zien dat de ramen niet meer goed waren. Ter zitting werd door partijen bevestigd dat zich plakband op de ramen bevond en de ruiten dof waren. Hoewel de ondernemer direct had moeten wijzen op de noodzaak van reparatie van de buiskap, komt de commissie evenwel tot de conclusie dat door het achterwege laten van de vermelding van de noodzaak tot reparatie de consument niet (meer) schade heeft geleden. Hier is naar het oordeel van de commissie wel sprake van een tekortkoming in de juiste vaststelling in de aankoopkeuring, maar is vervolgens niet aannemelijk dat juist daardoor schade is geleden door de consument.
Ten aanzien van de gasinstallatie volgt de commissie haar deskundige niet. De commissie concludeert dat in het kader van de vereiste veiligheid de gasinstallatie naar het oordeel van de commissie als in beginsel gevaarlijk had moeten worden bestempeld. De ondernemer had in zijn rapportage daarvan melding moeten maken en moeten noteren dat uit veiligheidsoptiek de gasinstallatie dient te worden gekeurd. Tevens had hij moeten adviseren de installatie af te persen en moeten adviseren de drukregelaar, slangen en aansluitmaterialen te vervangen. De kosten die daarmee gepaard gaan,
€ 350,–, hadden voorts in de rapportage vermeld moeten worden. Door na te laten dit te vermelden, is een in beginsel gevaarlijke situatie gecontinueerd zonder daarvoor adequaat te waarschuwen, waarvan de ondernemer wel degelijk een verwijt valt te maken. De commissie komt dan ook tot het gegrond verklaren van dit klachtonderdeel.
Op grond daarvan is de ondernemer schadevergoedingsplichtig jegens de consument. De commissie acht het op grond van het voorgaande redelijk en billijk de ondernemer aan de consument vergoeding van deze kosten te laten betalen.
Daarnaast dient de ondernemer het door de consument betaalde klachtengeld voor zijn rekening te nemen.
De overige klachtpunten behoeven geen nadere bespreking, nu de commissie oordeelt dat dit ondergeschikte punten betreffen die niet van invloed zijn op haar eindoordeel.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht van de consument ten dele gegrond is.
Derhalve zal de commissie als volgt beslissen.
Beslissing
De ondernemer betaalt binnen 4 weken na ontvangst van dit bindend advies aan de consument ter zake van schadevergoeding een bedrag van € 350,– en vergoedt binnen die termijn aan de consument voorts het door deze voldane klachtengeld van € 102,50.
Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd. De behandelingskosten worden gematigd met 50%.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit
mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, de heer J. Zetzema en mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 7 september 2018, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.M. Bouter-Bijsterveld, secretaris.