Cliënte moet openstaande declaratie van advocaat betalen

De Geschillencommissie




Commissie: Advocatuur    Categorie: Betaling    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 13588/13816

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De advocaat stelt dat de cliënte een declaratie moet voldoen. De cliënte is het hier niet mee eens. Zij heeft een opdrachtbevestiging getekend waarin de uurtarieven van de verschillende medewerkers zijn opgenomen. Als de advocaat zelf niet bereikbaar is en een andere medewerker de zaak oppakt en werkzaamheden uitvoert, dan wordt er tijd geschreven op het uurtarief van die specifieke medewerker. Verder geeft de cliënt aan dat de advocaat buitensporig veel tijd heeft gerekend voor administratieve handelingen die vervolgens tegen het advocatentarief in rekening zijn gebracht. Ook werden instructies niet opgevolgd, dit moest gecorrigeerd worden wat extra kosten opleverde. De commissie oordeelt dat de verwijten van de cliënt zowel ten aanzien van de declaratie als ten aanzien van het niet opvolgen en het missen van instructies onvoldoende worden beargumenteerd. De commissie kan niet de conclusie trekken dat de advocaat bovenmatig en tegen onjuiste tarieven heeft gedeclareerd en de uitvoering van de opdracht niet naar behoren heeft plaatsgevonden. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een declaratiegeschil waarbij cliënte zich primair op het standpunt stelt dat zij niets meer aan de advocaat verschuldigd is.

Cliënte heeft een bedrag van € 1.076,91 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de advocaat
Voor het standpunt van de advocaat verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De advocaat heeft cliënte bijgestaan in een door de ex-partner van cliënte gestarte procedure aangaand het wijzigen van de zorgregeling en het regelen van de gevolgen daarvan. De advocaat heeft haar werkzaamheden bij factuur van 2 oktober 2019 bij cliënte in rekening gebracht. Cliënte heeft de factuur (waarin het voorschot van € 1.010,– is verrekend) van € 1.076,91 onbetaald gelaten. De advocaat verlangt betaling van de openstaande factuur. De advocaat heeft van de totaal bestede uren aan het dossier van cliënte bijna vijf uur niet doorbelast.

Cliënte heeft de opdrachtbevestiging op 8 december 2017 getekend. In deze opdrachtbevestiging staan de tarieven opgenomen die gehanteerd worden voor iedere medewerker van het kantoor van de advocaat. Cliënte wordt hiermee dan ook bekend en akkoord verondersteld. Op 28 december 2018 heeft de advocaat cliënte laten weten dat het advocatenkantoor vanaf 1 januari 2019 gewijzigde tarieven hanteert.

Het is niet juist dat er buitensporig veel tijd is gerekend voor secretariële handelingen die tegen een advocatentarief in rekening zijn gebracht. Iedere medewerker van het advocatenkantoor werkt op een eigen uurtarief. Er worden geen werkzaamheden verricht op het tarief van een ander. Dit is ook inzichtelijk voor cliënten op het urenoverzicht welke achter iedere factuur is gevoegd.

Als team is er wekelijks overleg om de voortgang in dossiers met elkaar af te stemmen. Zo kunnen andere medewerkers ook de zaak oppakken, omdat zij inhoudelijk op de hoogte zijn. Er zijn drie teamleden bij dit overleg aanwezig en er wordt één eenheid van zes minuten geboekt op het tarief van de advocaat. Dat wordt alleen gedaan als er daadwerkelijk iets inhoudelijks in die zaak wordt besproken. Door deze werkwijze wordt niet meermaals tijd geschreven voor dezelfde activiteit. Het dubbel schrijven herkent de advocaat dan ook niet. Een medewerker met een lager tarief bereidt het werk zoveel mogelijk voor, en indien nodig rondt de advocaat het zelf af. Dat is juist kosten efficiënt.

Als de advocaat zelf niet bereikbaar is en een andere medewerker de zaak oppakt en werkzaamheden uitvoert, dan wordt er tijd geschreven op het uurtarief van die specifieke medewerker. De advocaat schrijft tijd aan de hand van het programma Basenet. De werkelijke bestede tijd wordt geschreven. In het geval van een misverstand aan de zijde van de advocaat wordt dit hersteld zonder nadelige gevolgen voor cliënten.

Als een cliënt zelf mailt naar het algemene e-mailadres, dan wordt de reactie ook vanaf dat e-mailadres verstuurd. De advocaat mailt in beginsel alleen van het eigen e-mailadres als deze zelf een nieuw bericht opstelt of reageert op een bericht dat in de eigen mailbox is binnengekomen.

Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Cliënte heeft een voorschot voldaan van € 1.010,–. Zij meent dat dit voldoende is voor de verrichte werkzaamheden en dat het dossier moet worden gesloten met gesloten beurzen.

De advocaat heeft buitensporig veel tijd gerekend voor administratieve (secretariële) handelingen die vervolgens tegen het advocatentarief in rekening zijn gebracht. Het dossier van cliënte is groepsmatig behandeld waardoor meermaals tijd is geschreven. Ook is tijd geschreven wanneer de betrokken advocaat er niet was en iemand anders correspondeerde. Er is teveel tijd besteed en geschreven aan het uitvoeren van eenvoudige handelingen. Instructies werden niet opgevolgd en/of gemist, hetgeen later weer is gecorrigeerd, hetgeen extra kosten oplevert.

De klacht van cliënte heeft eveneens betrekking op de factuur van 30 augustus 2019 waarbij een bedrag van € 305,53 in rekening is gebracht.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de advocaat hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwaam en redelijk handelende advocaat.

Nu de cliënte de ontvangen en behouden factuur van 30 augustus 2019 ten bedrage van € 305,53 zonder enig protest of voorbehoud heeft betaald, gaat het niet aan daar thans nog over te klagen bij de commissie.
Op dit punt is het verweer van de cliënte te laat gevoerd en passeert de commissie dit verweer dan ook.

De commissie stelt voorts als niet dan wel onvoldoende weersproken vast dat de cliënte de opdrachtbevestiging in deze voor akkoord heeft getekend waarin de uurtarieven van de verschillende medewerkers zijn opgenomen. Daarnaast heeft de cliënte de ontvangen factuur van 2 oktober 2019 ten bedrage van € 1.076,91 onbetaald gelaten.

Naar het oordeel van de commissie zijn de verwijten van de cliënte zowel ten aanzien van de declaratie als ten aanzien van het niet opvolgen en/of missen van instructies onvoldoende geconcretiseerd.
In de overgelegde stukken treft de commissie ook overigens geen gronden of aanwijzingen aan voor de door de cliënte geformuleerde en door de advocaat gemotiveerd weersproken verwijten.

In weerwil van het door de cliënte gestelde kan in deze op grond van hetgeen is ingebracht naar het oordeel van de commissie niet de conclusie worden getrokken dat de advocaat bovenmatig en tegen onjuiste tarieven heeft gedeclareerd en de uitvoering van de opdracht niet naar behoren heeft plaatsgevonden.
De omstandigheid dat en de wijze waarop groepsmatige bespreking van de zaak binnen kantoor in rekening is gebracht kan daar onvoldoende aan afdoen. Daarbij heeft de commissie ook acht geslagen op de omstandigheid dat de advocaat zowel wat betreft tijdsduur als tarief de declaratie gematigd heeft.

Hetgeen partijen voorts nog hebben aangevoerd en ingebracht behoeft geen bespreking nu dit niet tot een ander oordeel kan leiden.

Op grond van het voorgaande is de commissie dan van oordeel dat de klacht van de cliënte ongegrond is en zal bepalen dat de cliënt aan de advocaat € 1.076,91 dient te betalen alsmede het door de advocaat aan de commissie betaalde klachtengeld.

Derhalve wordt als volgt beslis

Beslissing
Bepaalt dat de cliënte aan de advocaat een bedrag van € 1.076,91 dient te betalen.

Bovendien dient de cliënte overeenkomstig het reglement van de commissie het klachtengeld aan de advocaat te vergoeden, namelijk een bedrag van € 90,75.

Met inachtneming van bovenstaande van het bovenstaande wordt het depotbedrag ad. €1.076,91 in zijn geheel uitbetaald aan de advocaat.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Advocatuur, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer mr. I.L. Haverkate, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen – de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 29 mei 2020.