
Commissie: Reizen
Categorie: Accommodatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI09-0870
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 24 november 2008 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een eigen vervoerreis voor vier personen naar Castagneto-Carducci in Italië met verblijf in op een camping op basis van logies voor de periode van 1 augustus 2009 tot en met 22 augustus 2009 voor de som van € 2.571,–. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. In verband met lichamelijk klachten van mijn man dient hij overdag te rusten. In verband daarmee hebben we uitdrukkelijk gekozen voor een accommodatie met airco. Reeds in juni 2009 was bij de reisorganisator echter als bekend dat er geen airco mogelijk was, ondanks het feit dat het werd aangeboden in de brochure. Dit is ons niet gemeld. Hierdoor hebben wij geen mogelijkheid gehad om een andere camping te kiezen. Klager verlangt een vergoeding van € 750,–. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. In onze brochure hebben wij de caravan beschreven met airco (ter plaatse te betalen). Helaas bleek de airco niet aanwezig te zijn. Wij erkennen dat er een fout is gemaakt. Op het moment dat wij vernamen dat de airco niet aanwezig zou zijn in deze caravans, had er een erratum verstuurd moeten worden. Wij menen echter dat een vergoeding van 10% van de reissom een redelijke vergoeding is. De reisorganisator heeft d.d. 20 oktober 2009 een vergoeding aangeboden van € 250,–. Beoordeling van het geschil De commissie heeft als volgt overwogen. Met klager is de commissie van oordeel dat de airco een wezenlijk onderdeel uitmaakt van het aanbod zoals dat is gedaan in de brochure van de reisorganisator. Klager mocht er dan ook op vertrouwen dat hij ter plekke tegen betaling kon beschikken over een airco. Dat dit niet het geval was, heeft veel ongerief met zich gebracht, temeer daar de echtgenoot van klager dagelijks in de caravan diende te rusten in verband met lichamelijke klachten. Op grond van het voorgaande, en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag. Ingevolge het reglement van de commissie dient de reisorganisator aan de commissie de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil te voldoen. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie verklaart de klacht gegrond. De reisorganisator dient aan klager in totaal een bedrag van € 400,– (de aangeboden vergoeding daarin begrepen) te voldoen. Betaling dient plaats te vinden binnen één maand na verzenddatum van dit bindend advies. Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie een bedrag verschuldigd van € 205,– als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 4 maart 2010.