Cliënt moet kosten voor een onderzoek in verband met een doorhaling van een inschrijving ten behoeve van een derde voldoen ondanks dat cliënt hier part nog deel aan heeft gehad.

  • Home >>
  • Notariaat >>
De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Kosten    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 115268

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een declaratie voor meerwerk.

Standpunt van de cliënt

Voor het standpunt van cliënt verwijst de commissie naar het klachtenformulier met bijgevoegde stukken dat cliënt op 11 januari 2018 bij de commissie heeft ingediend.
Kort samengevat, en zoals ter zitting nader toegelicht, komt de klacht op het volgende neer.

De notaris heeft tijd besteed aan het uitzoeken van een kadastrale besmetting rondom een perceel.

Voor deze werkzaamheden heeft de notaris een bedrag van € 250,– in rekening gebracht terwijl de cliënt aan deze kadastrale besmetting niets kon doen. Cliënt heeft verhaal gehaald bij een notaris die verantwoordelijk was voor de doorhaling van de hypotheek. Zij heeft cliënt meegedeeld dat de notaris niets had hoeven uitzoeken en haar direct had moeten bellen.
Bij het afsluiten van de hypotheek leverde deze besmetting naast de extra kosten ook de nodige stress op omdat de hypotheekverstrekker eiste dat dit werd opgelost. Cliënt had geen tijd om één en ander zelf uit te zoeken. Hij vindt het zorgelijk dat het kennelijk mogelijk is dat men een hypotheek kan vestigen op andermans grond. Dat tast het vertrouwen in het notariaat aan. Hij vindt het verder niet terecht dat hij dit op eigen kosten heeft moeten (laten) oplossen.

De cliënt is van oordeel dat hij niet hoeft op te draaien voor fouten die een notaris in het verleden heeft gemaakt. Hij vordert teruggave van een bedrag van € 250,–, zijnde de extra kosten die hij heeft moeten maken.

Ter zitting heeft cliënt zijn standpunt toegelicht. Hij is van oordeel dat de notaris geen kosten had hoeven maken maar direct zijn collega K., die verantwoordelijk was voor de doorhalingen, had moeten benaderen om deze uit te voeren. Notaris K. heeft cliënt meegedeeld dat zij dit kosteloos zou doen.

Standpunt van de notaris

Voor het verweer verwijst de notaris naar zijn brief aan cliënt van 28 juli 2017. In de kern komt het verweer op het volgende neer.

In casu betrof het een toedeling van de woning aan cliënt in het kader van een echtscheidingsprocedure, waarbij de huidige hypotheekhouder was verzocht de ex-echtgenote uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de daaraan ten grondslag liggende schuld wegens geldlening te ontslaan. De hypotheekhouder wilde hieraan alleen meewerken als de geconstateerde oude hypothecaire inschrijvingen op een van de betrokken percelen waren doorgehaald. Uit de inzages in het Kadaster was niet meteen duidelijk welke hypotheken dit betrof en waarom die (nog) op het perceel rustten. De hypotheken bleken destijds gevestigd ten laste van anderen dan cliënt en zijn
ex-echtgenote. De notaris heeft extra werkzaamheden moeten verrichten voor het onderzoek om te kunnen bepalen aan welke notaris hij het verzoek tot doorhaling moest richten. De notaris heeft dit meerwerk conform de algemene voorwaarden aan cliënt in rekening gebracht. De notaris heeft dit bedrag overigens aanzienlijk gematigd.

De notaris verzoekt de commissie de vordering af te wijzen.

Beoordeling van het geschil

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.

De kern van het geschil betreft de kosten die aan cliënt in rekening zijn gebracht voor onderzoek ten behoeve van de doorhaling van oude hypothecaire inschrijvingen die op zijn perceel rustten.
De cliënt heeft gesteld dat hij deze kosten niet wenst te betalen nu het gaat om een doorhaling van een hypothecaire inschrijving betreffende een lening aangegaan door derden en cliënt hier part nog deel aan heeft gehad.

Hoezeer de commissie begrip heeft voor het standpunt van de cliënt dat hij kosten heeft moeten maken voor een onderzoek in verband met een doorhaling van een inschrijving ten behoeve van een derde, dient hij deze kosten wel te voldoen.

Het is de commissie ambtshalve bekend dat in het verleden het regelmatig voorkwam dat een hypothecaire inschrijving in het Kadaster bleef bestaan ook nadat de hypotheek al lang was afgelost. Op grond van nieuwe richtlijnen uitgevaardigd door onder andere de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie dient een notaris eerst bij het Kadaster te controleren of er nog een hypothecaire inschrijving rust op een te verwerven onroerend goed en in dat geval dient hij eerst voor de doorhaling hiervan zorg te dragen. Dit is in het belang van de koper zodat deze erop mag vertrouwen dat er op het onroerend goed geen hypothecaire inschrijving rust. Dit onderzoek en de eventuele doorhaling van een hypothecaire inschrijving mag de notaris als meerwerk in rekening brengen aan de koper.

De notaris heeft aangegeven dat hij geruime tijd nodig heeft gehad met het verrichten van recherche werk. Vanwege de verschillende opsplitsingen, vernummeringen en rectificaties die in het verleden hebben plaatsgevonden was niet direct duidelijk welke notaris destijds de hypotheken bij welke transacties had moeten doorhalen en tot wie de notaris zich voor de doorhaling van deze inschrijvingen moest richten. De commissie is van oordeel dat de in rekening gebrachte kosten, gelet op de verrichte werkzaamheden niet bovenmatig of buitenproportioneel zijn.

Gelet op het vorenstaande zal de commissie de klacht ongegrond verklaren en de vordering afwijzen. Het door partijen meer of anders gestelde behoeft naar het oordeel van de commissie geen verdere bespreking omdat dit niet tot een ander oordeel zal leiden.

Gezien het vorenstaande dient als volgt te worden beslist.

Beslissing

De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst de vordering van de cliënt af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat op 28 maart 2018.